|
ISSN 1977-0995 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 428 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
60e jaargang |
|
|
IV Informatie |
|
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europees Parlement |
|
|
2017/C 428/09 |
Interinstitutionele proclamatie betreffende de Europese pijler van sociale rechten |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2017/C 428/10 |
||
|
|
Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen |
|
|
2017/C 428/11 |
||
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN |
|
|
2017/C 428/12 |
Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij |
|
|
2017/C 428/13 |
Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij |
|
|
V Bekendmakingen |
|
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2017/C 428/14 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.8718 — Starwood Capital Group/Accor/Sofitel Budapest Chain Bridge Hotel) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
|
2017/C 428/15 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.8716 — Mirova/GE/Idesamgar/Idesamgar 1) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
|
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
13.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 428/1 |
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
van 13 juli 2017
inzake de verstrekking van informatie over stoffen of producten die allergieën of intoleranties veroorzaken zoals bedoeld in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten
(2017/C 428/01)
INHOUDSOPGAVE
|
1. |
Inleiding | 1 |
|
2. |
Lijst van allergenen (bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1169/2011) | 2 |
|
3. |
Modaliteiten voor de verstrekking van informatie over allergenen voor voorverpakte levensmiddelen (met name artikel 21, in samenhang met artikel 18 van de verordening) | 2 |
|
3.1. |
Wanneer op de levensmiddelen een lijst van ingrediënten is vermeld | 2 |
|
3.2. |
Wanneer er geen lijst van ingrediënten is | 3 |
|
3.3. |
Etikettering van afgeleide producten van hetzelfde allergeen | 3 |
|
3.4. |
Vrijstelling | 4 |
|
3.5. |
Vrijwillige herhaling | 4 |
|
4. |
Informatie over allergenen voor niet-voorverpakte levensmiddelen | 5 |
|
5. |
Bijwerking van bijlage II | 5 |
1. Inleiding
|
1. |
Deze mededeling is bedoeld om ondernemingen en nationale autoriteiten bij te staan bij de toepassing van de nieuwe voorschriften van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad (1) („de verordening”) in verband met de vermelding van de aanwezigheid van bepaalde stoffen of producten die allergieën of intoleranties veroorzaken (artikel 9, lid 1, onder c), en bijlage II bij de verordening). |
|
2. |
In Verordening (EU) nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten worden nieuwe voorschriften inzake de etikettering van allergenen vastgesteld ten opzichte van de voormalige Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad (2). |
|
3. |
Krachtens de nieuwe wetgeving moet de informatie over de aanwezigheid van allergenen in levensmiddelen altijd aan de consument worden verstrekt, ook op niet-voorverpakte levensmiddelen (artikel 9, lid 1, onder c) en artikel 44). Niettemin mogen de lidstaten besluiten tot nationale maatregelen betreffende de manier waarop informatie over allergenen op niet-voorverpakte levensmiddelen beschikbaar moet worden gesteld. Met betrekking tot de voorverpakte levensmiddelen wordt in de verordening de wijze vastgesteld waarop de informatie over allergenen in voedingsmiddelen moet worden verstrekt (artikel 21). Bijgevolg moeten de bestaande richtsnoeren inzake de etikettering van allergenen die zijn opgesteld uit hoofde van Richtlijn 2000/13/EG worden bijgewerkt om deze wetswijziging te weerspiegelen. |
|
4. |
Deze mededeling doet geen afbreuk aan de uitlegging die het Hof van Justitie van de Europese Unie kan geven. |
2. Lijst van allergenen (bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1169/2011)
|
5. |
Bijlage II bij de verordening bevat een lijst van voedingsstoffen of producten die allergieën of intoleranties veroorzaken. Deze lijst is opgesteld op basis van de wetenschappelijke adviezen van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) (3). |
|
6. |
In de context van bijlage II moet het volgende worden opgemerkt:
|
3. Modaliteiten voor de verstrekking van informatie over allergenen voor voorverpakte levensmiddelen (met name artikel 21, in samenhang met artikel 18 van de verordening)
|
7. |
Artikel 21, lid 1, onder a), luidt: „Onverminderd de krachtens artikel 44, lid 2, vastgestelde voorschriften voldoen de in artikel 9, lid 1, onder c), bedoelde vermeldingen aan de volgende vereisten:
|
3.1. Wanneer op de levensmiddelen een lijst van ingrediënten is vermeld
|
8. |
In het geval van in bijlage II opgenomen glutenbevattende granen: wanneer ingrediënten worden vervaardigd op basis van glutenbevattende granen, moeten ze worden vermeld met een naam die duidelijk verwijst naar de specifieke graansoort, d.w.z. tarwe, rogge, gerst, haver. Bijvoorbeeld: gerstemoutazijn, havervlokken. |
|
9. |
Wanneer „spelt”, „khorasan” of „durum” wordt gebruikt, moet duidelijk worden verwezen naar de specifieke graansoort, d.w.z. dat „tarwe” moet worden vermeld. Het woord „tarwe” kan vergezeld gaan van het woord „durum”, „spelt” of „khorasan”, dat vrijwillig kan worden toegevoegd.
|
|
10. |
De vermelding van een specifieke graansoort kan vergezeld gaan van het woord „gluten”, dat vrijwillig kan worden toegevoegd. Bijvoorbeeld: tarwemeel (bevat gluten) of tarwemeel (gluten). |
|
11. |
Wanneer gluten als zodanig als ingrediënt wordt toegevoegd, moet de graansoort waarvan het gluten afkomstig is, worden vermeld.
|
|
12. |
Wanneer een product dat een van de in bijlage II vermelde granen (bv. haver) bevat, voldoet aan de desbetreffende voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 828/2014 van de Commissie (4), kan de vermelding „glutenvrij” of „met zeer laag glutengehalte” op het product worden gebruikt. De in bijlage II genoemde graansoort moet echter nog steeds worden vermeld en benadrukt in de lijst van ingrediënten overeenkomstig de artikelen 9 en 21 van de verordening. |
|
13. |
In het geval van noten moet de specifieke soort als genoemd in punt 8 van bijlage II worden vermeld in de lijst van ingrediënten, d.w.z. amandelen, hazelnoten, walnoten, cashewnoten, pecannoten, paranoten, pistachenoten of macadamianoten. Wanneer ingrediënten of technische hulpstoffen zijn gebruikt die zijn afgeleid van in bijlage II opgenomen noten, moet het ingrediënt worden aangeduid met een duidelijke verwijzing naar de specifieke naam van de noot. Bijvoorbeeld: aroma’s (amandel). |
|
14. |
Artikel 21, lid 1, onder b), van de verordening luidt: „Onverminderd de krachtens artikel 44, lid 2, vastgestelde voorschriften voldoen de in artikel 9, lid 1, onder c), bedoelde vermeldingen aan de volgende vereisten: […]
|
|
15. |
In artikel 21, lid 1, onder b), wordt een bepaalde flexibiliteit gehanteerd ten aanzien van de manier waarop deze accentuering plaats moet vinden, bijvoorbeeld door middel van het lettertype, de stijl of de achtergrondkleur. De exploitant van een levensmiddelenbedrijf mag zelf bepalen wat de juiste manier is om het allergeen te onderscheiden van de rest van de lijst van ingrediënten. Niettemin is een aantal verduidelijkingen nodig over welke informatie moet worden benadrukt. |
|
16. |
Wanneer de naam van een ingrediënt uit meerdere aparte woorden bestaat (bijvoorbeeld „poudre de lait”, „latte in polvere”), is het voldoende om alleen het woord te benadrukken dat overeenkomt met de/het in bijlage II opgenomen stof/product. Wanneer de naam van een ingrediënt de naam van een allergeen in één woord bevat (bv. het Nederlandse woord „melkpoeder” voor het Engelse „milk powder”), is het voldoende om het deel van de naam van het ingrediënt te benadrukken dat overeenkomt met de/het in bijlage II opgenomen stof/product. |
|
17. |
Indien een samengesteld ingrediënt in bijlage II opgenomen stoffen die allergieën of intoleranties veroorzaken bevat, moeten deze stoffen worden benadrukt in de lijst van ingrediënten. Bijvoorbeeld: in het geval van bananenvulling met eigeel, aardbei, suiker, water, […], moet het woord „ei” worden benadrukt. In het geval van een sandwich met mayonaise waarin eieren zijn gebruikt, moet de aanwezigheid van „eieren” worden benadrukt. |
