ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 341

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

58e jaargang
16 oktober 2015


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2015/C 341/01

Mededeling overeenkomstig artikel 12, lid 5, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad over de inlichtingen die door de douaneautoriteiten van de lidstaten zijn verstrekt over de indeling van goederen in de douanenomenclatuur

1

2015/C 341/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.7727 — Colony/AXA/Groupe Data 4) ( 1 )

3

2015/C 341/03

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.7773 — KKR/SoftwareONE) ( 1 )

3


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2015/C 341/04

Besluit van de Raad van 13 oktober 2015 houdende benoeming van de leden en de plaatsvervangende leden van het Raadgevend Comité voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

4

 

Europese Commissie

2015/C 341/05

Wisselkoersen van de euro

9

2015/C 341/06

Advies van het adviescomite voor concentraties uitgebracht op zijn bijeenkomst van 3 juni 2015 betreffende een ontwerpbesluit in zaak M.6800 — PRSfM/STIM/GEMA/JV — Rapporteur: Italië

10

2015/C 341/07

Eindverslag van de raadadviseur-auditeur — PRSfM/STIM/GEMA/JV (M.6800)

12

2015/C 341/08

Samenvatting van het besluit van de Commissie van 16 juni 2015 waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst (Zaak M.6800 — PRSfM/STIM/GEMA/JV) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 4061)

13

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2015/C 341/09

Bijwerking van de lijst van grensdoorlaatposten bedoeld in artikel 2, lid 8, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode)

19


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2015/C 341/10

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.7737 — Honeywell/Elster) ( 1 )

23

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2015/C 341/11

Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een minimale wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad

24


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

16.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 341/1


Mededeling overeenkomstig artikel 12, lid 5, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad over de inlichtingen die door de douaneautoriteiten van de lidstaten zijn verstrekt over de indeling van goederen in de douanenomenclatuur

(2015/C 341/01)

Een bindende tariefinlichting is niet meer geldig vanaf vandaag als zij niet langer verenigbaar is met de interpretatie van de douanenomenclatuur als gevolg van de hierna genoemde internationale tariefmaatregelen:

Wijzigingen van de toelichtingen op het Geharmoniseerd Systeem en het Repertorium van indelingsadviezen, goedgekeurd door de Internationale Douaneraad (IDR document NC2116 — verslag van de 55e zitting van het Comité GS):

WIJZIGINGEN VAN DE TOELICHTINGEN OVEREENKOMSTIG DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 8 VAN HET GS-VERDRAG EN INDELINGSADVIEZEN OPGESTELD DOOR HET COMITE GS VAN DE WERELDDOUANEORGANISATIE

(55e ZITTING VAN HET COMITÉ GS IN MAART 2015)

DOC. NC2116

Wijzigingen van de toelichtingen op de nomenclatuur die is opgenomen in de bijlage bij het GS-verdrag

29.30

R/8

25.01

R/25

30.02

R/9

33.07

R/25

35.06

R/10

Hoofdstuk 39 Algemene opmerkingen — Bijlage

R/10

61.10

R/24

Indelingsadviezen vastgesteld door het Comité GS

1511.90/1-2

R/11

1904.10/1

R/12

2007.99/1

R/13

2106.90/30-31

R/14

2309.90/7

R/15

3701.30/1

R/16

6102.30/1

R/17

6210.50/1

R/17

6307.90/6

R/18

8528.51/5

R/19

8541.40/1

R/20

8704.21/3

R/21

8711.50/1

R/22

9019.10/2

R/23

Nadere informatie over de inhoud van deze maatregelen kan worden verkregen bij het directoraat-generaal Belastingen en Douane-unie van de Europese Commissie (Wetstraat 200, 1049 Brussel, BELGIË) of worden verkregen van de internetsite van dit directoraat-generaal:

http://ec.europa.eu/comm/taxation_customs/customs/customs_duties/tariff_aspects/harmonised_system/index_en.htm


16.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 341/3


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.7727 — Colony/AXA/Groupe Data 4)

(Voor de EER relevante tekst)

(2015/C 341/02)

Op 7 oktober 2015 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Frans en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32015M7727. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


16.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 341/3


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.7773 — KKR/SoftwareONE)

(Voor de EER relevante tekst)

(2015/C 341/03)

Op 7 oktober 2015 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32015M7773. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

16.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 341/4


BESLUIT VAN DE RAAD

van 13 oktober 2015

houdende benoeming van de leden en de plaatsvervangende leden van het Raadgevend Comité voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

(2015/C 341/04)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (1), en met name artikel 75,

Gezien de lijsten met kandidaten die de regeringen van de lidstaten aan de Raad hebben voorgelegd,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 883/2004 is het Raadgevend Comité voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels ingesteld.

(2)

Bij Besluiten van 21 oktober 2010 (2) en 7 maart 2011 (3), heeft de Raad de leden en de plaatsvervangende leden van het Raadgevend Comité voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels voor de periode van 20 oktober 2010 tot en met 19 oktober 2015 aangesteld.

(3)

De ambtstermijn van de huidige overeenkomstig die besluiten aangestelde leden en plaatsvervangende leden van het Raadgevend Comité voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels verstrijkt op 19 oktober 2015. De leden en de plaatsvervangende leden van dat comité moeten derhalve met ingang van 20 oktober 2015 worden aangesteld.

(4)

In Verordening (EG) nr. 883/2004 is de ambtstermijn van de leden en de plaatsvervangende leden niet bepaald. Derhalve moet de Raad in zijn besluit houdende benoeming van de leden en de plaatsvervangende leden ook hun ambtstermijn bepalen. Die ambtstermijn moet voldoende lang zijn, opdat onnodige administratieve last wordt voorkomen; er moet rekening worden gehouden met het feit dat dergelijke raadgevende comités slechts één of twee keer per jaar plegen te vergaderen. Een ambtstermijn van vijf jaar zou voorkomen dat al te vaak alle leden en plaatsvervangende leden van het comité opnieuw moeten worden benoemd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Tot gewoon lid respectievelijk tot plaatsvervangend lid van het Raadgevend Comité voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels worden voor de periode van 20 oktober 2015 tot en met 19 oktober 2020 benoemd:

I.   REGERINGSVERTEGENWOORDIGERS

Land

Leden

Plaatsvervangende leden

België

de heer Marc MORSA

de heer Marc Van DAMME

Bulgarije

mevrouw EVA TOSHEVA

mevrouw Gergana YANKOVA

Tsjechië

de heer Jiří BAUER

mevrouw Gabriela PIKOROVÁ

Denemarken

 

 

Duitsland

de heer Helmut WEBER

mevrouw Moira KETTNER

Estland

mevrouw Leili ZAGLMAYER

mevrouw Katerin PEÄRNBERG

Ierland

mevrouw Mary O’SULLIVAN

de heer Kieran LEA

Griekenland

mevrouw Anna RIZOU

mevrouw Vasiliki MAMMONA

Kroatië

mevrouw Sandra FRANKIĆ

mevrouw Snježana BALOKOVIĆ

Spanje

mevrouw Ainhoa LÓPEZ DE GOICOECHEA URZAINQUI

mevrouw Irene GOZALBO LÓPEZ

Frankrijk

mevrouw Séverine SALGADO

de heer François BRILLANCEAU

Italië

mevrouw Maria Grazia CATALDI

de heer Marco Giovanni MARINO

Cyprus

de heer George IERIDES

de heer Sotiris STRATIS

Letland

mevrouw Jana MUIŽNIECE

de heer Ēriks MIĶĪTIS

Litouwen

mevrouw Mariana ŽIUKIENĖ

mevrouw Irena MARTINKUTĖ

Luxemburg

de heer Claude EWEN

mevrouw Karin MANDERSCHEID

Hongarije

mevrouw Réka KOVÁCS

mevrouw Zsófia TÓTH

Malta

de heer Malcolm SCICLUNA

mevrouw Michelle GALEA

Nederland

mevrouw Anje VRIJ

de heer Willem DE HAAN

Oostenrijk

de heer Manfred PÖLTL

de heer Heinz WITTMANN

Polen

de heer Robert WÓJCIK

mevrouw Elżbieta TOMASZEWSKA

Portugal

de heer José CID PROENÇA

mevrouw Elisabete SILVEIRA

Roemenië

mevrouw Adriana STOINEA

de heer Costin ILIUŢĂ

Slovenië

de heer Bojan KRAUT

mevrouw Metka LOGAR

Slowakije

de heer Jaroslav KOVÁČ

mevrouw Lucia MAHĎÁKOVÁ

Finland

mevrouw Mira SALOHEIMO

mevrouw Susanna GRIMM-VIKMAN

Zweden

mevrouw Johanna MÖLLERBERG

de heer Kent LARSSON

Verenigd Koninkrijk

mevrouw Lindsay ROOME

mevrouw Lindsay FULLARTON


II.   VERTEGENWOORDIGERS VAN DE WERKNEMERSORGANISATIES

Land

Leden

Plaatsvervangende leden

België

de heer Koen MEESTERS

mevrouw Anne PANNEELS

Bulgarije

mevrouw Assia GONEVA

mevrouw Velichka MIKOVA

Tsjechië

mevrouw Hana POPELKOVÁ

de heer Vít SAMEK

Denemarken

 

