ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 418

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

58e jaargang
16 december 2015


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2015/C 418/01

Mededeling van de Commissie — Tegenwaarden van de toepassingsdrempels van de Richtlijnen 2004/17/EG, 2004/18/EG en 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2015/C 418/02

Besluit van de Raad van 14 december 2015 houdende benoeming van de leden en de plaatsvervangende leden van het Raadgevend Comité voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels voor Denemarken

4

2015/C 418/03

Conclusies van de Raad over een strategie van de EU ter beperking van aan alcohol gerelateerde schade

6

2015/C 418/04

Conclusies van de Raad over ondersteuning van mensen met dementie: naar beter zorgbeleid en betere zorgpraktijken

9

 

Europese Commissie

2015/C 418/05

Wisselkoersen van de euro

13

2015/C 418/06

Mededeling van de Commissie betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages voor 28 lidstaten, zoals die vanaf 1 januari 2016 gelden (Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 ( PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1 ))

14

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2015/C 418/07

Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

15

2015/C 418/08

Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 16, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap — Openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten

16


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2015/C 418/09

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.7793 — Lone Star Fund IX/MRH) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

17


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

16.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 418/1


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Tegenwaarden van de toepassingsdrempels van de Richtlijnen 2004/17/EG, 2004/18/EG en 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad

(2015/C 418/01)

De tegenwaarden in de andere nationale valuta’s dan de euro van de toepassingsdrempels van de Richtlijnen 2004/17/EG (1), 2004/18/EG (2) en 2009/81/EG (3) luiden als volgt:

80 000 EUR

BGN

Nieuwe Bulgaarse lev

156 464

CZK

Tsjechische kroon

2 184 400

DKK

Deense kroon

596 520

GBP

Brits pond

62 842

HRK

Kroatische kuna

610 024

HUF

Hongaarse forint

24 549 600

PLN

Nieuwe Poolse zloty

333 992

RON

Nieuwe Roemeense leu

355 632

SEK

Zweedse kroon

731 224


135 000 EUR

BGN

Nieuwe Bulgaarse lev

264 033

CZK

Tsjechische kroon

3 686 175

DKK

Deense kroon

1 006 628

GBP

Brits pond

106 047

HRK

Kroatische kuna

1 029 416

HUF

Hongaarse forint

41 427 450

PLN

Nieuwe Poolse zloty

563 612

RON

Nieuwe Roemeense leu

600 129

SEK

Zweedse kroon

1 233 941


209 000 EUR

BGN

Nieuwe Bulgaarse lev

408 762

CZK

Tsjechische kroon

5 706 745

DKK

Deense kroon

1 558 409

GBP

Brits pond

164 176

HRK

Kroatische kuna

1 593 688

HUF

Hongaarse forint

64 135 830

PLN

Nieuwe Poolse zloty

872 554

RON

Nieuwe Roemeense leu

929 089

SEK

Zweedse kroon

1 910 323


418 000 EUR

BGN

Nieuwe Bulgaarse lev

817 524

CZK

Tsjechische kroon

11 413 790

DKK

Deense kroon

3 116 817

GBP

Brits pond

328 352

HRK

Kroatische kuna

3 187 375

HUF

Hongaarse forint

128 271 660

PLN

Nieuwe Poolse zloty

1 745 108

RON

Nieuwe Roemeense leu

1 858 177

SEK

Zweedse kroon

3 820 645


750 000 EUR

BGN

Nieuwe Bulgaarse lev

1 466 850

CZK

Tsjechische kroon

20 478 750

DKK

Deense kroon

5 592 375

GBP

Brits pond

589 148

HRK

Kroatische kuna

5 718 975

HUF

Hongaarse forint

230 152 500

PLN

Nieuwe Poolse zloty

3 131 175

RON

Nieuwe Roemeense leu

3 334 050

SEK

Zweedse kroon

6 855 225


1 000 000 EUR

BGN

Nieuwe Bulgaarse lev

1 955 800

CZK

Tsjechische kroon

27 305 000

DKK

Deense kroon

7 456 500

GBP

Brits pond

785 530

HRK

Kroatische kuna

7 625 300

HUF

Hongaarse forint

306 870 000

PLN

Nieuwe Poolse zloty

4 174 900

RON

Nieuwe Roemeense leu

4 445 400

SEK

Zweedse kroon

9 140 300


5 225 000 EUR

BGN

Nieuwe Bulgaarse lev

10 219 055

CZK

Tsjechische kroon

142 668 625

DKK

Deense kroon

38 960 213

GBP

Brits pond

4 104 394

HRK

Kroatische kuna

39 842 193

HUF

Hongaarse forint

1 603 395 750

PLN

Nieuwe Poolse zloty

21 813 853

RON

Nieuwe Roemeense leu

23 227 215

SEK

Zweedse kroon

47 758 068


(1)  PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114.

(3)  PB L 216 van 20.8.2009, blz. 76.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

16.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 418/4


BESLUIT VAN DE RAAD

van 14 december 2015

houdende benoeming van de leden en de plaatsvervangende leden van het Raadgevend Comité voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels voor Denemarken

(2015/C 418/02)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (1), en met name artikel 75,

Gezien de lijsten met kandidaten die de regeringen van de lidstaten aan de Raad hebben voorgelegd,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Besluit van 13 oktober 2015 (2) heeft de Raad de leden en de plaatsvervangende leden van het Raadgevend Comité voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels voor de periode van 20 oktober 2015 tot en met 19 oktober 2020 aangesteld.