3.2. Wanneer er geen lijst van ingrediënten is
|
18. |
Artikel 21, lid 1, tweede alinea, luidt: „Indien er geen lijst van ingrediënten is, wordt in de in artikel 9, lid 1, onder c), bedoelde vermeldingen het woord „bevat” gebruikt, gevolgd door de naam van de stof of het product zoals vermeld in bijlage II.”. |
|
19. |
In het geval van levensmiddelen die zijn vrijgesteld van de verplichting om de lijst van ingrediënten te vermelden (zoals wijn), maar die worden gebruikt als ingrediënt bij de productie of bereiding van een ander levensmiddel waarvoor de lijst van ingrediënten wordt verstrekt, moeten de in dat levensmiddel aanwezige allergenen worden benadrukt om ze te onderscheiden van de rest van de lijst van ingrediënten (artikel 21, lid 1, is van toepassing). Bijvoorbeeld: ingrediënten: … wijn (bevat sulfieten), waarbij het woord „sulfieten” wordt benadrukt. |
3.3. Etikettering van afgeleide producten van hetzelfde allergeen
|
20. |
Artikel 21, lid 1, derde alinea, luidt: „Wanneer verschillende stoffen of technische hulpstoffen van een levensmiddel afkomstig zijn van een in bijlage II vermelde stof of product, wordt zulks voor elk van die stoffen of technische hulpstoffen verduidelijkt op het etiket.”. |
|
21. |
Voor de toepassing van dit voorschrift hoeft de verwijzing naar de in bijlage II opgenomen stof(fen) of product(en) niet noodzakelijkerwijs zo vaak te worden herhaald als deze stoffen aanwezig zijn. Elke presentatie voldoet aan de eis en is aanvaardbaar voor zover daar duidelijk uit blijkt dat verschillende ingrediënten afkomstig zijn van één enkel(e) in bijlage II opgenomen stof of product. De verwijzing moet echter altijd rechtstreeks verband houden met de lijst van ingrediënten, bv. door de informatie waarnaar wordt verwezen aan het einde van de lijst van ingrediënten of in de onmiddellijke nabijheid van de lijst van ingrediënten te plaatsen. Bijvoorbeeld: Levensmiddelen, met inbegrip van levensmiddelenadditieven, draagstoffen en technische hulpstoffen die zijn afgeleid van tarwe zouden als volgt kunnen worden geëtiketteerd: „…
(5) van tarwe (waarbij „tarwe” moet worden benadrukt).”" |
3.4. Vrijstelling
|
22. |
Artikel 21, lid 1, laatste alinea, luidt: „De in artikel 9, lid 1, onder c), bedoelde vermeldingen zijn niet vereist wanneer de benaming van het levensmiddel duidelijk verwijst naar de desbetreffende stof of het desbetreffende product.”. |
|
23. |
Volgens dit voorschrift hoeft het betreffende allergeen niet op het etiket te worden vermeld wanneer een levensmiddel wordt verkocht onder een benaming zoals „kaas” of „room”, die duidelijk verwijst naar een van de bijlage II opgenomen allergenen (bv. melk) en waarvoor het niet verplicht is om een lijst van ingrediënten te verstrekken krachtens artikel 19, lid 1, onder d), van de verordening. |
|
24. |
Indien dat levensmiddel echter wordt verkocht onder een handelsmerk/merknaam die als zodanig niet duidelijk verwijst naar een van de allergenen in bijlage II, moet de betreffende benaming worden voorzien van aanvullende informatie die „duidelijk verwijst” naar het allergeen overeenkomstig artikel 21, lid 1, laatste alinea. Bijvoorbeeld: „Ambert” (als de benaming van het levensmiddel) in combinatie met „blauwschimmelkaas” (als aanvullende tekst bij de benaming van het levensmiddel, vermeld in de onmiddellijke nabijheid van de benaming van het levensmiddel), waarbij kaas duidelijk verwijst naar de in bijlage II genoemde stof. Aangezien het begrip van de consument van de benaming van het betreffende levensmiddel waarschijnlijk per lidstaat varieert, moet elk geval afzonderlijk worden beoordeeld. |
|
25. |
Indien de benaming van het levensmiddel duidelijk verwijst naar een van de in bijlage II opgenomen allergenen en er voor dat levensmiddel een lijst van ingrediënten wordt verstrekt (ongeacht of dit op vrijwillige of verplichte basis gebeurt), moet het in dat levensmiddel aanwezige allergeen worden benadrukt in de lijst van ingrediënten. Bijvoorbeeld: „Kaas (melk, zout, stremsel, …)”, waarbij melk wordt benadrukt. |
|
26. |
Indien de benaming van het levensmiddel op een product duidelijk verwijst naar een in bijlage II opgenomen stof of product, maar het product ook andere stoffen of producten uit bijlage II bevat, moeten deze allergenen worden vermeld om de consument in staat te stellen een doordachte keuze te maken wat betreft de levensmiddelen die veilig voor hem zijn. |
3.5. Vrijwillige herhaling
|
27. |
Onverminderd de bestaande bepalingen van de Europese Unie die van toepassing zijn op specifieke levensmiddelen (6), is het niet mogelijk om de informatie over allergenen vrijwillig te herhalen buiten de lijst van ingrediënten; noch om het woord „bevat” te gebruiken, gevolgd door de benaming van de stof of het product als vermeld in bijlage II; noch om symbolen of tekstvakken te gebruiken (zie overweging 47, artikel 21, lid 1, in samenhang met artikel 36, lid 1, van de verordening). |
4. Informatie over allergenen voor niet-voorverpakte levensmiddelen
|
28. |
Artikel 44 van Verordening (EU) nr. 1169/2011 luidt:
|
|
29. |
De verordening voorziet in verplichte informatie over allergenen voor niet-voorverpakte levensmiddelen. |
|
30. |
De lidstaten blijven bevoegd om nationale bepalingen vast te stellen inzake de middelen waarmee informatie over allergenen beschikbaar moet worden gemaakt op die levensmiddelen. In principe zijn alle communicatiemiddelen voor de verstrekking van informatie over allergenen toegestaan om de consument in staat te stellen een doordachte keuze te maken, zoals etiketten, ander begeleidend materiaal of andere middelen, inclusief moderne technologische hulpmiddelen of verbale communicatie (d.w.z. verifieerbare mondelinge informatie). |
|
31. |
Bij gebrek aan dergelijke nationale maatregelen zijn de bepalingen van de verordening betreffende voorverpakte levensmiddelen van toepassing op niet-voorverpakte levensmiddelen. Dienovereenkomstig moet de informatie over allergenen overeenkomstig artikel 13 van de verordening op een duidelijk zichtbare plaats, duidelijk leesbaar en, zo nodig, onuitwisbaar in een schriftelijke vorm worden aangebracht. Het is dan ook niet mogelijk om informatie over allergenen uitsluitend op verzoek van de consument te verstrekken. Voorts zijn de etiketteringsvoorschriften zoals vastgesteld in artikel 21 van de verordening van toepassing (punten 3 tot en met 21 hierboven). |
5. Bijwerking van bijlage II
|
32. |
Artikel 21, lid 2, van de verordening luidt: „Teneinde de informatieverstrekking aan consumenten te verbeteren en rekening te houden met de meest recente wetenschappelijke vooruitgang en technische kennis, wordt de lijst in bijlage II door de Commissie systematisch opnieuw bekeken en, zo nodig, overeenkomstig artikel 51 door middel van gedelegeerde handelingen bijgewerkt. […]”. |
|
33. |
Het bijwerken van de lijst in bijlage II kan bestaan uit het toevoegen van een stof aan de lijst of het schrappen van een stof van die lijst. Voor wat betreft het schrappen uit de lijst van voedselallergenen voorzag Richtlijn 2000/13/EG (7) in specifieke voorschriften volgens welke belanghebbenden studies bij de Commissie konden indienen waaruit bleek dat voor bepaalde allergenen wetenschappelijk is vastgesteld dat ze onmogelijk bijwerkingen kunnen veroorzaken. Deze specifieke bepalingen niet zijn gehandhaafd in de verordening. Dit belet potentiële belanghebbenden echter niet om de Commissie bewijsmateriaal te doen toekomen waaruit blijkt dat producten die zijn afgeleid van de in bijlage II vermelde stoffen onder bepaalde omstandigheden naar verwachting geen bijwerkingen bij mensen veroorzaken. |
|
34. |
Deze documenten kunnen worden opgesteld in overeenstemming met de richtsnoeren van de EFSA voor de opstelling en de indiening van aanvragen krachtens artikel 6, lid 11, van Richtlijn 2000/13/EG (8) en naar de Commissie worden gezonden in, ten minste, twee kopieën op een elektronische drager (cd’s of geheugensticks) op het volgende adres:
|
(1) Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18).