 

Duitsland

de heer Robert NAZAREK

de heer Bertold BRÜCHER

Estland

mevrouw Kaja TOOMSALU

mevrouw Elina REEDI

Ierland

de heer Eamonn DEVOY

 

Griekenland

de heer Evaggelos MOUTAFIS

de heer Nikos KOSTOPOULOS

Kroatië

mevrouw Petra ŠPRAJAČEK

 

Spanje

mevrouw Ana Maria CORRAL JUAN

de heer Carlos BRAVO FERNÁNDEZ

Frankrijk

de heer Pierre-Yves CHANU

de heer Abdou ALI MOHAMED

Italië

de heer Fabio PORCELLI

de heer Francesco CAGNASSO

Cyprus

 

 

Letland

mevrouw Ruta PORNIECE

de heer Mārtiņš PUŽULS

Litouwen

mevrouw Jovita PRETZSCH

mevrouw Danutė ŠLIONSKIENĖ

Luxemburg

de heer Carlos PEREIRA

de heer Vincent JACQUET

Hongarije

de heer Andrea VARGA

mevrouw Judith HAMBURG

Malta

de heer Robert BORG

de heer Josef VELLA

Nederland

de heer S.R. BONTJE

de heer R.A.M. BLAAKMAN

Oostenrijk

mevrouw Martina THOMASBERGER

mevrouw Dinah DJALINOUS-GLATZ

Polen

de heer Michał MENES

de heer Tomasz JASIŃSKI

Portugal

mevrouw Aida Carla BATISTA MORAIS

mevrouw Ana Cecília SENA SIMÕES

Roemenië

 

 

Slovenië

de heer Goran LUKIČ

de heer Aljoša ČEČ

Slowakije

mevrouw Mária SVOREŇOVÁ

mevrouw Zdena DVORANOVÁ

Finland

mevrouw Pirjo VÄÄNÄNEN

mevrouw Katarina MURTO

Zweden

mevrouw Ellen NYGREN

mevrouw Sofia RÅSMAR

Verenigd Koninkrijk

de heer Richard EXELL

mevrouw Rosa CRAWFORD


III.   VERTEGENWOORDIGERS VAN DE WERKGEVERSORGANISATIES

Land

Leden

Plaatsvervangende leden

België

mevrouw Monica DE JONGHE

mevrouw Hilde THYS

Bulgarije

de heer Rumen RADEV

mevrouw Rumyana GEORGIEVA

Tsjechië

de heer Luděk MAZUCH

mevrouw Marie ZVOLSKÁ

Denemarken

 

 

Duitsland

mevrouw Christina BREIT

mevrouw Anne SCHOLZ

Estland

mevrouw Victoria METS

mevrouw Katrin TRUVE

Ierland

mevrouw Lorraine PARKES

mevrouw Jean WINTERS

Griekenland

de heer Georgios KARANIKAS

mevrouw Rena BARDANI

Kroatië

mevrouw Nataša NOVAKOVIĆ

mevrouw Milica JOVANOCIĆ

Spanje

mevrouw Marina GORDON ORTIZ

de heer Jordi GARCÍA VIÑA

Frankrijk

mevrouw Emilie MARTINEZ

de heer Christophe SOUPIZET

Italië

mevrouw Paola ASTORRI

de heer Paolo RAVAGLI

Cyprus

 

 

Letland

mevrouw Ilona KIUKUCĀNE

mevrouw Inese STEPIŅA

Litouwen

de heer Aidas VAIČIULIS

mevrouw Dovilė BAŠKYTĖ

Luxemburg

de heer François ENGELS

mevrouw Fabienne LANG

Hongarije

mevrouw Julianna VARGA

de heer Péter VIDA

Malta

mevrouw Abigail PSAILA MAMO

de heer Joe FARRUGIA

Nederland

de heer G. VELDHUIS

de heer R. VAN DER WOUD

Oostenrijk

de heer Martin GLEITSMANN

de heer Martin SONNTAG

Polen

de heer Jeremi MORDASEWICZ

de heer Zbigniew ŻUREK

Portugal

mevrouw Cristina NAGY MORAIS

de heer Nuno BERNARDO

Roemenië

mevrouw Roxana PRODAN

de heer Dorin CHIRILĂ

Slovenië

de heer Tomaž BERNIK

mevrouw Maja SKORUPAN

Slowakije

 

 

Finland

de heer Mikko RÄSÄNEN

mevrouw Miia KANNISTO

Zweden

mevrouw Catharina BÄCK

de heer Hans GIDHAGEN

Verenigd Koninkrijk

mevrouw Rachel SMITH

 

Artikel 2

De Raad zal de leden en de plaatsvervangende leden die nog niet zijn voorgesteld later benoemen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 13 oktober 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

J. ASSELBORN


(1)  PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  Besluit van de Raad van 21 oktober 2010 houdende benoeming van de leden en de plaatsvervangende leden van het Raadgevend Comité voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB C 290 van 27.10.2010, blz. 5).

(3)  Besluit van de Raad van 7 maart 2011 houdende benoeming van de leden en de plaatsvervangende leden van het Raadgevend Comité voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels voor Ierland, Frankrijk en Nederland (PB C 83 van 17.3.2011, blz. 3).


Europese Commissie

16.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 341/9


Wisselkoersen van de euro (1)

15 oktober 2015

(2015/C 341/05)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1439

JPY

Japanse yen

135,23

DKK

Deense kroon

7,4612

GBP

Pond sterling

0,73970

SEK

Zweedse kroon

9,3274

CHF

Zwitserse frank

1,0873

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

9,2170

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

27,084

HUF

Hongaarse forint

309,39

PLN

Poolse zloty

4,2291

RON

Roemeense leu

4,4176

TRY

Turkse lira

3,2975

AUD

Australische dollar

1,5612

CAD

Canadese dollar

1,4756

HKD

Hongkongse dollar

8,8652

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6683

SGD

Singaporese dollar

1,5752

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 282,89

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

14,9957

CNY

Chinese yuan renminbi

7,2583

HRK

Kroatische kuna

7,6200

IDR

Indonesische roepia

15 389,36

MYR

Maleisische ringgit

4,7166

PHP

Filipijnse peso

52,341

RUB

Russische roebel

71,0735

THB

Thaise baht

40,217

BRL

Braziliaanse real

4,3425

MXN

Mexicaanse peso

18,7577

INR

Indiase roepie

74,1533


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


16.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 341/10


Advies van het adviescomite voor concentraties uitgebracht op zijn bijeenkomst van 3 juni 2015 betreffende een ontwerpbesluit in zaak M.6800 — PRSfM/STIM/GEMA/JV

Rapporteur: Italië

(2015/C 341/06)

Concentratie

1.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de aangemelde transactie een concentratie vormt in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening.

2.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de aangemelde transactie een joint venture vormt die duurzaam alle functies van een zelfstandige economische eenheid vervult in de zin van artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening.

3.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de aangemelde transactie wordt geacht een EU-dimensie in de zin van artikel 4, lid 5, van de concentratieverordening te hebben.

Marktomschrijving

4.

Het Adviescomité is het eens met de omschrijvingen van de Commissie van de relevante productmarkten in het ontwerpbesluit.

Meer bepaald is het Adviescomité het ermee eens dat de volgende markten moeten worden onderscheiden:

a.

de markt voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers in verband met betrekking tot transactionele multiterritoriale licenties; en

b.

de markt voor licenties voor onlinerechten op muziekuitgaven.

5.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens over de definitie van de geografische markt voor beide markten, namelijk de gehele EER.

Beoordeling uit mededingingsoogpunt

6.

Met betrekking tot niet-gecoördineerde concurrentieverstorende effecten is het Adviescomité het eens met het standpunt van de Commissie dat de transactie de daadwerkelijke mededinging op significante wijze zou verstoren, in de vorm van meer belemmeringen voor de markttoegang en groei op de markt voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers met betrekking tot transactionele multiterritoriale licenties.

7.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de transactie geen significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging op de markt voor licenties voor onlinerechten op muziekuitgaven zou vormen. Ondanks het grotere repertoire van de JV zou de transactie de JV geen betere onderhandelingspositie opleveren en dus niet leiden tot ongunstigere licentievoorwaarden voor digitale platforms.