(2)

De regering van Denemarken heeft nieuwe voordrachten voor een aantal vacante zetels ingediend,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Tot gewoon lid respectievelijk tot plaatsvervangend lid van het Raadgevend Comité voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels worden voor de periode van 20 oktober 2015 tot en met 19 oktober 2020 benoemd:

I.   REGERINGSVERTEGENWOORDIGERS

Land

Leden

Plaatsvervangende leden

Denemarken

Mevrouw Karin MØHL LARSEN

Mevrouw Marie-Louise OUTZEN


II.   VERTEGENWOORDIGERS VAN DE WERKNEMERSORGANISATIES

Land

Leden

Plaatsvervangende leden

Denemarken

De heer Christian SØLYST

Mevrouw Tine SKOV JENSEN


III.   VERTEGENWOORDIGERS VAN DE WERKGEVERSORGANISATIES

Land

Leden

Plaatsvervangende leden

Denemarken

Mevrouw Christiane MIßLBECK-WINBERG

De heer Henning GADE

Artikel 2

De Raad zal de leden en de plaatsvervangende leden die nog niet zijn voorgesteld later benoemen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 14 december 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

F. ETGEN


(1)  PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  Besluit van de Raad van 13 oktober 2015 houdende benoeming van de leden en de plaatsvervangende leden van het Raadgevend Comité voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB C 341 van 16.10.2015, blz. 4).


16.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 418/6


Conclusies van de Raad over een strategie van de EU ter beperking van aan alcohol gerelateerde schade

(2015/C 418/03)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

1.

MEMOREERT dat uit hoofde van artikel 168 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Unie een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid wordt verzekerd, en dat het optreden van de Unie, dat een aanvulling vormt op het nationale beleid, gericht is op verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Dit optreden omvat ook de bestrijding van grote bedreigingen van de gezondheid, in het bijzonder door het bevorderen van onderzoek naar de oorzaken en de preventie daarvan, alsmede door het bevorderen van gezondheidsvoorlichting en -opvoeding.

De Unie moedigt samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de volksgezondheid aan en ondersteunt zo nodig hun optreden. De Unie en de lidstaten bevorderen de samenwerking met derde landen en bevoegde internationale organisaties. In het optreden van de Unie wordt absoluut niet geraakt aan de verantwoordelijkheden van de lidstaten voor de bepaling van hun gezondheidsbeleid en voor de organisatie en de verstrekking van gezondheidsdiensten en medische zorg, inclusief de verdeling van de hun toegewezen middelen;

2.

HERINNERT ERAAN dat schadelijk gebruik van alcohol in de mededeling van de Commissie over de gezondheidsstrategie van de Europese Gemeenschap (1) is erkend als een belangrijke risicofactor en dat maatregelen ter beperking van aan alcohol gerelateerde schade zijn gefinancierd uit hoofde van het tweede en het derde gezondheidsprogramma van de Unie (2);

3.

MEMOREERT de Aanbeveling van de Raad betreffende alcoholgebruik door jongeren uit 2001 (3), waarin de Commissie wordt verzocht, in samenwerking met lidstaten, ten volle gebruik te maken van alle communautaire beleidsvormen om de door de aanbeveling bestreken kwesties aan te pakken, met name de vaststelling, op nationaal en Europees niveau, van alomvattende gezondheidsbevorderende maatregelen met betrekking tot alcohol;

4.

MEMOREERT de EU-strategie ter ondersteuning van lidstaten bij het beperken van aan alcohol gerelateerde schade (2006-2012) (4) en de conclusies van de Raad van 2001 (5), 2004 (6) en 2006 (7), waarin de Commissie werd verzocht een alomvattende strategie ter beperking van aan alcohol gerelateerde schade voor te leggen, de oprichting van de Commissie voor nationaal beleid en nationale actie op het gebied van alcohol (CNAPA) ter ondersteuning van de uitvoering van een dergelijke strategie, en ook de conclusies van de Raad uit 2009 (8), waarin de Commissie werd verzocht prioriteiten te bepalen voor de volgende fase van de werkzaamheden van de Commissie inzake alcohol en gezondheid na het verstrijken van de eerste alcoholstrategie van de EU in 2012;

5.

PRIJST de resolutie van het Europees Parlement over de alcoholstrategie van 29 april 2015 waarin wordt gepleit voor een nieuwe alcoholstrategie van de EU (2016-2022) (9), waarin opnieuw wordt gewezen op het belang van een sterke politieke toezegging van de Commissie, het Parlement, de Raad en de lidstaten om meer inspanningen te leveren teneinde alcoholgerelateerde schade te voorkomen;

6.

PRIJST de wereldwijde strategie van de WHO voor het verminderen van schadelijk alcoholgebruik (10) en het Europees actieplan van de WHO ter beperking van het schadelijke gebruik van alcohol 2012-2020 (11);

7.