(2) Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29).
(3) http://www.efsa.europa.eu/EFSA/Scientific_Opinion/opinion_nda_04_en1,1.pdf
(4) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 828/2014 van de Commissie van 30 juli 2014 betreffende de voorschriften voor de voorlichting van de consument over de afwezigheid of de verminderde aanwezigheid van gluten in levensmiddelen (PB L 228 van 31.7.2014, blz. 5).
(6) Zoals de bepalingen van artikel 51, lid 2, van Verordening (EG) nr. 607/2009 van de Commissie van 14 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad wat betreft beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen, traditionele aanduidingen, etikettering en presentatie van bepaalde wijnbouwproducten (PB L 193 van 24.7.2009, blz. 60).
(7) Zie artikel 6, lid 11, tweede alinea, van Richtlijn 2000/13/EG.
(8) EFSA Journal 2013;11(10):3417.
|
13.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 428/6 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.8727 — CGE/EDPR/TrustWind/DGE/Repsol/WindPlus)
(Voor de EER relevante tekst)
(2017/C 428/02)
Op 5 december 2017 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32017M8727. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
|
13.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 428/6 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.8612 — CZ/DT/Carl Zeiss Smart Optics)
(Voor de EER relevante tekst)
(2017/C 428/03)
Op 5 december 2017 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Duits en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32017M8612. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
|
13.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 428/7 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.8615 — AXA/Unibail-Rodamco/Paunsdorf Center)
(Voor de EER relevante tekst)
(2017/C 428/04)
Op 14 november 2017 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32017M8615. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
|
13.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 428/7 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.8478 — Zukunft Ventures/Gustav Magenwirth/Brake Force One/Unicorn Energy/JV)
(Voor de EER relevante tekst)
(2017/C 428/05)
Op 6 december 2017 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Duits en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32017M8478. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
|
13.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 428/8 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.8711 — Macquarie/Oiltanking/Oiltanking Odfjell Terminal Singapore)
(Voor de EER relevante tekst)
(2017/C 428/06)
Op 5 december 2017 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32017M8711. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
|
13.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 428/8 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.8700 — Engie/Omnes Capital/Prédica Prévoyance/Target)
(Voor de EER relevante tekst)
(2017/C 428/07)
Op 7 december 2017 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32017M8700. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
|
13.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 428/9 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.8583 — Lufthansa Technik/Pepperl+Fuchs/JV)
(Voor de EER relevante tekst)
(2017/C 428/08)
Op 7 december 2017 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Duits en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32017M8583. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europees Parlement Raad Europese Commissie
|
13.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 428/10 |
Interinstitutionele proclamatie betreffende de Europese pijler van sociale rechten
(2017/C 428/09)
Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie proclameren plechtig de volgende tekst als de Europese pijler van sociale rechten
EUROPESE PIJLER VAN SOCIALE RECHTEN
Preambule
|
(1) |
Op grond van artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie heeft de Unie onder meer tot doel het welzijn van haar volkeren te bevorderen en te werken aan de duurzame ontwikkeling van Europa, gebaseerd op evenwichtige economische groei en prijsstabiliteit, een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen en gericht op volledige werkgelegenheid en sociale vooruitgang, en een hoog niveau van bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu. De Unie bestrijdt sociale uitsluiting en discriminatie en bevordert sociale rechtvaardigheid en bescherming, de gelijkheid van vrouwen en mannen, de solidariteit tussen generaties en de bescherming van de rechten van het kind. |
|
(2) |
Op grond van artikel 9 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie houdt de Unie bij de bepaling en de uitvoering van haar beleid en optreden rekening met de eisen in verband met de bevordering van een hoog niveau van werkgelegenheid, de waarborging van een adequate sociale bescherming, de bestrijding van sociale uitsluiting, alsmede een hoog niveau van onderwijs, opleiding en bescherming van de menselijke gezondheid. |
|
(3) |
In artikel 151 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is bepaald dat de Unie en de lidstaten zich, indachtig sociale grondrechten zoals vastgelegd in het op 18 oktober 1961 te Turijn ondertekende Europees Sociaal Handvest en in het Gemeenschapshandvest van de sociale grondrechten van de werkenden van 1989, op de volgende doelstellingen richten: de bevordering van de werkgelegenheid, de gestage verbetering van de levensomstandigheden en de arbeidsvoorwaarden, zodat de onderlinge aanpassing daarvan op de weg van de vooruitgang wordt mogelijk gemaakt, alsmede een adequate sociale bescherming, de sociale dialoog, de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen om een duurzaam hoog werkgelegenheidsniveau mogelijk te maken, en de bestrijding van uitsluiting. |
|
(4) |
Artikel 152 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de Unie de rol van de sociale partners op het niveau van de Unie erkent en bevordert, rekening houdend met de verschillen tussen de nationale stelsels. Zij moet hun onderlinge dialoog bevorderen, met inachtneming van hun autonomie. |
|
(5) |
Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dat voor het eerst is geproclameerd tijdens de Europese Raad van Nice op 7 december 2000, bevestigt en bevordert een aantal grondbeginselen die essentieel zijn voor het Europees sociaal model. De bepalingen van dit Handvest zijn gericht tot de instellingen, organen en instanties van de Unie, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel, en tot de lidstaten wanneer die het recht van de Unie ten uitvoer leggen. |
|
(6) |
Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bevat bepalingen tot vaststelling van de bevoegdheden van de Unie met betrekking tot onder meer de vrijheid van verkeer van werknemers (artikelen 45 tot en met 48), het recht van vestiging (artikelen 49 tot en met 55), sociale politiek (artikelen 151 tot en met 161), de bevordering van de dialoog tussen werkgevers en werknemers (artikel 154), met inbegrip van overeenkomsten die op het niveau van de Unie worden gesloten en uitgevoerd (artikel 155), gelijke beloning voor mannen en vrouwen voor gelijke arbeid (artikel 157), de bijdrage aan de ontwikkeling van onderwijs en beroepsopleiding van hoog gehalte (artikelen 165 en 166), het optreden van de Unie als aanvulling op het nationale beleid en tot bevordering van de samenwerking op het gebied van gezondheid (artikel 168), de economische, sociale en territoriale samenhang (artikelen 174 tot en met 178), het opstellen van en het toezicht op de uitvoering van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid (artikel 121), het opstellen van de richtsnoeren inzake werkgelegenheid en het verrichten van onderzoek naar de uitvoering ervan (artikel 148) en, meer in het algemeen, de aanpassing van de wetgevingen (artikelen 114 tot en met 117). |
|
(7) |