8.

Wat andere concurrentieverstorende effecten betreft, is het Adviescomité het ermee eens dat, gezien de scheiding van bedrijfsactiviteiten die de aanmeldende partijen zullen bewerkstelligen en het feit dat de transactie geen aanzienlijke wijziging van de huidige situatie met betrekking tot de bundeling van commercieel gevoelige informatie zou inhouden, de transactie de daadwerkelijke mededinging door de uitwisseling van commercieel gevoelige informatie niet significant zou belemmeren.

9.

Het Adviescomité is het ermee eens dat de transactie geen overloopeffecten in de zin van artikel 2, lid 4, van de concentratieverordening zal creëren tussen de aanmeldende partijen.

Toezeggingen

10.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de definitieve toezeggingen van de aanmeldende partijen van 10 april 2015 tegemoetkomen aan de mededingingsbezwaren die de Commissie heeft aangaande de markt voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers met betrekking tot transactionele multiterritoriale licenties.

11.

Het Adviescomité is het eens met de conclusie van de Commissie dat, mits de definitieve toezeggingen volledig worden nagekomen, het niet waarschijnlijk is dat de aangemelde transactie de daadwerkelijke mededinging op de interne markt of een wezenlijk deel daarvan op significante wijze zal belemmeren.

Conclusie

Het Adviescomité is het eens met de conclusie van de Commissie dat de aangemelde transactie overeenkomstig artikel 2, lid 2, en artikel 8, lid 2, van de concentratieverordening en artikel 57 van de EER-overeenkomst verenigbaar moet worden verklaard met de interne markt en met de werking van de EER-overeenkomst.


16.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 341/12


Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (1)

PRSfM/STIM/GEMA/JV

(M.6800)

(2015/C 341/07)

1.

Op 28 november 2014 heeft de Commissie op grond van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 (2) van de Raad (hierna de „concentratieverordening” genoemd) en met name na een succesvol verzoek overeenkomstig artikel 4, lid 5, van deze verordening, een aanmelding ontvangen van een voorgenomen transactie (hierna de „voorgenomen transactie” genoemd) waarbij de „aanmeldende partijen” — PRS for Music Limited (PRSfM), Föreningen Svenska Tonsättares Internationella Musikbyrå u.p.a. (STIM) en Gesellschaft für musikalische Aufführungs- und mechanische Vervielfältigungsrechte (GEMA) - door de verwerving van aandelen de gezamenlijke zeggenschap verwerven over een nieuwe joint venture.

2.

Op 14 januari 2015 heeft de Commissie een besluit vastgesteld waarbij een procedure overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening wordt ingeleid. In dit besluit heeft de Commissie aangegeven dat de voorgenomen transactie de oprichting van een volwaardige joint venture behelst, die binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening valt, en op het vlak van de verenigbaarheid met de interne markt en de EER-overeenkomst ernstige twijfels doet rijzen.

3.

Op 28 januari 2015 hebben de aanmeldende partijen hun schriftelijke opmerkingen over het besluit van 14 januari 2015 ingediend.

4.

De termijn waarbinnen de voorgenomen transactie moet worden onderzocht, werd op verzoek van de aanmeldende partijen — ingediend op 4 februari 2015 overeenkomstig artikel 10, lid 3, tweede alinea, van de concentratieverordening — met 20 werkdagen verlengd.

5.

Om de door de Commissie opgeworpen mededingingsbezwaren weg te nemen, hebben de aanmeldende partijen op 13 maart 2015 een eerste reeks toezeggingen voorgesteld. Diezelfde dag heeft de Commissie een „markttest” van deze voorstellen opgestart. De resultaten van deze markttest heeft zij op 25 maart 2015 aan de aanmeldende partijen meegedeeld.

6.

De aanmeldende partijen hebben op 1 april 2015 een bijgewerkte reeks toezeggingen voorgesteld.

7.

Op 10 april 2015 hebben de aanmeldende partijen opnieuw een gewijzigd voorstel met toezeggingen (hierna de „definitieve toezeggingen” genoemd) ingediend.

8.

De Commissie heeft geen mededeling van punten van bezwaar op grond van artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie (3) vastgesteld. Er is geen formele hoorzitting overeenkomstig artikel 14 van die verordening gehouden.

9.

Er waren geen verzoeken om in de onderhavige procedure als belanghebbende derde te worden gehoord.

10.

De Commissie is van oordeel dat de definitieve toezeggingen de tegen de voorgenomen transactie ingebrachte mededingingsbezwaren wegnemen. Bijgevolg wordt de voorgenomen transactie in het ontwerpbesluit verenigbaar verklaard met de interne markt en de EER-overeenkomst, mits de definitieve toezeggingen worden nagekomen die als verplichtingen bij het ontwerpbesluit zijn gevoegd.

11.

Overeenkomstig artikel 16 van Besluit 2011/695/EU heb ik onderzocht of het ontwerpbesluit enkel de bezwaren behandelt waarover de partijen opmerkingen hebben kunnen formuleren, en ik ben tot de conclusie gekomen dat dit inderdaad het geval is.

12.

Alles bijeengenomen ben ik van oordeel dat de effectieve uitoefening van de procedurele rechten bij de onderhavige procedure is gerespecteerd.

Gedaan te Brussel, 8 juni 2015.

Joos STRAGIER


(1)  Opgesteld overeenkomstig de artikelen 16 en 17 van Besluit 2011/695/EU van de voorzitter van de Europese Commissie van 13 oktober 2011 betreffende de functie en het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 275 van 20.10.2011, blz. 29) (hierna „Besluit 2011/695/EU” genoemd).

(2)  Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie van 7 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 133 van 30.4.2004, blz. 1).


16.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 341/13


Samenvatting van het besluit van de Commissie

van 16 juni 2015

waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst

(Zaak M.6800 — PRSfM/STIM/GEMA/JV)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 4061)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(2015/C 341/08)

Op 16 juni 2015 heeft de Commissie in een concentratiezaak op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 een besluit vastgesteld betreffende de controle op concentraties van ondernemingen  (1) , en met name artikel 8, lid 2, van die verordening. Een niet-vertrouwelijke versie van de volledige tekst van het besluit, in voorkomend geval in de vorm van een voorlopige versie, is in de authentieke taal van de zaak te vinden op de website van het directoraat-generaal Concurrentie op het volgende adres: http://ec.europa.eu/comm/competition/index_en.html.

I.   DE PARTIJEN

(1)

PRS for Music Limited („PRSfM”, Verenigd Koninkrijk), Svenska Tonsättares Internationella Musikbyrå („STIM”, Zweden) en Gesellschaft für musikalische Aufführungs- und mechanische Vervielfältigungsrechte („GEMA”, Duitsland) zijn collectieve beheersorganisaties, ook bekend als auteursrechtenbureaus.

II.   DE TRANSACTIE

(2)

Op 28 november 2014 heeft de Commissie een formele aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (hierna de „concentratieverordening” genoemd) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat PRSfM, STIM en GEMA (hierna de „aanmeldende partijen” genoemd) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening door de verwerving van aandelen de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over een nieuw opgerichte joint venture (hierna de „JV” genoemd). De concentratie is na een verwijzingsverzoek van de aanmeldende partijen op grond van artikel 4, lid 5, van de concentratieverordening bij de Commissie aangemeld.

III.   SAMENVATTING

(3)

PRSfM, STIM en GEMA zijn collectieve beheersorganisaties. Zij verlenen licenties voor de auteursrechten op liedjes en andere muziekwerken (hierna zal voor beide de term nummers worden gebruikt). De aanmeldende partijen zijn voornemens een joint venture op te richten voor multiterritoriale diensten op het gebied van licenties voor onlinemuziek en auteursrechtenbeheer.

(4)

Hoewel de transactie geen significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging op de markt voor onlinelicentieverlening met zich zou brengen, wordt in het besluit vastgesteld dat de transactie op de markt voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer, die worden verleend aan collectieve beheersorganisaties en „optie 3-uitgevers” (2) in verband met transactionele multiterritoriale licenties, wel een aanzienlijke verstoring van de daadwerkelijke mededinging zou veroorzaken.

(5)

Om deze bezwaren weg te nemen hebben de aanmeldende partijen de volgende toezeggingen voorgesteld:

(6)

PRSfM heeft toegezegd geen gebruik te maken van zijn zeggenschap over de rechten die het beheert om optie 3-uitgevers of hun dienstverleners te dwingen tot het aankopen van diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer bij de JV. De JV zal de andere collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers vrij laten kiezen welke diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer zij willen gebruiken.