STELT MET BEZORGDHEID VAST dat de WHO in zijn mondiaal verslag over alcohol en gezondheid (12) zegt dat schadelijk gebruik van alcohol wereldwijd één van de belangrijkste risicofactoren voor ziekte en handicap is, en dat de Europese Unie de regio is met de hoogste alcoholconsumptie in de wereld, met een gemiddeld alcoholgebruik van een volwassene (ouder dan 15 jaar) van 10,1 liter zuivere alcohol in 2012 (13);

8.

MERKT MET BEZORGDHEID OP dat, volgens het verslag van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) over bestrijding van schadelijk alcoholgebruik — economische wetenschappen en volksgezondheidsbeleid (14), regelmatig en zwaar drinken in sommige lidstaten toeneemt, en er algemene bezorgdheid heerst over de alarmerende toename van het alcoholgebruik onder jongeren (minderjarigen en jonge volwassenen) en vrouwen in veel lidstaten, en dat alcoholmisbruik niet alleen een negatief effect heeft op de gezondheid van individuen, maar ook op de samenleving in het algemeen;

9.

BENADRUKT dat het verminderen van de last van aan alcohol gerelateerde vermijdbare sterfgevallen, chronische ziekten en letsels, geweld, ongelijkheden op het gebied van gezondheid en andere sociale gevolgen voor derden, evenals riskant drinkgedrag, met name bij jongeren, thans een gemeenschappelijk punt van zorg is en dat samenwerking en coördinatie op EU-niveau een toegevoegde waarde zou hebben;

10.

BENADRUKT dat preventie van aan alcohol gerelateerde schade een noodzakelijke investering is die gunstig is voor de economie omdat economische verliezen en uitgaven voor de gezondheidszorg er op lange termijn door worden beperkt, onder meer doordat de last van chronische ziektes, waaronder kanker, wordt verlicht en de arbeidsproductiviteit wordt verhoogd;

11.

BENADRUKT ook dat het beperken van schadelijk alcoholgebruik ook een positief effect heeft op de openbare veiligheid en de verkeersveiligheid, met name op de vermindering van het aantal doden en gewonden in het verkeer;

12.

STELT VAST dat de beperking van aan alcohol gerelateerde schade acties vergt op diverse beleidsterreinen, waarbij vele sectoren van de samenleving, zowel op nationaal als op EU-niveau, betrokken zijn;

13.

HERHAALT de oproep voor een EU-strategie voor het reduceren van aan alcohol gerelateerde schade, gedaan door een groot aantal ministers tijdens de informele bijeenkomst van de ministers van Volksgezondheid op 21 april 2015 en in de zitting van de Raad EPSCO op 19 juni 2015, en benadrukt het feit dat een dergelijke EU-strategie verdere ondersteuning van en een aanvulling op de nationale beleidsmaatregelen inzake volksgezondheid kan vormen.

VERZOEKT DE LIDSTATEN OM:

14.

ZICH TE BLIJVEN BEIJVEREN voor een multisectorale aanpak met betrekking tot de vermindering van aan alcohol gerelateerde schade op nationaal en EU-niveau, en alomvattende nationale strategieën of actieplannen te versterken of te ontwikkelen, al naar gelang, die zijn toegesneden op specifieke lokale en regionale tradities;

15.

Passende maatregelen TE NEMEN om jonge mensen te beschermen tegen schadelijk alcoholgebruik, met name maatregelen inzake de leeftijd waarop drinken wettelijk mag en inzake blootstelling aan marketing, en STEUN TE BLIJVEN VERLENEN aan voorlichting en onderricht over schadelijk alcoholgebruik en in het bijzonder over riskant drinkgedrag.

VERZOEKT DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE OM:

16.

INTENSIEVER samen te zoeken naar doeltreffende maatregelen en beste praktijken ter vermindering van de gezondheids- en sociale effecten en van de ongelijkheden op het gebied van gezondheid ten gevolge van schadelijk alcoholgebruik, met bijzondere aandacht voor de voorkoming van risicovol drinkgedrag bij jonge mensen, voor mensen die schadelijke hoeveelheden alcohol gebruiken of schadelijke drinkpatronen hebben, voor alcoholgebruik tijdens de zwangerschap en voor rijden onder invloed van alcohol;

17.

STEUN TE BLIJVEN VERLENEN aan de CNAPA, daarbij rekening houdend met de resultaten van het uitvoeringsverslag over de eerste alcoholstrategie van de EU (15), en met de betrokkenheid van belanghebbenden op nationaal en Europees niveau bij de beperking van aan alcohol gerelateerde schade;

18.

TE ONDERKENNEN dat er op EU-niveau moet worden voortgegaan met het verzamelen van informatie over de uitvoering van nationale alcoholwetgeving, met inachtneming van de nationale bevoegdheden en de regionale en lokale sociale en culturele tradities;

19.

Met name in het licht van het verslag dat de Commissie moet aannemen overeenkomstig artikel 16, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad (16) betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, de mogelijkheid TE OVERWEGEN verplichte etikettering van ingrediënten, evenals voedingswaardevermelding, met name van de energetische waarde, van alcoholhoudende dranken, in te voeren.

VERZOEKT DE COMMISSIE OM:

20.

De lidstaten TE BLIJVEN HELPEN bij hun inspanningen ter vermindering van aan alcohol gerelateerde schade, met volledige inachtneming van de beginselen subsidiariteit en evenredigheid;

21.