Het Europees Parlement heeft aangedrongen op de vaststelling van een solide Europese pijler van sociale rechten om de sociale rechten te versterken, te zorgen voor een positieve impact op het leven van de burgers op korte en middellange termijn en steun mogelijk te maken voor de Europese eenmaking in de 21e eeuw (1). De leiders van 27 lidstaten hebben benadrukt dat de economische en sociale onzekerheid als een prioriteit moet worden aangepakt, en ertoe opgeroepen voor iedereen een veelbelovende economische toekomst te scheppen, onze levenswijze veilig te stellen en jongeren betere kansen te bieden (2). De leiders van 27 lidstaten en die van de Europese Raad, het Europees Parlement, en de Europese Commissie hebben zich er in de agenda van Rome toe verplicht toe te werken naar een sociaal Europa. Die belofte is gebaseerd op de beginselen van duurzame groei en op de bevordering van economische en sociale vooruitgang, naast die van samenhang en convergentie, waarbij tegelijk de integriteit van de interne markt wordt gehandhaafd; een Unie die rekening houdt met de verschillen tussen de nationale stelsels en de sleutelrol van sociale partners; een Unie die de gelijkheid tussen vrouwen en mannen en rechten en gelijke kansen voor iedereen propageert; een Unie die de strijd aangaat met werkloosheid, discriminatie, sociale uitsluiting en armoede; een Unie waar jongeren het best mogelijke onderwijs en de best mogelijke opleiding genieten en op het hele continent kunnen studeren en een baan kunnen vinden, en een Unie die ons culturele erfgoed bewaart en culturele diversiteit bevordert (3). De sociale partners hebben toegezegd dat zij zullen blijven meewerken aan een Europa dat voordelen oplevert voor zijn werknemers en ondernemingen (4). |
|
(8) |
De voltooiing van de Europese eengemaakte markt in de afgelopen decennia is gepaard gegaan met de ontwikkeling van een solide sociaal acquis, dat tot vooruitgang heeft geleid op het gebied van de vrijheid van verkeer, levens- en arbeidsomstandigheden, de gelijkheid van vrouwen en mannen, gezondheid en veiligheid op het werk, sociale bescherming en onderwijs en opleiding. Door de invoering van de euro kreeg de Unie een stabiele gemeenschappelijke munt, die door 340 miljoen burgers in 19 lidstaten wordt gedeeld en die hun dagelijks leven vergemakkelijkt en hen beschermt tegen financiële instabiliteit. De Unie is ook aanzienlijk uitgebreid, zodat meer economische kansen worden geboden en de sociale vooruitgang op het hele continent wordt bevorderd. |
|
(9) |
Arbeidsmarkten en samenlevingen ontwikkelen zich snel, met nieuwe kansen en nieuwe uitdagingen tot gevolg die voortkomen uit de mondialisering, de digitale revolutie, veranderende werkpatronen en maatschappelijke en demografische ontwikkelingen. De lidstaten staan vaak in meer of mindere mate voor dezelfde uitdagingen, zoals aanzienlijke ongelijkheid, langdurige werkloosheid, jeugdwerkloosheid en solidariteit tussen de generaties. |
|
(10) |
Europa heeft laten zien dat het vastbesloten was om een uitweg te vinden uit de financiële en economische crisis, en als gevolg van vastberaden optreden is de economie van de Unie nu stabieler, met ongekend hoge werkgelegenheidsniveaus en een gestaag dalende werkloosheid. De crisis heeft echter ingrijpende sociale gevolgen gehad — variërend van jeugdwerkloosheid en langdurige werkloosheid tot armoederisico — en het aanpakken van die gevolgen blijft een dringende prioriteit. |
|
(11) |
Voor een groot deel zijn de sociale uitdagingen en de uitdagingen op het vlak van de werkgelegenheid in Europa het gevolg van de relatief bescheiden groei, die te wijten is aan ongebruikt potentieel bij de arbeidsparticipatie en de productiviteit. Economische en sociale vooruitgang zijn met elkaar verweven, en de oprichting van een Europese pijler van sociale rechten zou onderdeel moeten zijn van een bredere inspanning om een inclusiever en duurzamer groeimodel te realiseren door het Europese concurrentievermogen te vergroten en Europa aantrekkelijker te maken om te investeren, banen te scheppen en de sociale cohesie te bevorderen. |
|
(12) |
De Europese pijler van sociale rechten is bedoeld om bij huidige en toekomstige uitdagingen die zich rechtstreeks richten op de essentiële behoeften van mensen, als leidraad te fungeren voor de doelmatige verwezenlijking van resultaten op sociaal en werkgelegenheidsgebied en voor het bewerkstelligen van een betere afbakening en uitvoering van sociale rechten. |
|
(13) |
Meer nadruk op werkgelegenheid en sociale prestaties is bijzonder belangrijk om de weerbaarheid te verhogen en de Economische en Monetaire Unie te verdiepen. De Europese pijler van sociale rechten is daarom met name ontworpen voor de eurozone, maar is gericht tot alle lidstaten. |
|
(14) |
De Europese pijler van sociale rechten vormt de uitdrukking van beginselen en rechten die essentieel zijn voor billijke en goed functionerende arbeidsmarkten en socialezekerheidsstelsels in het Europa van de 21e eeuw. In de pijler worden bepaalde rechten opnieuw bevestigd die al aanwezig zijn in het acquis van de Unie. Daarnaast omvat de pijler nieuwe beginselen, die betrekking hebben op de uitdagingen die voortkomen uit maatschappelijke, technologische en economische ontwikkelingen. De beginselen en rechten juridisch afdwingbaar maken, vereist eerst specifieke maatregelen of wetgeving, die op het passende niveau moeten worden vastgesteld. |
|
(15) |
De in de Europese pijler van sociale rechten vervatte beginselen hebben betrekking op burgers van de Unie en onderdanen van derde landen met een verblijfsvergunning. Als in een beginsel wordt verwezen naar werknemers, worden hiermee alle werkenden bedoeld, ongeacht de aard, vorm en duur van hun dienstbetrekking. |
|
(16) |
De Europese pijler van sociale rechten verbiedt het lidstaten of hun sociale partners niet, ambitieuzere sociale normen vast te stellen. In het bijzonder mag niets in de Europese pijler van sociale rechten worden uitgelegd als een beperking op, of als afbreuk doend aan, rechten en beginselen die zijn erkend, binnen hun respectieve werkingssfeer, in het recht van de Unie, het internationaal recht en internationale overeenkomsten waarbij de Unie of alle lidstaten partij zijn, waaronder het op 18 oktober 1961 te Turijn ondertekende Europees Sociaal Handvest en de relevante verdragen en aanbevelingen van de Internationale Arbeidsorganisatie. |
|
(17) |
Het in de praktijk omzetten van de Europese pijler van sociale rechten is een gedeelde politieke inzet en een gedeelde verantwoordelijkheid. De Europese pijler van sociale rechten moet zowel op het niveau van de Unie als op dat van de lidstaten worden uitgevoerd, binnen hun respectieve bevoegdheden, met inachtneming van de verschillende sociaal-economische contexten en de verschillen tussen nationale stelsels, bijvoorbeeld wat betreft de rol van de sociale partners, en in overeenstemming met de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. |
|
(18) |
Op het niveau van de Unie leidt de Europese pijler van sociale rechten niet tot een uitbreiding van haar bevoegdheden en taken zoals die haar door de Verdragen zijn toegewezen. Aan de pijler moet binnen de grenzen van die bevoegdheden invulling worden gegeven. |
|
(19) |
De Europese pijler van sociale rechten eerbiedigt de verscheidenheid van culturen en tradities van de volkeren van Europa, evenals de nationale identiteit van de lidstaten en de manier waarop zij hun overheden op nationaal, regionaal en lokaal niveau hebben ingericht. De oprichting van de Europese pijler van sociale rechten laat met name het recht van de lidstaten om de fundamentele beginselen van hun socialezekerheidsstelsels vast te stellen en hun openbare financiën te beheren onverlet, en mag geen aanmerkelijke gevolgen hebben voor het financiële evenwicht van die stelsels. |
|
(20) |
De sociale dialoog speelt een centrale rol bij het versterken van sociale rechten en het bevorderen van duurzame en inclusieve groei. Een essentiële rol bij het nastreven en in praktijk brengen van de Europese pijler van sociale rechten is weggelegd voor de sociale partners op alle niveaus, met inachtneming van hun autonomie bij het onderhandelen over en sluiten van akkoorden en van het recht op collectieve onderhandelingen en collectieve actie. |
Europese pijler van sociale rechten
HOOFDSTUK I
GELIJKE KANSEN EN TOEGANG TOT DE ARBEIDSMARKT
1. Onderwijs, opleiding en een leven lang leren
Iedereen heeft recht op hoogwaardige en inclusieve voorzieningen voor onderwijs, opleiding en een leven lang leren om de vaardigheden te verwerven en te onderhouden die nodig zijn om ten volle aan het maatschappelijk leven te kunnen deelnemen en overgangen op de arbeidsmarkt met succes te kunnen opvangen.