(7)

De JV zal belangrijke diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan andere collectieve beheersorganisaties aanbieden tegen voorwaarden die billijk, redelijk en niet-discriminerend zijn in vergelijking met de voorwaarden die de moederbedrijven PRSfM, STIM en GEMA genieten. Collectieve beheersorganisaties die putten uit de auteursrechtendatabank van de JV krijgen de mogelijkheid om vlot over te stappen naar een andere aanbieder van databankdiensten. Collectieve beheersorganisaties kunnen hun contract met de JV te allen tijde opzeggen.

(8)

De JV zal voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer geen exclusieve contracten met haar klanten sluiten. Deze mogelijkheid blijft echter wel bestaan voor backofficediensten.

(9)

In het licht van deze toezeggingen komt de Commissie tot de slotsom dat de voorgenomen transactie niet langer mededingingsbezwaren oproept, omdat het besluit is gekoppeld aan de voorwaarde dat de toezeggingen volledig in acht worden genomen.

IV.   TOELICHTING

A.   Achtergrond van de transactie

1.   De verschillende soorten auteursrechten

(10)

Bij het verlenen van muzieklicenties zijn verschillende soorten rechten van belang en collectieve beheersorganisaties verlenen slechts licenties voor bepaalde soorten rechten. Een eerste categorie van rechten zijn de opnamerechten, die de opgenomen weergave van een nummer beschermen. Deze opnamerechten zijn eigendom van de uitvoerders (de personen van wie de stem of het instrument is opgenomen) of van platenmaatschappijen (de maatschappijen die muziek opnemen en verkopen). Deze rechten worden rechtstreeks door platenmaatschappijen in licentie gegeven en zijn hier niet aan de orde. Een tweede categorie van rechten zijn de rechten op het nummer zelf, namelijk de rechten op de compositie en de tekst van het nummer. Deze rechten behoren oorspronkelijk toe aan de auteurs van de nummers, m.a.w. de personen die de muziek hebben gecomponeerd en de tekst hebben geschreven.

(11)

Er bestaan verschillende soorten rechten op nummers, maar deze zaak heeft alleen betrekking op de onlinerechten. Onlinerechten bestaan in een combinatie van twee soorten rechten: mechanische rechten en uitvoeringsrechten voor onlinegebruik. De uitvoeringsrechten (in handen van de auteurs) zijn het recht om een nummer voor te stellen aan het publiek en het recht om het nummer beschikbaar te maken voor het publiek. Mechanische rechten zijn de rechten om een nummer te reproduceren.

(12)

Collectieve beheersorganisaties geven alleen licenties voor nummers, niet voor opnamerechten. Auteurs dragen hun uitvoeringsrechten en mechanische rechten over aan collectieve beheersorganisaties, omdat het voor hen lastig is om zelf hun auteursrechten in licentie te geven, aangezien dat honderden transacties met zich zou brengen. Collectieve beheersorganisaties bundelen de rechten van een groot aantal auteurs en geven die dan collectief in licentie. Het hele rechtenpakket dat een collectieve beheersorganisatie op die manier in licentie geeft, vormt het repertoire van die collectieve beheersorganisatie. Naast het licentiëren van rechten houden collectieve beheersorganisaties ook toezicht op het gebruik van die rechten en innen zij royalty’s, d.w.z. de vergoeding die de auteur voor het gebruik van zijn of haar nummer ontvangt. Collectieve beheersorganisaties storten de royalty’s door aan de auteurs na aftrek van een commissie voor hun werk.

(13)

Auteursrechten kunnen voor verschillende gebruiksdoeleinden in licentie worden gegeven. Deze zaak heeft enkel betrekking op het verlenen van licenties op auteursrechten voor onlinegebruik, ook onlinelicenties genoemd. Onlineplatforms, zoals Spotify, Deezer en iTunes, moeten deze onlinelicenties aankopen om hun abonnees muziek te kunnen aanbieden. Zij hebben een licentie nodig voor zowel de mechanische rechten als de uitvoeringsrechten op de nummers die zij op hun platform aanbieden.

(14)

Auteursrechten kunnen in licentie worden gegeven voor één enkel land of voor verschillende landen, wat resulteert in monoterritoriale licenties en multiterritoriale licenties.

2.   De rol van de collectieve beheersorganisaties als licentiegevers, de versnippering van het repertoire en de richtlijn voor het collectieve beheer van rechten

(15)

Traditioneel gaven collectieve beheersorganisaties zowel uitvoeringsrechten als mechanische rechten voor onlinegebruik aan onlineplatforms in licentie. Dat deden zij echter enkel in eigen land. Niettemin ging elke collectieve beheersorganisatie met andere collectieve beheersorganisaties overeenkomsten aan, zogenoemde wederkerigheidsovereenkomsten, waardoor zij ook het repertoire van de andere collectieve beheersorganisaties in licentie kon geven. Op die manier kon elke collectieve beheersorganisatie voor het hele wereldrepertoire, weliswaar alleen op haar eigen grondgebied, een licentie verlenen. Onlineplatforms moesten dus van alle collectieve beheersorganisaties in de EER een vergunning krijgen om in de gehele EER actief te kunnen zijn.

(16)

De afgelopen tien jaar is dit traditionele patroon in tweeërlei opzicht sterk veranderd. In de eerste plaats zijn sommige collectieve beheersorganisaties begonnen met het verlenen van multiterritoriale licenties voor hun repertoire. Zij geven met andere woorden hun repertoire niet alleen in licentie voor gebruik in eigen land maar ook voor gebruik in andere EER-landen. Een van de gevolgen van deze ontwikkeling is dat deze collectieve beheersorganisaties niet langer een onbeperkt recht toekennen aan andere collectieve beheersorganisaties om hun repertoire in licentie te geven voor onlinegebruik in landen die onder de multiterritoriale licentie vallen.

(17)

Ten tweede zijn een aantal mechanische rechten weggehaald uit het repertoire van collectieve beheersorganisaties. Zo hebben collectieve beheersorganisaties het recht verloren om onlinelicenties te verlenen voor een belangrijk deel van de mechanische rechten op het Engels-Amerikaanse repertoire, d.w.z. de nummers van auteurs die zijn geregistreerd bij collectieve beheersorganisaties in het Verenigd Koninkrijk, Ierland, de VS en andere Engelstalige landen. Auteurs in deze Engelstalige landen droegen hun mechanische rechten van oudsher over aan muziekuitgevers, ondernemingen die auteurs helpen bij het maken van nummers en het innen van vergoedingen voor het gebruik van die nummers. Omdat uitgevers de mechanische rechten hadden verkregen door middel van overdracht, konden zij hun mechanische rechten uit het systeem van de collectieve beheersorganisaties halen en deze zelf rechtstreeks in licentie geven. Buiten het Anglo-Amerikaanse repertoire echter droegen auteurs hun rechten traditioneel niet over aan muziekuitgevers, maar registreerden zij hun mechanische rechten bij collectieve beheersorganisaties.

(18)

De uitgevers die hun mechanische onlinerechten hebben weggehaald bij de repertoires van collectieve beheersorganisaties, staan bekend als optie 3-uitgevers. Deze naam vindt zijn oorsprong in de effectbeoordeling die voorafging aan de aanbeveling van de Commissie van 2005 betreffende het collectieve grensoverschrijdende beheer van auteursrechten voor onlinegebruik. In de aanbeveling van 2005 stond onder meer dat uitgevers het recht moeten hebben om hun onlinerechten in te trekken en het multiterritoriale beheer van die rechten over te dragen aan een collectieve beheersorganisatie van hun keuze. De bestaande optie 3-uitgevers omvatten alle grote uitgevers en een aantal kleinere uitgevers. Optie 3-uitgevers geven normaliter licenties voor hun repertoire op multiterritoriale basis, in samenwerking met een of meer collectieve beheersorganisaties, die optreden als dienstverlener of agent. De intrekking door optie 3-uitgevers heeft alleen betrekking op de mechanische rechten voor onlinegebruik, niet voor offlinegebruik.

(19)

De twee hierboven beschreven ontwikkelingen, namelijk de intrekking van de Anglo-Amerikaanse mechanische rechten door optie 3-uitgevers en de trend richting multiterritoriale licentieverlening door sommige, maar niet alle collectieve beheersorganisaties, maken het lastig voor onlineplatforms om aan de nodige licenties te komen. Onlineplatforms moeten niet alleen licenties bij alle collectieve beheersorganisaties verwerven, maar ook een aantal extra licenties bij optie 3-uitgevers. Bovendien stellen deze ontwikkelingen de systemen van collectieve beheersorganisaties voor het beheer en de verwerking van licenties danig op de proef, aangezien de versnippering van het repertoire het moeilijker heeft gemaakt om de royalty’s precies te berekenen.