Tegen eind 2016, met volledige inachtneming van de bevoegdheden van de lidstaten, een alomvattende EU-strategie VASTSTELLEN voor de beperking van aan alcohol gerelateerde schade, met op alle EU-beleidsterreinen acties ter bestrijding van de gezondheids-, sociale en economische gevolgen van het schadelijke gebruik van alcohol. In deze speciale strategie van de EU moet de aandacht uitgaan naar initiatieven voor het terugdringen van aan alcohol gerelateerde schade met een grensoverschrijdende dimensie en een meerwaarde voor de EU, als vervolg op de eerste alcoholstrategie van de EU (2006-2012) en moet rekening worden gehouden met het werk van de CNAPA en met wat er wordt ondernomen in het kader van de wereldwijde WHO-strategie voor alcohol en het Europese actieplan van de WHO ter beperking van het schadelijke gebruik van alcohol 2012-2020;

22.

bij de Raad VERSLAG UIT TE BRENGEN over het resultaat van haar werk en over de vooruitgang die is geboekt met het terugdringen van aan alcohol gerelateerde schade.


(1)  8756/00.

(2)  Besluit nr. 1350/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 tot vaststelling van een tweede communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid (2008-2013) (PB L 301 van 20.11.2007, blz. 3); Verordening (EU) nr. 282/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1350/2007/EG (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 1).

(3)  Aanbeveling 2001/458/EG van de Raad van 5 juni 2001 betreffende alcoholgebruik door jongeren, in het bijzonder kinderen en adolescenten (PB L 161 van 16.6.2001, blz. 38).

(4)  Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 24 oktober 2006 — Een EU-strategie ter ondersteuning van de lidstaten bij het beperken van aan alcohol gerelateerde schade (COM(2006) 625 final).

(5)  Conclusies van de Raad van 5 juni 2001 (PB C 175 van 20.6.2001, blz. 2).

(6)  Conclusies van de Raad van 2 juni 2004 over alcohol en jongeren, 9507/04 (Presse 163).

(7)  Conclusies van de Raad van 30 november 2006 over een EU-strategie ter beperking van aan alcohol gerelateerde schade, 15258/06.

(8)  Conclusies van de Raad over alcohol en gezondheid van 1 december 2009 (PB C 302 van 12.12.2009, blz. 15).

(9)  Resolutie van het Europees Parlement van 29 april 2015 over alcoholstrategie (2015/2543(RSP)).

(10)  Resolutie WHA 63.13, blz. 27.

(11)  Resolutie EUR/RC61/R4.

(12)  WHO, 2014, blz. 46, blz. 31.

(13)  Health at a Glance: Europe 2014 (gezamenlijke publicatie van de OESO en de Europese Commissie, december 2014).

(14)  Aanpakken van schadelijk alcoholgebruik — economie en het beleid inzake de volksgezondheid, mei 2015.

(15)  Europese Commissie, Directoraat-generaal Gezondheid en Consumenten, Eerste voortgangsverslag over de uitvoering van de alcoholstrategie van de EU, september 2009.

(16)  Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18).


16.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 418/9


Conclusies van de Raad over ondersteuning van mensen met dementie: naar beter zorgbeleid en betere zorgpraktijken

(2015/C 418/04)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

1.

MEMOREERT dat volgens artikel 168 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Unie een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid moet worden verzekerd, en dat het optreden van de Unie, dat een aanvulling vormt op het nationale beleid, gericht dient te zijn op verbetering van de volksgezondheid. De Unie dient samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de volksgezondheid aan te moedigen en hun optreden zo nodig te steunen. Ook dient zij samenwerking met bevoegde internationale organisaties te bevorderen. Het optreden van de Unie moet de verantwoordelijkheden van de lidstaten met betrekking tot de organisatie en verstrekking van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging, waaronder de allocatie van de daaraan toegewezen middelen, volledig eerbiedigen;

2.

MERKT MET BEZORGDHEID OP dat op de hele wereld momenteel 47,5 miljoen mensen aan dementie lijden, en dat 58 % van hen in lage- en middeninkomenslanden wonen. In de Europese Unie lijden naar schatting 6,4 miljoen mensen aan dementie (1);

3.

HERINNERT ERAAN dat dementie bij ouderen overal ter wereld een van de belangrijkste oorzaken vormt van invaliditeit en afhankelijkheid, en dat het een lichamelijke, psychologische, sociale en economische impact heeft niet alleen op de mensen met dementie zelf, maar ook op hun familie, hun verzorgers en op de samenleving als geheel (2);

4.

HERINNERT ERAAN dat dementie voornamelijk ouderen treft, maar dat er ook een aanzienlijk aantal jongere mensen aan dementie lijdt;

5.

BENADRUKT de rechten van patiënten zoals vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de EU (3), met name de rechten die verband houden met de menselijke waardigheid;

6.

ERKENT dat mensen met dementie gedurende meerdere jaren goed kunnen leven, met name als er tijdig toegang, onderzoek en diagnose en de juiste ondersteuning worden geboden;

7.

ERKENT dat dementie en daaraan gerelateerde ziekten een aanzienlijke impact hebben op de financiële houdbaarheid van de gezondheidszorg en de socialezekerheidsstelsels;

8.