2. Gendergelijkheid
|
a. |
Het beginsel van gelijke behandeling en gelijke kansen voor vrouwen en mannen moet worden gewaarborgd en bevorderd op alle vlakken, waaronder dat van de participatie op de arbeidsmarkt, arbeidsvoorwaarden en loopbaanontwikkeling. |
|
b. |
Vrouwen en mannen hebben recht op gelijke beloning voor gelijkwaardige arbeid. |
3. Gelijke kansen
Ongeacht gender, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid heeft iedereen recht op gelijke behandeling en gelijke kansen op het gebied van werkgelegenheid, sociale bescherming, onderwijs en de toegang tot goederen en diensten die publiekelijk beschikbaar zijn. Gelijke kansen voor ondervertegenwoordigde groepen worden bevorderd.
4. Actieve ondersteuning bij het vinden van werk
|
a. |
Iedereen heeft recht op tijdige en op maat gesneden hulp bij het verbeteren van zijn of haar vooruitzichten om een baan te vinden of zich als zelfstandige te vestigen. Hieronder valt het recht op ondersteuning bij het zoeken van werk en bij opleiding en herscholing. Iedereen die van baan wisselt, heeft recht op overdracht van opgebouwde sociale en opleidingsrechten. |
|
b. |
Binnen vier maanden nadat jongeren werkloos zijn geworden of het onderwijs hebben verlaten, hebben zij recht op voortgezet onderwijs, een plaats in het leerlingstelsel, een stageplaats of een geschikt baanaanbod. |
|
c. |
Werklozen hebben recht op persoonlijke, doorlopende en coherente ondersteuning. Langdurig werklozen hebben uiterlijk na 18 maanden werkloosheid recht op een uitgebreide individuele beoordeling. |
HOOFDSTUK II
BILLIJKE ARBEIDSVOORWAARDEN
5. Veilige en flexibele werkgelegenheid
|
a. |
Ongeacht de aard en de duur van hun arbeidsrelatie hebben werknemers recht op een billijke en gelijke behandeling wat betreft arbeidsvoorwaarden, toegang tot sociale bescherming en opleiding. De overgang naar arbeidsrelaties voor onbepaalde duur wordt bevorderd. |
|
b. |
In overeenstemming met de geldende wetgeving en collectieve overeenkomsten wordt gewaarborgd dat werkgevers over de nodige flexibiliteit beschikken om zich snel aan te kunnen passen aan veranderingen in de economische context. |
|
c. |
Innovatieve vormen van werk die goede arbeidsvoorwaarden waarborgen, worden bevorderd. Ondernemerschap en werken als zelfstandige worden gestimuleerd. Arbeidsmobiliteit wordt vergemakkelijkt. |
|
d. |
Arbeidsrelaties die leiden tot onzekere arbeidsvoorwaarden worden voorkomen, onder meer door een verbod op misbruik van atypische arbeidsovereenkomsten. Een proeftijd moet een redelijke tijdsduur hebben. |
6. Lonen
|
a. |
Werknemers hebben recht op een billijk loon waarmee zij een fatsoenlijke levensstandaard kunnen genieten. |
|
b. |
Er wordt gezorgd voor toereikende minimumlonen, die voorzien in de behoeften van de werknemer en zijn of haar gezin in het licht van de nationale economische en sociale omstandigheden, maar waarbij tegelijkertijd de toegang tot werk en de prikkel om werk te zoeken worden gewaarborgd. Armoede onder werkenden wordt voorkomen. |
|
c. |
Lonen worden op een transparante en voorspelbare manier vastgesteld, volgens de nationale gebruiken en met inachtneming van de autonomie van de sociale partners. |
7. Informatie over arbeidsvoorwaarden en bescherming bij ontslag
|
a. |
Werknemers hebben het recht om bij hun indiensttreding schriftelijk in kennis te worden gesteld van hun rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de arbeidsrelatie, waaronder die met betrekking tot de proeftijd. |
|
b. |
Voorafgaand aan een ontslag hebben werknemers het recht te worden geïnformeerd over de redenen die eraan ten grondslag liggen en moet hun een redelijke opzegtermijn worden geboden. Zij hebben het recht op toegang tot een doeltreffend en onpartijdig systeem van geschillenbeslechting en, bij een kennelijk onredelijk ontslag, een recht op verhaal, waarbij onder meer een passende schadevergoeding is inbegrepen. |
8. Sociale dialoog en betrokkenheid van werknemers
|
a. |
De sociale partners worden, met inachtneming van de nationale gebruiken, geraadpleegd over de vormgeving en uitvoering van economisch, sociaal en werkgelegenheidsbeleid. Zij worden aangemoedigd te onderhandelen en collectieve overeenkomsten te sluiten op gebieden die voor hen van belang zijn, met inachtneming van hun autonomie en het recht op collectieve actie. In voorkomend geval worden overeenkomsten tussen de sociale partners op het niveau van de Unie en haar lidstaten uitgevoerd. |
|
b. |
Werknemers of hun vertegenwoordigers hebben het recht tijdig te worden geïnformeerd en geraadpleegd over zaken die voor hen van belang zijn, in het bijzonder als het gaat om de overdracht, herstructurering en fusie van ondernemingen en om gevallen van collectief ontslag. |
|
c. |
Het verlenen van steun, gericht op het vergroten van het vermogen van sociale partners om de sociale dialoog te bevorderen, wordt aangemoedigd. |
9. Evenwicht tussen werk en privéleven
Ouders en mensen met zorgtaken hebben recht op geschikte vormen van verlof, flexibele werkregelingen en toegang tot zorgvoorzieningen. Vrouwen en mannen hebben gelijke toegang tot speciale vormen van verlof om hun zorgtaken te kunnen vervullen en worden aangemoedigd daar op een evenwichtige manier gebruik van te maken.
10. Een gezonde, veilige en goed aangepaste werkomgeving en gegevensbescherming
|
a. |
Werknemers hebben recht op een hoog niveau van bescherming van hun gezondheid en veiligheid op het werk. |
|
b. |
Werknemers hebben recht op een werkomgeving die op hun professionele behoeften is afgestemd en hen in staat stelt langer op de arbeidsmarkt actief te blijven. |
|
c. |
Werknemers hebben recht op bescherming van hun persoonlijke gegevens binnen het kader van hun werk. |
HOOFDSTUK III
SOCIALE BESCHERMING EN INCLUSIE
11. Kinderopvang en hulp aan kinderen
|
a. |
Kinderen hebben recht op betaalbare en kwaliteitsvolle voor- en vroegschoolse educatie en zorg. |
|
b. |
Kinderen hebben recht op bescherming tegen armoede. Kinderen uit kansarme milieus hebben recht op specifieke maatregelen die gelijke kansen versterken. |
12. Sociale bescherming
Ongeacht de aard en de duur van hun arbeidsrelatie hebben werknemers en, onder vergelijkbare voorwaarden, zelfstandigen recht op adequate sociale bescherming.