(20)

Deze situatie heeft recentelijk geleid tot regelgevend optreden van de EU in de vorm van Richtlijn 2014/26/EU betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor het onlinegebruik ervan op de interne markt (hierna de „richtlijn” genoemd). De richtlijn werd in februari 2014 aangenomen en creëert een kader ter bevordering van de samenvoeging van verschillende muziekrepertoires ten behoeve van multiterritoriale licenties voor onlinegebruik door collectieve beheersorganisaties. De collectieve beheersorganisaties die multiterritoriale licenties verlenen, moeten echter wel voldoen aan een aantal specifieke vereisten die in de richtlijn voor het collectieve beheer van rechten zijn vastgelegd.

3.   De rol van de collectieve beheersorganisaties bij het verstrekken van diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan optie 3-uitgevers en andere collectieve beheersorganisaties

(21)

Zoals vermeld verlenen optie 3-uitgevers zelf licenties op hun mechanische rechten in de EER. Deze multiterritoriale licentieverlening voor onlinegebruik vereist onderhandelingen over licenties, toezicht op het gebruik van deze licenties, het berekenen van de verschuldigde royalty’s en het innen van royalty’s voor de afgespeelde nummers bij onlineplatforms. Op dit moment zijn optie 3-uitgevers voor die activiteiten afhankelijk van collectieve beheersorganisaties. De diensten die collectieve beheersorganisaties aan optie 3-uitgevers aanbieden in verband met het verlenen van licenties op auteursrechten heten diensten van auteursrechtenbeheer. Om collectieve beheersorganisaties in staat te stellen die diensten te verrichten, gebruiken optie 3-uitgevers collectieve beheersorganisaties als hun dienstverlener of agent. Collectieve beheersorganisaties onderhandelen vervolgens met onlineplatforms over de licentieovereenkomst, maar de licentievoorwaarden moeten worden goedgekeurd door de optie 3-uitgever. Collectieve beheersorganisaties kunnen ook diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer verlenen aan andere collectieve beheersorganisaties. Zo kan een collectieve beheersorganisatie ervoor kiezen niet zelf te zorgen voor de verwerkingstools die nodig zijn voor multiterritoriale licentieverlening, maar in plaats daarvan een andere collectieve beheersorganisatie te verzoeken om namens haar multiterritoriale licenties te verlenen.

4.   De JV

(22)

De JV die de aanmeldende partijen willen oprichten, heeft twee belangrijke functies. In de eerste plaats zal de JV voor het gecombineerde repertoire van PRSfM, STIM en GEMA multiterritoriale onlinelicenties verlenen aan onlineplatforms die actief zijn in meer dan één land, m.a.w. aan multiterritoriale onlineplatforms. Volgens de aanmeldende partijen vormt de JV een rechtstreeks antwoord op de richtlijn voor het collectieve beheer van rechten, omdat die richtlijn de samenvoeging van repertoires voor multiterritoriale onlinelicenties bevordert.

(23)

In de tweede plaats zal de JV diensten van auteursrechtenbeheer aan optie 3-uitgevers en andere collectieve beheersorganisaties leveren.

B.   De relevante productmarkt en geografische markten

1.   De markt voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers met betrekking tot transactionele multiterritoriale licenties

(24)

De JV verleent diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan optie 3-uitgevers en collectieve beheersorganisaties met betrekking tot transactionele (3) multiterritoriale licenties. Omdat het beheer van multiterritoriale transactionele licenties complexer is dan het beheer van monoterritoriale (algemene) licenties, meent de Commissie dat de relevante productmarkt hier de markt voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers met betrekking tot transactionele multiterritoriale licenties is.

(25)

De Commissie is van mening dat deze markt de hele EER omvat.

2.   De markt voor onlinelicentieverlening

(26)

De JV zal op multiterritoriale basis licenties verlenen voor onlinerechten op nummers. Deze rechten omvatten de uitvoeringsrechten en de mechanische rechten. In de zaak Sony/Mubadala/EMI Music Publishing, heeft de Commissie een afzonderlijke markt voor de licentieverlening van onlinerechten op nummers afgebakend. De Commissie definieert de relevante productmarkt in deze zaak ook als de markt voor licenties voor onlinerechten op nummers, kortom de onlinelicentiemarkt. Het is mogelijk dat de onlinelicentiemarkt een kleinere markt omvat, namelijk de markt voor online multiterritoriale licentieverlening of een nog kleinere markt, namelijk de markt voor online multiterritoriale licentieverlening waarop collectieve beheersorganisaties (geen optie 3-uitgevers) actief zijn. De Commissie hoeft echter niet te bepalen of dit het geval is, aangezien de transactie zelfs op deze kleinere markten geen mededingingsbezwaren oproept.

(27)

De markt voor licenties voor online muziekrechten beslaat de hele EER.

C.   Beoordeling vanuit mededingingsoogpunt

1.   De markt voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer met betrekking tot het beheer van transactionele multiterritoriale licenties

(28)

Diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer met betrekking tot het beheer van transactionele multiterritoriale licenties worden verleend aan optie 3-uitgevers en collectieve beheersorganisaties.

(29)

Momenteel leveren vier collectieve beheersorganisaties het grootste deel van de diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan optie 3-uitgevers. Deze zijn PRSfM, de Franse collectieve beheersorganisatie SACEM, GEMA en STIM. De rest van de markt is in handen van enkele middelgrote collectieve beheersorganisaties. Diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties met betrekking tot multiterritoriale licenties staan nog in hun kinderschoenen.

(30)

De JV zal de activiteiten combineren van drie van de vier collectieve beheersorganisaties die het grootste deel van de diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan optie 3-uitgevers verlenen. Zij beperkt mogelijk ook het aantal feitelijke of potentiële combinaties van collectieve beheersorganisaties („hubs”), die momenteel diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties leveren en dat in de toekomst zullen blijven doen.

(31)

De Commissie is evenwel van mening dat het concurrentiebeperkende effect van de transactie niet voortvloeit uit de grotere concentratie ten gevolge van de transactie, maar uit een verhoging van de drempels voor markttoegang en uitbreiding. De door de transactie toegenomen marktconcentratie is voor optie 3-uitgevers gering, omdat PRSfM en GEMA nu al gezamenlijk diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer verlenen en dus niet volledig met elkaar concurreren. Bovendien zou STIM het meeste van zijn marktaandeel verliezen, wanneer het mandaat dat Kobalt het heeft verstrekt, afloopt. Bijgevolg is de toename van de marktconcentratie gering. In het geval van de collectieve beheersorganisaties kan de transactie het aantal feitelijke of potentiële hubs wel verlagen, maar is de Commissie van mening dat het concurrentielandschap behoorlijk versnipperd en nog volop in ontwikkeling is, zodat er nog steeds ruimte bestaat voor nieuwe concurrerende hubs.

(32)

De transactie zou echter wel drempels voor markttoegang en uitbreiding creëren. Momenteel zijn de toegangsdrempels voor collectieve beheersorganisaties laag. Kleine en middelgrote collectieve beheersorganisaties zouden zonder veel problemen de markt kunnen betreden en beginnen met het verlenen van diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers. Zij hebben toegang tot gegevensbanken voor auteursrechten, die van cruciaal belang zijn om diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer te kunnen verlenen, omdat zij bij elk nummer duidelijk maken wie de rechten bezit. Bovendien hebben collectieve beheersorganisaties — in het bijzonder voor diensten aan optie 3-uitgevers — continue banden met uitgevers omdat uitgevers lid zijn van collectieve beheersorganisaties.

(33)

De transactie zal de toegang voor collectieve beheersorganisaties om drie redenen moeilijker maken. Ten eerste zou de sterkere marktpositie van de JV voor PRSfM een extra prikkel kunnen vormen om zijn zeggenschap over de Engelstalige uitvoeringsrechten aan te wenden om een concurrent te dwarsbomen of diens markttoegang te vertragen.

(34)

Ten tweede, wanneer collectieve beheersorganisaties zich voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer tot de JV wenden, leveren zij waarschijnlijk ook hun gegevens aan de auteursrechtendatabank van de JV, ICE genaamd. Dan zouden ze allicht niet meer investeren in hun eigen databank en afhankelijk worden van de JV. Als gevolg daarvan zouden zij worden vastgeklonken aan de ICE-databank en niet meer kunnen overstappen naar een andere collectieve beheersorganisatie die diensten van auteursrechtenbeheer levert. Bovendien zou de JV kunnen beslissen om de verschillende soorten diensten als een pakket aan te bieden in plaats van afzonderlijk, wat het voor klanten opnieuw moeilijk maakt om voor bepaalde diensten te putten uit een andere bron.