ONDERSTREEPT dat een gezonde levensstijl, waaronder gezonde hersenen, het hele leven lang moet worden bevorderd, om zo het aantal gezonde levensjaren te verhogen;

9.

HERINNERT ERAAN dat er behoefte is aan een beter begrip van deze aandoeningen om hoge gezondheidsnormen voor een vergrijzende samenleving te kunnen bereiken, wat een van de prioriteiten is van zowel het tweede als het huidige, derde gezondheidsprogramma (2014-2020) (4);

10.

HERINNERT ERAAN dat ook in tal van initiatieven op EU-niveau is erkend dat er in een context van demografische veranderingen dringende actie nodig is op het gebied van dementie, en dat daarin ook meermaals is gewezen op de aanzienlijke gevolgen die de toename van het aantal mensen met die ziekte meebrengt (5);

11.

HERINNERT AAN de op 16 december 2008 aangenomen conclusies van de Raad betreffende gezondheidsstrategieën ter bestrijding van ouderdomsgebonden neurodegeneratieve ziekten, waarin de Commissie werd opgeroepen om in 2009 een initiatief aan te nemen ter bestrijding van deze ziekten (6);

12.

HERINNERT ERAAN dat de Commissie een nieuwe aanpak heeft voorgesteld om beter gebruik te maken van Europese openbare O&O-middelen door middel van gezamenlijke programmering op kerngebieden, waaronder de ziekte van Alzheimer. Naar aanleiding hiervan is in 2010 onder leiding van de lidstaten het gezamenlijke programmeringsinitiatief voor onderzoek naar neurodegeneratieve ziekten (JPND) gelanceerd om tot een betere coördinatie te komen van nationale onderzoeksinspanningen op het gebied van neurodegeneratieve ziekten, met name de ziekte van Alzheimer;

13.

HERINNERT ERAAN dat tussen 2007 en 2013 in het kader van het zevende kaderprogramma van de EU voor onderzoek en technologische ontwikkeling (2007-2013) meer dan 576 miljoen EUR is uitgegeven aan onderzoeksfinanciering voor dementie en neurodegeneratieve ziekten; het nieuwe EU-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, Horizon 2020 (2014-2020), bouwt voort op de resultaten daarvan, met nader onderzoek naar de impact van dementie op de maatschappij als geheel en op de volksgezondheid: tot nog toe is al meer dan 103 miljoen EUR geïnvesteerd in dementiegerelateerde onderzoek- en innovatieacties;

14.

IS INGENOMEN MET de resolutie van het Europees Parlement van 19 januari 2011 over een Europees initiatief op het gebied van de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie, waarin wordt opgeroepen om van de behandeling van dementie een gezondheidsprioriteit van de EU te maken en de lidstaten met aandrang wordt verzocht hiervoor specifieke nationale plannen te ontwikkelen (7);

15.

HERINNERT AAN het eerste verslag van de WHO, „Dementia: A Public Health Priority” (8), uit 2012, dat informatie over dementie bevatte en er meer bekendheid aan gaf, en waarbij dementie werd aangemerkt als een van de belangrijkste aandoeningen binnen het WHO Mental Health Gap Action Programme (9), een programma dat ten doel heeft de zorg voor mentale, neurologische, en drugsverslavingsgerelateerde aandoeningen op een hoger plan te brengen;

16.

IS INGENOMEN met de verklaring van de ministers van Volksgezondheid van de G8 over dementie, die werd aangenomen tijdens de G8-top van 11 december 2013 en waarin wordt opgeroepen tot het bevorderen van innovatie om uiterlijk in 2025 een genezende of ziektewijzigende therapie voor dementie te vinden, de strategische prioriteitsgebieden in kaart te brengen en de onderzoeksfinanciering te verhogen (10);

17.

HERINNERT AAN de door het Italiaanse voorzitterschap georganiseerde conferentie „Dementia in Europe: a challenge for our common future” (Rome, 14 november 2014) (11), waar de verschillende initiatieven in de EU op het gebied van dementie zijn belicht, met name wat betreft preventie, behandeling en het bevorderen van een goede gezondheid bij ouderen;

18.

VERWIJST NAAR het verslag „Better dementia care and a future cure require action today” (12) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) van 13 maart 2015, waarin werd herhaald dat van dementie een politieke prioriteit moet worden gemaakt;

19.

IS INGENOMEN MET de oproep tot actie die werd ondertekend door de deelnemers aan de eerste ministeriële conferentie van de WHO over mondiale actie tegen dementie (Genève, 17 maart 2015), waarin werd onderstreept dat de overheden de belangrijkste rol en verantwoordelijkheid hebben bij het aanpakken van de dementieproblematiek en waarin werd benadrukt dat multisectoriële en gecoördineerde actie op mondiaal en nationaal niveau nodig is, met name voor de verbetering van de preventie, risicovermindering, diagnose en behandeling van dementie (13);

20.

BENADRUKT dat dementie in de afgelopen jaren in steeds meer lidstaten hoog op de agenda is komen te staan, aangezien er momenteel in de meeste lidstaten nationale dementiestrategieën, -actieplannen of -programma’s worden ontwikkeld, vastgesteld of uitgevoerd, en dat de lopende en toekomstige initiatieven van de lidstaten het behandelingstraject van de patiënt integraal benaderen, waarbij zowel sociale als gezondheidsaspecten aan bod komen;

21.