13. Werkloosheidsuitkeringen
Werklozen hebben recht op geschikte vormen van activeringsondersteuning, verzorgd door openbare diensten voor arbeidsvoorziening met het oog op hun (re-)integratie op de arbeidsmarkt, en op toereikende werkloosheidsuitkeringen gedurende een redelijke periode, in overeenstemming met de door hen betaalde bijdragen en de nationale regels die bepalen wie voor dergelijke voorzieningen in aanmerking komt. Deze uitkeringen mogen geen negatieve prikkel vormen voor een snelle terugkeer op de arbeidsmarkt.
14. Minimuminkomen
Iedereen die over onvoldoende middelen beschikt, heeft het recht op adequate voorzieningen voor een minimuminkomen om in alle levensfasen een waardig leven te kunnen leiden, en op praktische toegang tot goederen en diensten die de zelfredzaamheid van mensen bevorderen. Voor mensen die tot werken in staat zijn, moeten de voorzieningen voor een minimuminkomen worden gecombineerd met prikkels om (weer) actief te worden op de arbeidsmarkt.
15. Inkomen voor ouderen en pensioenen
|
a. |
Werknemers en zelfstandigen hebben bij pensionering recht op een pensioen dat in verhouding staat tot hun bijdragen en een passend inkomen vormt. Vrouwen en mannen hebben gelijke mogelijkheden om pensioenrechten te verwerven. |
|
b. |
Iedereen heeft op oudere leeftijd recht op middelen die een waardig leven mogelijk maken. |
16. Gezondheid
Iedereen heeft recht op tijdige toegang tot betaalbare preventieve en curatieve gezondheidszorg van goede kwaliteit.
17. Inclusie van personen met een handicap
Personen met een handicap hebben recht op inkomenssteun waarmee een waardig leven wordt gewaarborgd, op diensten die hen in staat stellen om op de arbeidsmarkt en in de samenleving actief te zijn en op een werkomgeving die aan hun behoeften is aangepast.
18. Langdurige zorg
Iedereen heeft recht op betaalbare en hoogwaardige langdurige zorg, met name in de vorm van thuiszorg en gemeenschapsgerichte diensten.
19. Huisvesting en ondersteuning voor daklozen
|
a. |
Personen die dit nodig hebben, hebben toegang tot goede sociale huisvesting of tot hoogwaardige hulp bij huisvesting. |
|
b. |
Kwetsbare personen hebben recht op passende ondersteuning en bescherming tegen gedwongen uitzetting. |
|
c. |
Passend onderdak en adequate diensten worden verstrekt aan daklozen om hun sociale integratie te bevorderen. |
20. Toegang tot essentiële diensten
Iedereen heeft recht op toegang tot essentiële diensten van goede kwaliteit, waaronder water, sanitaire voorzieningen, energie, vervoer, financiële diensten en digitale communicatie. Hulp bij de toegang tot deze diensten is beschikbaar voor personen die daar behoefte aan hebben.
(1) Resolutie van het Europees Parlement van 19 januari 2017 over de Europese pijler van sociale rechten (2016/2095(INI)).
(2) Verklaring van Bratislava van 16 september 2016.
(3) Verklaring van Rome van 25 maart 2017.
(4) Gemeenschappelijke verklaring van de sociale partners van 24 maart 2017.
Europese Commissie
|
13.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 428/16 |
Wisselkoersen van de euro (1)
12 december 2017
(2017/C 428/10)
1 euro =
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
1,1766 |
|
JPY |
Japanse yen |
133,54 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4423 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,88068 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
9,9328 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
1,1671 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
|
|
NOK |
Noorse kroon |
9,8245 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
25,596 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
314,33 |
|
PLN |
Poolse zloty |
4,2044 |
|
RON |
Roemeense leu |
4,6335 |
|
TRY |
Turkse lira |
4,5040 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,5541 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,5098 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
9,1848 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6956 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
1,5901 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 281,27 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
16,0156 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,7875 |
|
HRK |
Kroatische kuna |
7,5395 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
16 004,41 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,7860 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
59,377 |
|
RUB |
Russische roebel |
69,2925 |
|
THB |
Thaise baht |
38,369 |
|
BRL |
Braziliaanse real |
3,9051 |
|
MXN |
Mexicaanse peso |
22,4566 |
|
INR |
Indiase roepie |
75,7700 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen
|
13.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 428/17 |
Besluit van de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen
van 7 augustus 2017
tot registratie van Europees Links
(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)
(2017/C 428/11)
DE AUTORITEIT VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN EN EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (1), en met name artikel 9,
Gezien de aanvraag van Europees Links,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen („de Autoriteit”) heeft een aanvraag ontvangen voor registratie als een Europese politieke partij overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van Europees Links („verzoekende partij”) op 6 juli 2017 en herziene versies van delen van die aanvraag op 11 juli 2017, 14 juli 2017, 18 juli 2017, 25 juli 2017, 27 juli 2017 en 3 augustus 2017. |
|
(2) |
Verzoekende partij heeft documenten overgelegd waaruit blijkt dat zij voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014, met een verklaring opgesteld volgens het standaardformulier in de bijlage bij die verordening, alsmede haar statuten met daarin de bepalingen zoals voorgeschreven in artikel 4 van die verordening. |
|
(3) |
De aanvraag gaat verder vergezeld van een verklaring van notaris Valérie Bruyaux krachtens artikel 15, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014, waarin deze verklaart dat verzoekende partij gevestigd is in België en dat de statuten van verzoekende partij conform de relevante bepalingen van de nationale wetgeving zijn. |
|
(4) |
Verzoekende partij heeft nog aanvullende documenten overgelegd conform de artikelen 1 en 2 van Gedelegeerde Verordening (EU, Euratom) 2015/2401 van de Commissie (2). |
|
(5) |
Overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 heeft de Autoriteit de aanvraag en ondersteunende documentatie onderzocht en vastgesteld dat verzoekende partij voldoet aan de in artikel 3 vastgelegde voorwaarden voor registratie en dat de statuten de in artikel 4 van die verordening voorgeschreven bepalingen bevatten, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Europees Links wordt hierbij geregistreerd als Europese politieke partij.
Zij verkrijgt Europese rechtspersoonlijkheid op de dag van de bekendmaking van dit besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 2
Dit besluit wordt van kracht op de dag van kennisgeving.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot:
|
Europees Links |
|
De Meeûssquare 25 |
|
1000 Brussel |
|
BELGIË |
Gedaan te Brussel, 7 augustus 2017.
Voor de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen
De directeur
M. ADAM
(1) PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU, Euratom) 2015/2401 van de Commissie van 2 oktober 2015 betreffende de inhoud en de werking van het register van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (PB L 333 van 19.12.2015, blz. 50).