(35)

Ten derde, wanneer optie 3-uitgevers of collectieve beheersorganisaties afhangen van de JV voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer, zouden ze exlusief van die diensten gebruik moeten maken. Deze exclusiviteit maakt het moeilijker voor nieuwe collectieve beheersorganisaties om toegang te krijgen tot de markt en voor bestaande collectieve beheersorganisaties om uit te breiden.

(36)

De Commissie concludeert dat de transactie het voor andere collectieve beheersorganisaties moeilijker maakt om toegang te krijgen tot de markt en voor bestaande collectieve beheersorganisaties om uit te breiden. De transactie zou derhalve de daadwerkelijke mededinging op de EER-markt voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers op het gebied van transactionele multiterritoriale licenties aanzienlijk belemmeren.

2.   De markt voor onlinelicentieverlening

(37)

De Commissie heeft het marktaandeel van de JV berekend door de marktaandelen samen te tellen van de repertoires die waarschijnlijk in de licentie van de JV zullen worden opgenomen.

(38)

De Commissie heeft marktaandelen berekend op basis van verschillende mogelijke productmarktomschrijvingen. Het marktaandeel van de JV is groter op de EER-markt voor multiterritoriale licenties dan op de EER-markt die zowel monoterritoriale als multiterritoriale licenties omvat. Op de kleinere markt voor multiterritoriale onlinelicenties zou het marktaandeel van de JV na de transactie [20-30] % bedragen.

Vóór de transactie

Na de transactie

PRSfM

STIM

GEMA

MCPS

PRSfM

JV

[10-20] %

[5-10] %

[5-10] %

[5-10] %

[5-10] %

[20-30] %

(39)

Op een nog kleinere markt, namelijk de EER-markt voor multiterritoriale door collectieve beheersorganisaties verleende licenties (met uitzondering van door optie 3-uitgevers verleende licenties), zou het marktaandeel van de JV met [30-40] % nog hoger liggen.

(40)

Marktaandelen vormen een uitgangspunt voor de beoordeling van de marktpositie van de JV ten opzichte van onlineplatforms. Gezien de speciale eigenschappen van de markt voor licenties voor onlinemuziek kent de Commissie echter ook veel belang toe aan andere factoren. Tot de speciale eigenschappen van deze markt behoort onder meer het feit dat collectieve beheersorganisaties een monopolie hebben op licenties voor hun nationale repertoire en ook dat er een zekere mate van complementariteit bestaat tussen de verschillende repertoires die collectieve beheersorganisaties aanbieden. Dat wordt gestaafd door het feit dat veel onlineplatforms meer dan één repertoire in licentie geven. Het effect van de combinatie van meerdere repertoires kan dus niet alleen op basis van marktaandelen worden beoordeeld.

(41)

Daarom heeft de Commissie eveneens empirisch onderzocht hoe de omvang van het repertoire de onderhandelingspositie van de collectieve beheersorganisatie en finaal ook de licentievoorwaarden voor onlineplatforms beïnvloedt. De Commissie heeft zich daarbij gebaseerd op vier bronnen van empirisch bewijsmateriaal. De Commissie heeft; 1) het bewijsmateriaal uit het marktonderzoek beoordeeld, 2) de interne analyses en beoordelingen van de aanmeldende partijen grondig doorgenomen, 3) de commerciële overeenkomsten tussen verschillende collectieve beheersorganisaties en onlineplatforms doorgelicht, en 4) een kwantitatieve analyse uitgevoerd van de royalty’s die door onlineplatforms aan collectieve beheersorganisaties zijn betaald.

(42)

Uit de analyse van de commerciële overeenkomsten en de kwantitatieve analyse is geen systematisch verband gebleken tussen het bestaan van grotere repertoires en betere licentievoorwaarden. Het marktonderzoek en de evaluatie van de eigen analyses en beoordelingen door de aanmeldende partijen leverden een gemengd beeld op. Sommige elementen wijzen op een sterkere onderhandelingspositie, andere elementen op het tegendeel. Per saldo vond de Commissie dat er onvoldoende bewijs voorhanden is om te concluderen dat de JV door zijn grotere repertoire betere onderhandelingsvoorwaarden geniet, wat dan tot ongunstigere licentievoorwaarden voor onlineplatforms zou leiden. Op basis van deze elementen concludeert de Commissie dat het onwaarschijnlijk is dat de oprichting van de JV zal leiden tot zwaardere licentievoorwaarden voor onlineplatforms. Het is daarom niet waarschijnlijk dat de transactie de daadwerkelijke mededinging op de EER-markt voor licenties voor onlinemuziekrechten significant zou belemmeren.

3.   Overige aspecten

(43)

De Commissie heeft ook onderzocht of de transactie concurrentiebeperkende effecten zou creëren, omdat ze aanleiding zou geven tot het uitwisselen van commercieel gevoelige informatie. In het licht van de scheiding van bedrijfsactiviteiten die de aanmeldende partijen zullen invoeren en het feit dat de transactie geen aanzienlijke wijziging van de huidige situatie met betrekking tot de samenvoeging van commercieel gevoelige informatie zal teweegbrengen, concludeert de Commissie dat de transactie niet zou leiden tot een significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging als gevolg van een intensievere uitwisseling van commercieel gevoelige informatie.

(44)

De Commissie heeft ook onderzoek verricht naar mogelijke overloopeffecten, omdat de aanmeldende partijen bepaalde activiteiten zouden voortzetten op de onlinemarkt waarop de JV zich zal begeven. Uitgaande van de verschillen in klandizie, het geografische toepassingsgebied van de licentie en het repertoire en in het licht van de scheiding van bedrijfsactiviteiten die de aanmeldende partijen zullen invoeren, vindt de Commissie niet dat de transactie coördinatie en bijgevolg overloopeffecten tussen de aanmeldende partijen waarschijnlijker maakt.

4.   Conclusie

(45)

De transactie zou een aanzienlijke belemmering betekenen van de daadwerkelijke mededinging op de EER-markt voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers met betrekking tot het beheer van transactionele multiterritoriale licenties.

D.   Door de aanmeldende partijen gedane toezeggingen

(46)

De toezeggingen hebben algemeen tot doel de EER-markt voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers met betrekking tot transactionele multiterritoriale licenties toegankelijk te houden, d.w.z. te verzekeren dat nieuwe collectieve beheersorganisaties toegang krijgen tot de markt en dat bestaande collectieve beheersorganisaties kunnen uitbreiden. De toezeggingen bevatten drie belangrijke elementen.

(47)

Het eerste belangrijke element heeft betrekking op de zorg van de Commissie dat PRSfM zijn uitvoeringsrechten zou kunnen gebruiken om de markttoegang van andere collectieve beheersorganisaties te bemoeilijken. Momenteel krijgen collectieve beheersorganisaties die diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan optie 3-uitgevers verlenen een mandaat van PRSfM, waarmee ze kunnen onderhandelen over licenties voor uitvoeringsrechten van PRSfM. Op die manier kunnen collectieve beheersorganisaties onderhandelen over zowel de mechanische rechten van de optie 3-uitgever als over de overeenkomstige uitvoeringsrechten die in handen zijn van PRSfM. PRSfM verbindt zich ertoe de toekenning van een dergelijk mandaat niet te laten afhangen van de vraag of de collectieve beheersorganisatie of optie 3-uitgever gebruik maakt van de JV voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer.

(48)

Afgezien van een mandaat om te onderhandelen over de uitvoeringsrechten van PRSfM, moeten collectieve beheersorganisaties die diensten verlenen aan optie 3-uitgevers van PRSfM ook toestemming krijgen voor elke specifieke licentieovereenkomst waarover de collectieve beheersorganisatie namens de optie 3-uitgever onderhandelt. PRSfM verbindt zich ertoe zijn instemming met deze licentieovereenkomsten niet te laten afhangen van de vraag of de collectieve beheersorganisatie of optie 3-uitgever gebruik maakt van de JV voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer.

(49)

Het tweede belangrijke element in de toezeggingen beoogt te verzekeren dat collectieve beheersorganisaties die afhankelijk zijn van de JV niet worden „vastgeklonken”, wat de markttoegang voor nieuwe collectieve beheersorganisaties zou bemoeilijken. Zo verbinden de aanmeldende partijen zich ertoe collectieve beheersorganisaties te laten kiezen welke specifieke diensten zij willen gebruiken, in plaats van alle diensten te bundelen. De aanmeldende partijen verbinden zich ook ertoe diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer tegen billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden aan te bieden. Tevens verbinden zij zich ertoe collectieve beheersorganisaties die afhangen van de JV-databank de vrijheid te geven om uit de databank te stappen en een uittreksel met gegevens over hun werken te verschaffen.