IS INGENOMEN MET de discussie tijdens de informele bijeenkomst van de ministers van Volksgezondheid van de EU van 24 september 2015 over het bevorderen van de ontwikkeling en uitvoering van nationale dementiestrategieën, -actieplannen en -programma’s en het faciliteren van de uitwisseling van beste praktijken op EU-niveau, rekening houdend met de activiteiten van de WHO;

22.

SPREEKT ZIJN WAARDERING UIT VOOR de tweede gemeenschappelijk actie inzake dementie, waarmee in 2016 een begin zal worden gemaakt.

VERZOEKT DE LIDSTATEN:

23.

Prioriteit te verlenen aan het AANPAKKEN van dementie door middel van sectoroverschrijdende nationale dementiestrategieën, -actieplannen en -programma’s teneinde een passende behandeling en steun te kunnen bieden aan mensen met dementie, hun familie en hun verzorgers, en tegelijkertijd de houdbaarheid van de gezondheidszorg en de socialezekerheidsstelsels te waarborgen.

24.

Op nationaal niveau bijzondere aandacht te BLIJVEN schenken aan een betere coördinatie van relevante beleidsmaatregelen op het gebied van dementie en daarbij de rol van de eerstelijnszorg te versterken.

VERZOEKT DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE:

25.

TE ERKENNEN dat verdere sectoroverschrijdende samenwerking tussen de lidstaten en op EU-niveau een waardevolle bijdrage kan leveren aan betere ondersteuning van mensen met dementie, rekening houdend met de activiteiten van de WHO;

26.

TE ERKENNEN dat de emancipatie van mensen met dementie voordelen oplevert, en hun integratie in besluitvormingsprocessen te bevorderen door betere vertegenwoordiging, met name binnen initiatieven op het gebied van dementie en in organisaties en instanties die zich met deze problematiek bezighouden;

27.

Bij het opstellen van strategieën, plannen en programma’s op het gebied van dementie een gendergevoelige, gepersonaliseerde en op onderzoek gebaseerde aanpak TE ONDERSTEUNEN en daarbij rekening te houden met groepen met specifieke behoeften, de invloed van culturele diversiteit op opvattingen over dementie en de rechten en verwachtingen van mensen met dementie, hun families en verzorgers;

28.

De belangrijke rol van familie en verzorgers TE ERKENNEN, met name door ervoor te zorgen dat zij bij besluitvormingsprocessen worden betrokken, en te erkennen dat hun lichamelijke en geestelijke welzijn met passende ondersteuningsmaatregelen moet worden beschermd;

29.

TE ERKENNEN dat de Groep overheidsdeskundigen inzake dementie (Governmental Expert Group on Dementia) belangrijk werk heeft geleverd bij het faciliteren van de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken, waardoor de lidstaten ondersteuning hebben gekregen bij de ontwikkeling en uitvoering van nationale dementiestrategieën, -plannen of -programma’s;

30.

De werkzaamheden binnen EU-beleidsgebieden die gevolgen kunnen hebben voor dementiegerelateerd beleid, zoals gezondheidszorg en langdurige zorg, TE ONDERSTEUNEN, in het bijzonder in de Groep volksgezondheid op hoog niveau, het Comité voor sociale bescherming (SPC) (14) en het Comité voor de economische politiek (EPC) (15);

31.

Met volledige inachtneming van de bevoegdheden van de lidstaten de besprekingen op EU-niveau over de volgende kwesties VOORT TE ZETTEN:

a)

de bijdrage van gezondheidsbevordering en preventie, risicobeperking, vroegtijdige opsporing, tijdige diagnose en ondersteuning in de fase na de diagnose aan het helpen verlichten van de last van dementie;

b)

manieren om ervoor te zorgen dat preventie, diagnose, behandeling en zorg, onder gebruikmaking van multidisciplinaire deskundigheid, op nationaal niveau worden gecoördineerd en dichter bij huis worden geleverd;

c)

de toegevoegde waarde van de uitwisseling van beste praktijken, met nadruk op de cruciale onderdelen en instrumenten die de zorgkwaliteit voor patiënten en de ondersteuning van verzorgers waarborgen, zodat de verschillende benaderingen en praktijken op deze gebieden beter kunnen worden beoordeeld;

d)

bevordering van de rechten van mensen met dementie, met bijzondere aandacht voor de ethische dimensie van dementie, zodat mensen met dementie waardig en gezond ouder kunnen worden;

e)

benutting van het potentieel van e-gezondheidszorg en hulptechnologieën om de steun en zorg voor mensen met dementie te verbeteren;

f)

toegang tot en bundeling van bestaande kennis over lopende initiatieven en de empirische onderbouwing die daarmee verband houden, en de integratie daarvan in de dagelijkse praktijk van de sociale en gezondheidszorg;

g)

onderstreping van de rol en de permanente bijscholing van gezondheidswerkers, zodat mensen met dementie en hun families de best mogelijke ondersteuning krijgen;

h)

promotie van dementievriendelijke gemeenschappen;

32.