BIJLAGE
Statutes of the Party of European Left
The non-profit association for which these statutes are written up was founded on 01 July 2004 by:
|
|
Bertinotti Fausto, viale Regina Margherita 151 Rome (Italy), born on 22/03/1940 in Milan (Italy) |
|
|
Marset Campos Pedro, calle Princesa 3 Murcia (Spain), born on 11/09/1941 in Valencia (Spain) |
|
|
Scholz Helmut, Regensburger straße 21 15738 Zeuthen, (Germany), born in Berlin on 21/06/1954 |
|
|
Frutos Grass Francisco, Avenida Albufera 69 Madrid (Spain), born on 25/01/1939 in Barcelona (Spain) |
|
|
Núňez José Luis, Calle Alustante 6 Madrid (Spain), born on 18/09/1940 in Ourense (Spain) |
|
|
Della Valle Gian Luca, Via del Notario 3 San Marino, born on 01/04/1968 in San Marino |
|
|
Pappas Stylianos, L Manolipi 139 Kesariani Athens (Greece), born on 09/03/1945 in Lamia (Greece) |
|
|
Losa Myriam. Avenue victor rousseau 58 1190 Brussels, born on 07/07/1967 in Brussels (Belgium) |
|
|
Giaculli Paola, Via Gi Mercuriale 14 Rome (Italy), born on 16/08/1961 in Empou (Italy) |
|
|
Migliore Gennaro, Via Castagna Coop. vette F 51 800026 casoria (Italy), born on 21/06/1968 in Naples (Italy) |
|
|
Mascia Graziella, Via Imperia 19 Milan (Italy), born on 03/09/1953 in Magenta (Italy) |
|
|
Schubert Katina, Siegweg 22 Bonn 5 (Germany), born on 28/12/1961 in Heildeberg (Germany) |
|
|
Gehrcke Wolfgang, Ryke straße 39 Berlin (Germany), born on 08/09/1943 in Reichan (Germany) |
|
|
Gohde Claudia, Diefknbachstraße 584 Berlin (Germany), born on 11/09/1958 in rotemburg (Germany) |
|
|
Polycarpou Vera, Ezekias Papaioannou 4 Nicosia (Cyprus), born in Afoula (Israel) |
|
|
Theodorakopoulou Anastasia, Agathoupoleos 49 Athens (Greece), born on 01/10/1954 in Athens (Greece) |
|
|
Balaure Cornel Florin, Vd Mihai Bravu 6 Bucharest (Romania), born on 17/10/1952 in Bucharest (Romania) |
|
|
Cretu constantin, Chilia Veche 8 Bucharest (Romania), born on 17/10/1949 in Valea (Romania) |
|
|
Fritz-Klackl Waltraud, Hintere Zollamtstraße, 11/7 Vienna (Austria) |
|
|
Meyer Pleite Willy, Dehesa de Pagollano 11550 Chipiona Cadiz (Spain), born on 19/08/1952 in Madrid |
|
|
Garnier Gilles, Rue de Merlan 28 93130 Noisy le Sec (France), born on 11/02/1959 in Paris (France) |
Founding members of the European Left as member organisations were:
|
|
Communist Party of Austria |
|
|
Party of Democratic Socialism, Czech Republic |
|
|
Estonian Social-Democratic Labour Party, |
|
|
French Communist Party, France |
|
|
Party of Democratic Socialism, Germany |
|
|
Coalition of the Left, the Progress and the Movements — Synaspismos, Greece |
|
|
Workers-Party, Hungary |
|
|
Communist Refoundation Party, Italy |
|
|
Socialist Alliance Party, Romania |
|
|
Communist Refoundation, San Marino |
|
|
Communist Party of Slovakia |
|
|
Communist Party of Spain |
|
|
United Alternative Left of Catalonia, Spain |
|
|
United Left, Spain |
|
|
Swiss Party of Labour, Switzerland. |
The association was registered under legal person number 866441216.
The undersigned, representing the Association, and in accordance with the decision of the General Assembly held in Brussels (24 June 2017) and the Congress held in Berlin (16-18 December 2016), are presenting the amendment of the Statute as follows:
Statute
Statute of the Party of the European Left
(Full text of the Statute, as it was adopted at the Founding Congress of the European Left in Rome, May 9, 2004, with the amendments approved by the 2nd Congress in Prague, November 2007, by the 3rd Congress in Paris, December 5, 2010, by the 4th Congress in Madrid, December 14, 2013, by the 5th Congress in Berlin, December 18, 2016, and by the General Assembly meeting in Brussels, June 24, 2017.)
1. General Provisions, Name, Seat and Term
Article 1
Preamble
The ‘Party of the European Left’, abbreviated here to ‘European Left’ (EL) is a flexible, decentralised association of independent and sovereign European left-wing parties and political organizations which works on the basis of consensus.
We unite democratic parties of the alternative and progressive Left on the European continent that strive for the consistent transformation of today's social relationships into a peaceful and socially just society on the basis of the diversity of our situations, our histories and our common values.
Therefore we refer to the values and traditions of the socialist, communist and labour movement, of feminism, the feminist movement and gender equality, of the environmental movement and sustainable development, of peace and international solidarity, of human rights, humanism and antifascism, of progressive and liberal thinking, both nationally and internationally. We work together in the tradition of the struggles against capitalist exploitation, ecological destruction, political oppression and criminal wars, against fascism and dictatorship, in resistance to patriarchal domination and discrimination against ‘others’.
We defend this legacy of our movement which inspired and contributed to securing the social certainties of millions of people. We keep the memory of these struggles alive including the sacrifices and the sufferings in the course of these struggles. We do this in unreserved disputation with undemocratic, Stalinist practices and crimes, which were in absolute contradiction to socialist and communist ideals.
The political and economic developments in the capitalist societies at the beginning of the 21st century create the necessity and the possibility for parties of the Left, for democratic movements and alternative social forces, when working out and realising social alternatives not only to take into account all aspects of globalisation and internationalisation. Europe as a new space for the integration of more and more countries in East and West, in North and South is both an opportunity and a challenge to regain the political initiative for Left forces. We want and have to most closely combine our work on this political level with the social activities of members and sympathizers of the party organisations within the communities, regions and nation states.
We are doing it in sharp rejection of and developing an alternative to capitalism and to the financial hegemonic groups with its worldwide attempts of pushing through neo-liberal policies into the daily life of the peoples by the so-called political and economic elites.
And we want and have to do so being not a force free of contradictions, having differing views on many issues. But we are united in resisting political incapacitation and taking part in common struggles for an alternative that has freedom, equality, justice and solidarity as its goals.
With this international approach we declare:
The Left is willing to take on responsibility in Europe and the world for the shaping of our societies, to work out political alternatives, to promote them among the public and to win the required majorities.
Liberal internationalisation and globalisation are no phenomena of nature but the result of political developments and decisions. Therefore we stand consequently against the neo-liberal policy of dealing with these challenges, against war and militarization. Just now courage and confidence must be given to the people that the world is not a commodity, that a new world of peace, democracy, sustainability and solidarity is possible.
Article 2
Name and seat
The non-profit organization uses the name ‘Party of the European Left’, or in its abbreviated form ‘European Left’ (EL). The name is always preceded or followed by the wording ‘Association sans but lucratif’ or acronym ‘ASBL’, indicating that it is founded in conformity with the Belgian law (‘Loi sur les associations sans but lucrative, les associations internationals sans but lucrative et les fondations’; hereinafter referred to as ‘the Law’ or ‘the Belgian law’) and that it does not pursue any profit goals. The party of the EL gets an official name in each of the official languages of the European Union as well as in the official languages of the states where EL member parties exist.