(50)

Het derde belangrijke element in de toezeggingen is de belofte dat de JV met geen enkele klant van de frontoffice van de JV een exclusieve mandaatovereenkomst zal aangaan.

(51)

De toezeggingen blijven tien jaar geldig.

(52)

De Commissie is van mening dat deze toezeggingen de toegankelijkheid van de markt voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers met betrekking tot transactionele multiterritoriale licenties blijvend zullen verzekeren. Het eerste belangrijke element van de toezeggingen maakt het PRSfM onmogelijk zijn uitvoeringsrechten te gebruiken om collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers te dwingen om gebruik te maken van de JV-diensten. Het tweede belangrijke element geeft collectieve beheersorganisaties de zekerheid dat ze kunnen overstappen van de JV naar een andere collectieve beheersorganisatie die diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aanbiedt. Het derde belangrijke element biedt die zekerheid niet alleen aan collectieve beheersorganisaties maar ook aan optie 3-uitgevers. Samen zorgen deze toezeggingen ervoor dat nieuwe collectieve beheersorganisaties toegang krijgen tot de markt en dat bestaande collectieve beheersorganisaties kunnen uitbreiden. De mogelijkheid van markttoegang en uitbreiding zal de JV aan concurrentiedruk onderwerpen en doet de Commissie concluderen dat, mits de toezeggingen worden nagekomen, de transactie geen concurrentiebeperkende gevolgen zal hebben.

(53)

In haar besluit komt de Commissie daarom tot de conclusie dat de aangemelde concentratie op basis van de door de aanmeldende partijen gedane toezeggingen geen significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging met zich zou brengen.

V.   CONCLUSIE

(54)

Om de bovengenoemde redenen luidt de conclusie in dit besluit dat de concentratie, zoals gewijzigd door de op 10 april 2015 voorgestelde toezeggingen, de daadwerkelijke mededinging op de interne markt of een wezenlijk deel daarvan niet op significante wijze zal belemmeren.

(55)

Derhalve wordt de concentratie overeenkomstig artikel 2, lid 2, en artikel 8, lid 2, van de concentratieverordening en artikel 57 van de EER-overeenkomst verenigbaar verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(2)  Voor een beschrijving van de activiteiten van „optie 3-uitgevers” zie punten 16 en 17.

(3)  Het voor een transactionele licentie verschuldigde bedrag wordt berekend op basis van elke afzonderlijke stream of download van een nummer.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

16.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 341/19


Bijwerking van de lijst van grensdoorlaatposten bedoeld in artikel 2, lid 8, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (1)

(2015/C 341/09)

De publicatie van de lijst van grensdoorlaatposten bedoeld in artikel 2, lid 8, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) is gebaseerd op de informatie die door de lidstaten aan de Commissie wordt verstrekt overeenkomstig artikel 34 van de Schengengrenscode.

Naast de publicatie in het Publicatieblad wordt de lijst regelmatig bijgewerkt op de website van het directoraat-generaal Binnenlandse Zaken.

HONGARIJE

Vervanging van de informatie die is gepubliceerd in PB C 242 van 23.8.2013

LIJST VAN GRENSDOORLAATPOSTEN

HONGARIJE — KROATIË

Landgrenzen

1.

Barcs — Terezino Polje

2.

Beremend — Baranjsko Petrovo Selo

3.

Berzence — Gola

4.

Drávaszabolcs — Donji Miholjac

5.

Drávaszabolcs (rivier, op verzoek) (2)

6.

Gyékényes — Koprivnica (spoorweg)

7.

Letenye — Goričan I

8.

Letenye — Goričan II (snelweg)

9.

Magyarbóly — Beli Manastir (spoorweg)

10.

Mohács (rivier)

11.

Murakeresztúr — Kotoriba (spoorweg)

12.

Udvar — Dubosevica

HONGARIJE — SERVIË

Landgrenzen

1.

Ásotthalom — Backi Vinograd (3)

2.

Bácsalmás — Bajmok (4)

3.

Hercegszántó — Bački Breg

4.

Kelebia — Subotica (spoorweg)

5.

Mohács (rivier)

6.

Röszke — Horgoš (Horgos) (weg; voor voetgangers, fietsers en internationale voertuigen die niet over de snelweg mogen) (5)

7.

Röszke — Horgoš (snelweg)

8.

Röszke — Horgoš (spoorweg)

9.

Szeged (rivier) (6)

10.

Tiszasziget — Đjala (Gyála) (7)

11.

Tompa — Kelebija

HONGARIJE — ROEMENIË

Landgrenzen

1.

Ágerdőmajor (Tiborszállás) — Carei (spoorweg)

2.

Ártánd — Borş

3.

Battonya — Turnu

4.

Biharkeresztes — Episcopia Bihorului (spoorweg)

5.

Csanádpalota — Nagylak (Nădlac) (snelweg)

6.

Csengersima — Petea

7.

Gyula — Vărşand

8.

Kiszombor — Cenad

9.

Kötegyán — Salonta (spoorweg)

10.

Létavértes — Săcuieni (8)

11.

Lőkösháza — Curtici (spoorweg)

12.

Méhkerék — Salonta

13.

Nagylak — Nădlac (weg)

14.

Nyírábrány — Valea lui Mihai (spoorweg)

15.

Nyírábrány — Valea lui Mihai

16.

Vállaj — Urziceni

HONGARIJE — OEKRAÏNE

Landgrenzen

1.

Barabás — Kosino (9)

2.

Beregsurány — Luzhanka

3.

Eperjeske — Salovka (spoorweg)

4.

Lónya — Dzvinkove (10)

5.

Tiszabecs — Vylok

6.

Záhony — Čop (spoorweg)

7.

Záhony — Čop

Luchtgrenzen

Internationale luchthavens:

1.

Budapest Nemzetközi Repülőtér

2.

Debrecen Repülőtér

3.

Sármellék

Secundaire luchthavens (die alleen op verzoek dienst doen):

1.

Békéscsaba

2.

Budaörs

3.

Fertőszentmiklós

4.

Győr-Pér

5.

Kecskemét

6.

Nyíregyháza

7.

Pápa

8.

Pécs-Pogány

9.

Siófok-Balatonkiliti

10.

Szeged

11.

Szolnok

Lijst van eerdere publicaties

 

PB C 316 van 28.12.2007, blz. 1

 

PB C 134 van 31.5.2008, blz. 16

 

PB C 177 van 12.7.2008, blz. 9

 

PB C 200 van 6.8.2008, blz. 10

 

PB C 331 van 31.12.2008, blz. 13

 

PB C 3 van 8.1.2009, blz. 10

 

PB C 37 van 14.2.2009, blz. 10

 

PB C 64 van 19.3.2009, blz. 20

 

PB C 99 van 30.4.2009, blz. 7

 

PB C 229 van 23.9.2009, blz. 28

 

PB C 263 van 5.11.2009, blz. 22

 

PB C 298 van 8.12.2009, blz. 17

 

PB C 74 van 24.3.2010, blz. 13

 

PB C 326 van 3.12.2010, blz. 17

 

PB C 355 van 29.12.2010, blz. 34

 

PB C 22 van 22.1.2011, blz. 22

 

PB C 37 van 5.2.2011, blz. 12

 

PB C 149 van 20.5.2011, blz. 8

 

PB C 190 van 30.6.2011, blz. 17

 

PB C 203 van 9.7.2011, blz. 14

 

PB C 210 van 16.7.2011, blz. 30

 

PB C 271 van 14.9.2011, blz. 18

 

PB C 356 van 6.12.2011, blz. 12

 

PB C 111 van 18.4.2012, blz. 3

 

PB C 183 van 23.6.2012, blz. 7

 

PB C 313 van 17.10.2012, blz. 11

 

PB C 394 van 20.12.2012, blz. 22

 

PB C 51 van 22.2.2013, blz. 9

 

PB C 167 van 13.6.2013, blz. 9

 

PB C 242 van 23.8.2013, blz. 2

 

PB C 275 van 24.9.2013, blz. 7

 

PB C 314 van 29.10.2013, blz. 5

 

PB C 324 van 9.11.2013, blz. 6

 

PB C 57 van 28.2.2014, blz. 4

 

PB C 167 van 4.6.2014, blz. 9

 

PB C 244 van 26.7.2014, blz. 22

 

PB C 332 van 24.9.2014, blz. 12

 

PB C 420 van 22.11.2014, blz. 9

 

PB C 72 van 28.2.2015, blz. 17

 

PB C 126 van 18.4.2015, blz. 10

 

PB C 229 van 14.7.2015, blz. 5.


(1)  Zie de lijst van eerdere publicaties aan het einde van deze herziening.