Het onderzoek naar dementie TE INTENSIVEREN door voort te bouwen op de resultaten van door de EU gefinancierde projecten zoals het gezamenlijke EU-programmeringsinitiatief voor onderzoek naar neurodegeneratieve ziekten (JPND), met name om de onderliggende risicofactoren en de pathofysiologie te onderzoeken evenals de omzetting in de klinische praktijk van succesvolle acties op het gebied van dementiebeheer, mede rekening houdend met publiek-publieke, publiek-private en internationale partnerschappen;

33.

TE PROFITEREN van op EU-niveau met succes ontwikkelde middelen, modellen en instrumenten, zoals die welke zijn verzameld door het Europees innovatiepartnerschap inzake actief en gezond ouder worden, de gemeenschappelijke actie ALCOVE en de strategieën voor de toepassing van goede praktijken op grotere schaal;

34.

Waar nodig, in nauwe samenwerking met de Groep overheidsdeskundigen inzake dementie, vrijwillige richtsnoeren TE ONTWIKKELEN op basis van een breed en geïntegreerd perspectief over dementie, daarbij rekening houdend met aspecten van gecoördineerde gezondheidsbevorderende en preventiemaatregelen, tijdige diagnose en ondersteuning, behandeling en zorg na de diagnose, zulks met inachtneming van de bevoegdheden van de lidstaten;

35.

In nauwe samenwerking met de Groep overheidsdeskundigen inzake dementie goede praktijken IN KAART TE BRENGEN en UIT TE WISSELEN, met name op het gebied van doelgerichte preventie, waaronder secundaire preventie, gezondheidsbevordering, tijdige diagnose, ondersteuning en therapie na de diagnose, onderzoek, opleiding en bijscholing van gezondheidswerkers, en publieksvoorlichting ter bestrijding van stigmatisering;

36.

De kwaliteit van epidemiologische gegevens over dementie TE VERBETEREN om de ontwikkeling van nationale strategieën, actieplannen of programma’s en de uitwisseling van goede praktijken te vergemakkelijken;

37.

TE WIJZEN OP HET BELANG van niet-gouvernementele organisaties en vrijwilligers die met hun werk op het gebied van dementie een doeltreffende bijdrage aan nationale strategieën, actieplannen of programma’s beogen.

VERZOEKT DE COMMISSIE:

38.

De samenwerking tussen de lidstaten binnen de Groep overheidsdeskundigen inzake dementie TE VERBETEREN om de uitwisseling van informatie over reeds bestaande beleidskaders en goede praktijken te vergemakkelijken, en om landen ondersteuning te bieden bij de ontwikkeling en uitvoering van nationale dementiestrategieën, -plannen en -programma’s;

39.

De bestaande samenwerking met de WHO en de OESO op het gebied van dementie TE BEVORDEREN, zulks in nauwe coördinatie met de lidstaten.


(1)  Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), informatieblad nr. 362, maart 2015, http://www.who.int/mediacentre/factsheets/fs362/en/; ALCOVE, Joint Action report, samenvatting, blz. 29, http://www.alcove-project.eu/images/synthesis-report/ALCOVE_SYNTHESIS_REPORT_WP4.pdf

(2)  WHO, informatieblad nr. 362, maart 2015.

(3)  Zie hoofdstuk I („Waardigheid”), te downloaden op http://www.europarl.europa.eu/charter/pdf/text_nl.pdf

(4)  Verordening (EU) nr. 282/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020) (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 1).

(5)  Zie het overzicht van initiatieven op dit vlak — zoals de gemeenschappelijke actie ALCOVE, het Europees innovatiepartnerschap inzake actief en gezond ouder worden, het Europees pact voor geestelijke gezondheid en welzijn, het Europees platform ter bevordering van „proof-of-concept” voor de preventie van de ziekte van Alzheimer (EPOC-AD) en het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI) — dat is opgenomen in het werkdocument van de diensten van de Commissie over de tenuitvoerlegging van de mededeling van de Commissie over een Europees initiatief op het gebied van de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie (SWD(2014) 321 final van 16.10.2014).

(6)  http://www.consilium.europa.eu/ueDocs/cms_Data/docs/pressData/en/lsa/104778.pdf

(7)  Doc. 2010/2084 (INI).

(8)  WHO (2012), „Dementia: a public health priority”, te downloaden op: http://www.who.int/mental_health/publications/dementia_report_2012/en/

(9)  http://www.who.int/mental_health/mhgap/en/

(10)  https://www.gov.uk/government/publications/g8-dementia-summit-agreements

(11)  http://www.salute.gov.it/portale/ItaliaUE2014/dettaglioEvento.jsp?lingua=english&id=246

(12)  http://www.oecd.org/newsroom/better-dementia-care-and-a-future-cure-require-action-today.htm

(13)  http://www.who.int/mediacentre/news/releases/2015/action-on-dementia/en/#

(14)  SPC-werkgroep vergrijzing; zie http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=758

(15)  EPC-werkgroep vergrijzing en houdbaarheid; zie http://europa.eu/epc/working_groups/ageing_en.htm


Europese Commissie

16.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 418/13


Wisselkoersen van de euro (1)

15 december 2015

(2015/C 418/05)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,0990

JPY

Japanse yen

132,97

DKK

Deense kroon

7,4614

GBP

Pond sterling

0,72520

SEK

Zweedse kroon

9,2883

CHF

Zwitserse frank

1,0831

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

9,4945

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

27,022

HUF

Hongaarse forint

316,50

PLN

Poolse zloty

4,3537

RON

Roemeense leu

4,4960

TRY

Turkse lira

3,2573

AUD

Australische dollar

1,5200

CAD

Canadese dollar

1,5069

HKD

Hongkongse dollar

8,5173

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6186

SGD

Singaporese dollar

1,5457

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 292,34

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

16,4213

CNY

Chinese yuan renminbi

7,1017

HRK

Kroatische kuna

7,6390

IDR

Indonesische roepia

15 423,14

MYR

Maleisische ringgit

4,7295

PHP

Filipijnse peso

52,057

RUB

Russische roebel

77,4920

THB

Thaise baht

39,427

BRL

Braziliaanse real

4,2609

MXN

Mexicaanse peso

18,9649

INR

Indiase roepie

73,5161


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


16.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 418/14


Mededeling van de Commissie betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages voor 28 lidstaten, zoals die vanaf 1 januari 2016 gelden

(Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 (PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1))

(2015/C 418/06)

De basispercentages zijn berekend overeenkomstig de mededeling van de Commissie over de herziening van de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (PB C 14 van 19.1.2008, blz. 6). Afhankelijk van het gebruik van het referentiepercentage moeten nog de passende opslagen in de zin van die mededeling worden toegepast. Voor het disconteringspercentage betekent dit dat een marge van 100 basispunt dient te worden toegevoegd. In Verordening (EG) nr. 271/2008 van de Commissie van 30 januari 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 is bepaald dat, tenzij in een bijzondere beschikking of een bijzonder besluit anders is bepaald, ook het bij terugvordering te hanteren percentage wordt vastgesteld door het basispercentage met 100 basispunt te verhogen.

Gewijzigde percentages zijn vetgedrukt.

Vorige tabel is gepubliceerd in PB C 333 van 9.10.2015, blz. 3.

Van

Tot

AT

BE

BG

CY

CZ

DE

DK

EE

EL

ES

FI

FR

HR

HU

IE

IT

LT

LU

LV

MT

NL

PL

PT

RO

SE

SI

SK

UK

1.1.2016

0,12

0,12

1,63

0,12

0,46

0,12

0,36

0,12

0,12

0,12

0,12

0,12

1,92

1,37

0,12

0,12

0,12

0,12

0,12

0,12

0,12

1,83

0,12

1,65

-0,22

0,12

0,12

1,04


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

16.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 418/15


Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

(2015/C 418/07)

Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel:

Datum en tijdstip van sluiting

3.12.2015

Duur

3.12.2015-31.12.2015

Lidstaat

Spanje

Bestand of groep bestanden

GHL/N3LMNO

Soort

Groenlandse heilbot/zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides)

Gebied

NAFO 3LMNO

Vissersvaartuigtype(s)

Referentienummer

67/TQ104


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.


16.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 418/16


Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 16, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap

Openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten

(2015/C 418/08)

Lidstaat

Spanje

Betrokken route

Gran Canaria — Tenerife Sur

Gran Canaria — El Hierro

Tenerife Norte — La Gomera

Gran Canaria — La Gomera

Datum heropening ODV-routes voor communautaire luchtvaartmaatschappijen

1.8.2016

Adres waar de tekst en alle andere informatie of documentatie met betrekking tot de openbaredienstverplichtingen kan worden verkregen

Ministerio de Fomento

Dirección General de Aviación Civil

Subdirección General de Transporte Aéreo

Paseo de la Castellana 67

28071 Madrid

SPANJE

Tel. +34 915977505

Fax +34 915978643

E-mail: [email protected]

De routes waarvoor de openbaredienstverplichtingen gelden, mogen vanaf 1 augustus 2016 worden geëxploiteerd op basis van vrije toegang. Als binnen 15 kalenderdagen na de bekendmaking van deze mededeling in het Publicatieblad van de Europese Unie geen enkele luchtvaartmaatschappij een dienstenprogramma indient dat aan de opgelegde openbaredienstverplichting voldoet, wordt de toegang beperkt tot één luchtvaartmaatschappij volgens de overeenkomstige aanbestedingsprocedure, overeenkomstig artikel 16, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1008/2008.


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

16.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 418/17


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.7793 — Lone Star Fund IX/MRH)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2015/C 418/09)

1.

Op 8 december 2015 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Lone Star Fund IX (Verenigde Staten), die deel uitmaakt van het concern Lone Star („Lone Star”, Verenigde Staten), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening de uitsluitende zeggenschap verkrijgt over MRH (GB) Limited („MRH”, Verenigd Koninkrijk) door de verwerving van aandelen.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   Lone Star: groep van private-equityfondsen die investeert in vastgoed, equity, krediet en andere financiële activa;

—   MRH: eigenaar en exploitant van benzinetankstations in het Verenigd Koninkrijk en de Kanaaleilanden.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (naar nummer +32 22964301), via e-mail naar [email protected] of per post, onder vermelding van zaaknummer M.7793 — Lone Star Fund IX/MRH, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.