(2)  7:00-19:00

(3)  7:00-19:00

(4)  7:00-19:00

(5)  7:00-19:00

(6)  7:00-19:00

(7)  7:00-19:00

(8)  6:00-22:00

(9)  7:00-19:00

(10)  8:00-16:00


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

16.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 341/23


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.7737 — Honeywell/Elster)

(Voor de EER relevante tekst)

(2015/C 341/10)

1.

Op 9 oktober 2015 heeft de Europese Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Honeywell International Inc. („Honeywell”, Verenigde Staten) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening zeggenschap verkrijgt over de Elster-afdeling („Elster”) van Melrose Industries PLC (Verenigd Koninkrijk) door de verwerving van aandelen.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   Honeywell: gediversifieerd technologie- en industriebedrijf dat wereldwijd actief is in drie bedrijfssegmenten: i) lucht- en ruimtevaart, ii) automatiserings- en besturingssystemen, en iii) hoogwaardige materialen en technologieën. Honeywell vervaardigt en verdeelt onder meer geïntegreerde systemen en componenten, zoals afsluitkleppen, branders en meetapparatuur voor verwarmingstoepassingen en voor de meting en regeling van gasstromen;

—   Elster: wereldwijde leverancier van geïntegreerde systemen en componenten, zoals afsluitkleppen, branders en meetapparatuur voor verwarmingstoepassingen en voor de meting en regeling van gasstromen. Elster vervaardigt en levert ook meetapparatuur voor elektriciteit en water.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Europese Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Europese Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Europese Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (+32 22964301), per e-mail naar [email protected] of per post, onder vermelding van zaaknummer M.7737 — Honeywell/Elster, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

16.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 341/24


Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een minimale wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad

(2015/C 341/11)

De Europese Commissie heeft deze aanvraag voor een minimale wijziging goedgekeurd overeenkomstig artikel 6, lid 2, derde alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie (1).

AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN MINIMALE WIJZIGING

Aanvraag tot goedkeuring van een minimale wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad  (2)

WALDVIERTLER GRAUMOHN

EU-nummer: AT-PDO-0217-01273 – 4.11.2014

BOB ( X ) BGA ( ) GTS ( )

1.   Aanvragende groepering en rechtmatig belang

Waldviertler Sonderkulturenverein

Oberwaltenreith 10

3533 Friedersbach

OOSTENRIJK

Tel. +43 28267443

Fax +43 28267443550

E-mail: [email protected]

De groepering is de oorspronkelijke aanvragende groepering, die haar naam heeft veranderd en die een rechtmatig belang bij de correctie/actualisering van het productdossier heeft.

2.   Lidstaat of derde land

Oostenrijk

3.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben

Beschrijving van het product

Bewijs van de oorsprong

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband met het geografische gebied

Etikettering

Overige (Wijziging van de naam van de aanvragende groepering en van het controleorgaan en aanpassingen die daarmee verband houden)

4.   Aard van de wijziging(en)

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 als minimaal wordt beschouwd en waarvoor geen wijziging van het bekendgemaakte enig document is vereist.

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 als minimaal wordt beschouwd en waarvoor een wijziging van het bekendgemaakte enig document is vereist.

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 als minimaal wordt beschouwd en waarvoor geen enig document (of geen gelijkwaardig document) is bekendgemaakt.

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde GTS die overeenkomstig artikel 53, lid 2, vierde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 als minimaal wordt beschouwd.

5.   Wijziging(en)

Het productdossier (bestaande uit de samenvatting van het productdossier en het beschrijvende gedeelte) van de beschermde oosprongsbenaming „Waldviertler Graumohn — BOB” wordt als volgt gewijzigd:

Samenvatting van het productdossier

In punt 1 komen de gegevens van de bevoegde dienst van de lidstaat als volgt te luiden:

Österreichisches Patentamt

Dresdner Straße 87

1200 Wien

OOSTENRIJK

Tel. +43 1534240

Fax +43 153424535

E-mail: [email protected]

In punt 2 worden de naam en het adres van de aanvragende groepering als volgt gewijzigd:

Waldviertler Sonderkulturenverein

Oberwaltenreith 10

3533 Friedersbach

OOSTENRIJK

Tel. +43 28267443

Fax +43 28267443550

E-mail: [email protected]

Contactpersoon: Rudolf Marchart

In punt 5, onder e), (werkwijze voor het verkrijgen van het product) wordt de zin

„Daarom heeft het „Verein zur Förderung von Sonderkulturen” speciale machines voor de papaveroogst ontwikkeld.”

als volgt gewijzigd:

„Daarom heeft het „Waldviertler Sonderkulturenverein” (voorheen „Verein zur Förderung von Sonderkulturen im Waldviertel”) speciale machines voor de papaveroogst ontwikkeld.”.

Punt 5, onder g), (controlestructuur) wordt als volgt gewijzigd:

SGS Austria Controll-Co. GesmbH

Diefenbachgasse 35

1150 Wien

OOSTENRIJK

Tel. +43 151225670

Fax +43 151225679

E-mail: [email protected]

In punt 5, onder h), (etikettering) wordt de zin

„Het zaad wordt rechtstreeks op de markt gebracht via de boeren of via de Waldland Betriebs- und Handelsges.m.b.H, 3910 Edelhof.”

als volgt gewijzigd:

„Het zaad wordt rechtstreeks op de markt gebracht via de boeren of, voor industriële grootverbruikers, via Waldland Naturstoffe GmbH en, voor consumenten, via de dochteronderneming Waldland Vermarktungs GmbH, die beide gevestigd zijn op het adres Oberwaltenreith 10, 3533 Friedersbach.”.

Beschrijvend gedeelte

Op bladzijde 1 worden de punten 1 en 2 geschrapt omdat zij enkel de punten 1 en 2 van de samenvatting herhalen.

Op bladzijden 6 en 8 worden de verwijzingen naar de „Verein zur Förderung der Sonderkulturen im Waldviertel” (Vereniging ter bevordering van gespecialiseerde teelten in het Waldviertel) vervangen door de woorden

„Waldviertler Sonderkulturenverein (voorheen „Verein zur Förderung der Sonderkulturen im Waldviertel”)”.

Op bladzijde 9 wordt de eerste zin van de laatste alinea

„Voor de teelt sluiten de producenten (landbouwers) en de Verein zur Förderung der Sonderkulturen im Waldviertel teelt- en leveringscontracten, die de basis vormen voor een kwaliteitsproductie.”

als volgt gewijzigd:

„Voor de teelt sluiten de producenten (landbouwers) en Waldland Naturstoffe GmbH, dat eigendom is van de Waldviertel Sonderkulturenverein, teelt- en leveringscontracten, die de basis vormen voor een kwaliteitsproductie.”.

Op bladzijde 12 wordt „punt g) controlestructuur” geschrapt omdat het om een herhaling gaat en wordt onder h) de eerste alinea

„De landbouwers zetten hun producten rechtstreeks af bij de eindverbruikers of kleinhandelaren. Veel kleine bakkerijen kopen hun maanzaad rechtstreeks bij de landbouwer. Grote afnemers kopen bij de Waldlandorganisation, die door de leden van de Verein zur Förderung der Sonderkulturen wordt bevoorraad.”

als volgt gewijzigd:

„Het zaad wordt rechtstreeks op de markt gebracht via de boeren of, voor industriële grootverbruikers, via Waldland Naturstoffe GmbH en, voor consumenten, via de dochteronderneming Waldland Vermarktungs GmbH, die beide gevestigd zijn op het adres Oberwaltenreith 10, 3533 Friedersbach.”.

Motivering

De naam en de organisatiestructuur van de aanvragende groepering zijn sinds de bescherming van de benaming gewijzigd en worden, om verwarring te voorkomen, bijgewerkt in de samenvatting van het productdossier en het daarmee samenhangende beschrijvende gedeelte. De genoemde „Waldland”-firma’s zijn eigendom van de aanvragende groepering.

De wijziging van de controlestructuur is terug te voeren op gewijzigde nationale wettelijke bepalingen, die voorzien in een ander systeem, waarbij openbare inspecties door de Landeshauptmann (minister-president van een deelstaat) plaats hebben gemaakt voor inspecties door erkende controleorganen.

6.   Bijgewerkt productdossier (enkel voor BOB en BGA)

De volledige tekst van het productdossier is te vinden op:

http://www.patentamt.at/Media/WaldviertlerGraumohn.pdf

en kan ook rechtstreeks worden geraadpleegd op de website van het Oostenrijks octrooibureau (www.patentamt.at) via het volgende pad: „Markenschutz/Schutzrechte/Herkunftsangabe”. Het productdossier is daar te vinden onder de naam van de beschermde benaming.


(1)  PB L 179 van 19.6.2014, blz. 17.

(2)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.