The names are:
|
|
‘Partit de L 'Esquerra Europea’ or ‘Esquerra Europea’ or ‘EE’ in Catalonian |
|
|
‘Strana evropské levice’ or ‘Evropská levice’ or ‘EL’ in Czech |
|
|
‘Party of the European Left’ or ‘European Left’ or ‘EL’ in English |
|
|
‘Euroopa Vasakpartei’ or ‘Euroopa Vasak’ or ‘EV’ in Estonian |
|
|
‘Parti de la Gauche Européenne’ or ‘Gauche Européenne’ or ‘GE’ in French |
|
|
‘Partei der Europäischen Linken’ or ‘Europäische Linke’ or ‘EL’ in German |
|
|
‘Κόμμα της Ευρωπαϊκής Αριστεράς’ or ‘Ευρωπαϊκή Αριστερά’ or ‘EA’ in Greek |
|
|
‘Európai Baloldali Párt’ or ‘Európai Bal’ or ‘EB’ in Hungarian |
|
|
‘Partito della Sinistra Europea’ or ‘Sinistra Europea’ or ‘SE’ in Italian |
|
|
‘Partido da Esquerda Europeia’ or ‘Esquerda Europeia’ or ‘EE’ in Portuguese |
|
|
‘Partidul Stîngii Europene’ or ‘Stînga Europeana’ or ‘SE’ in Romanian |
|
|
‘Európska ľavicová strana’ or ‘Európska ľavica’ or ‘EĽ’ in Slovakian |
|
|
‘Partido de la Izquierda Europea’ or ‘Izquierda Europea’ or ‘IE’ in Spanish |
|
|
‘Partidul Stîngii Europene’ or ‘Stînga Europeana’ or ‘SE’ in Moldovan respectively in Romanian languages, |
|
|
‘Avrupa Sol Partisi’ or ‘Avrupa Sol’ or ‘ASP’ in Turkish language, |
|
|
‘Партыя Eўрaпейскіх лeвых’ or ‘Eўрaпейскія лeвыя’ or ‘EЛ’ in Belarusian language, |
|
|
‘Europese Linkspartij’ or ‘Europees Links’ or ‘EL’ in Vlamish language, |
|
|
‘Европейската лява партия’ or ‘Европейската левица’ or ‘ЕЛ’ in Bulgarian language, |
|
|
‘Euroopan vasemmistopuolue’ or ‘Euroopan vasemmisto’ or ‘EV’ in Finnish language, |
|
|
‘Europæisk Venstreparti’ or ‘Europæisk Venstre’ or ‘EV’ in Danish language, |
|
|
‘Stranka evropske levice’ or ‘Evropska levica’ or ‘EL’ in Slovenian language, |
|
|
‘Europeiska vänsterpartiet’ or ‘Europeiska vänstern’ or ‘EV’ in Swedish language. |
The juridical seat of the EL is in 1000 Brussels, the head-office is located in Square de Meeus, 25, in the Brussels judicial region, and might be moved to another place in Belgium after decision by the Executive board.
Article 3
Term
The association is created for an undetermined term.
2. Aims
Article 4
The EL aims to:
|
— |
contribute to common political action of the democratic and alternative Left in EU Member States as well as on the European level; |
|
— |
promote the social, emancipatory, ecological, peace-loving as well as democratic and progressive thinking and acting of the parties, their members and sympathisers, and therefore to reinforce the parties' actions to develop emancipatory, democratic, peace, social, ecological and sustainable policies which is essential to transform the societies and to overcome today's capitalism; |
|
— |
use democratic forms to struggle for overcoming contemporary capitalist relations; |
|
— |
consolidate the cooperation of the parties and political organisations at all levels; |
|
— |
promote the confrontation of their analyses and the coordination of their orientations at the European level; |
|
— |
cooperate with other political organisations at European level pursuing similar targets; |
|
— |
promote a ‘European public relations work’ that actively supports the development of a European identity according to our values and aims; |
|
— |
cooperate in the preparation of the European elections and in referenda in the European scale, in full compliance with limitations laid down in the Regulation (EU, Euratom) No 1141/2014 of the European Parliament and of the Council, in particular with the articles 21, 22 (hereinafter called ‘Regulation (EC) No 1141/2014’); |
|
— |
initiate, prepare and support Europe-wide initiatives of the EL and its parties — together with other parties, party-networks and NGOs (acting in full compliance with the above-mentioned Regulation (EC) No 1141/2014); |
|
— |
all decisions concerning choices and attitudes of EL member parties or political organizations in their own countries remain strictly under the sovereignty of national parties. |
The EL supports fully gender equality in all areas of daily life. Feminism, gender-mainstreaming and gender-democracy are basic principles for the functioning and development of the EL.
3. Membership
Article 5
Founding members of the EL are socialist, communist, red-green and other democratic left parties of the Member States and associated states of the European Union (EU) who are working together and establishing various forms of cooperation at all levels of political activity in Europe based on the agreements, basic principles and political aims laid down in its political programme (manifesto). Agreement on the European Left's Statutes is prerequisite for membership to the Party of the European Left.
Membership to the EL is open to any left party and political organisation in Europe that agrees with the aims and principles of the political programme (manifesto) and accepts these statutes. Their membership is granted by decision of the members.
Other parties and political organisations may apply for observer status or might be invited by the members to become observers to the EL.
Number of member parties is unlimited, but the minimum number of full members is three. Should the number fall below this threshold, the Association is obliged to start procedures for its dissolution.
Article 6
The European Left consists of:
|
— |
Member parties and political organizations with full rights; |
|
— |
Observer parties or political organizations; |
|
— |
Individual members; |
|
— |
EL partners. |
Article 6bis
List of actual members
The member parties of European Left are:
|
— |
Bulgarian Left, Bulgaria, |
|
— |
Communist Party of Austria (KPÖ), |
|
— |
Communist Party of Finland (SKP), Finland, |
|
— |
Communist Party of Spain (PCE), |
|
— |
Communist Refoundation Party (PRC), Italy, |
|
— |
Dei LENK (dL), Luxembourg, |
|
— |
Die LINKE, Germany, |
|
— |
Estonian United Left Party (EÜVP), Estonia, |
|
— |
Freedom and Solidarity Party (ODP), Turkey, |
|
— |
French Communist Party (PCF), France, |
|
— |
Initiative for Democratic Socialism (IDS), Slovenia, |
|
— |
Left Alliance, Finland, |
|
— |
Left Bloc (BE), Portugal, |
|
— |
Left Party (PG), France, |
|
— |
Partie Communiste Wallonie-Bruxelles (PCWB), Belgium, |
|
— |
Party of Communists of Republic of Moldova (PCRM), Moldova, |
|
— |
Party of Democratic Socialism (SDS), Czech Republic, |
|
— |
Party of Ecosocialism and Sustainable Development of Slovenia (TRS), |
|
— |
Red-Green Alliance (RGA), Denmark, |
|
— |
Romanian Socialist Party (RSP), Romania, |
|
— |
Swiss Party of Labour (PST/POP/PDA), Switzerland, |
|
— |
SYRIZA, Greece, |
|
— |
The Belarusian Party of the Left ‘Fair World’ (Fair World), Belarus, |
|
— |
United Alternative Left of Catalonia (EUiA), Spain, |
|
— |
United Left (IU), Spain, |
|
— |
Workers-Party 2006 (WP 2006), Hungary. |
The observer parties of European Left are:
|
— |
AKEL, Cyprus, |
|
— |
Altra Europa con Tsipras (AET), Italy, |
|
— |
Communist Party of Bohemia and Moravia (CPBM), Czech Republic, |
|
— |
Communist Party of Slovakia, Slovakia, |
|
— |
Left Unity, United Kingdom, |
|
— |
New Cyprus Party (YKP), Cyprus, |
|
— |
United Cyprus Party (BKP), Cyprus, |
|
— |
VEGA, Belgium, |
EL- Partners
|
— |
Balpárt, Hungary, |
|
— |
Der Wandel, Austria, |
|
— |
Ensemble (E!-FdG), France, |
Article 7
New members, admission and suspension
|
(1) |
A member party or political organisation of the EL with full rights and duties can become any left party or political organisation that is represented in the European Parliament, or in the National parliaments or in the Parliaments of regions resp. in regional assemblies within the EU member-states. In EU Member States with no regional level it will be sufficient for a party or political organisation to have representatives on the municipal level, if a municipal parliament represents at least 20 percent of the country's population. Parties or political organisations, coming from EU Member States or non-EU-Member States, can become members of the European Left with full rights, irrespectively if they have parliamentarian representation on different levels. |
|
(2) |
Membership in the EL does not prohibit the membership in other associations, including outside the European Union if their acting is not contrary to the aims and principles of the EL. The structure of the EL allows political organisations which are politically close to the EL to take part in its activities in a flexible manner. If desirable for both sides, EL can establish a cooperation protocol for this purpose, and the respective organisations are entitled the designation ‘EL partner’. The main criterion here is the political consent with the basic positions of the EL; the decision-making process inside the EL on this issue follows the rules for decision about membership issues. |
|
(3) |
Applications for membership in the EL are discussed and decided by the Council of Chairpersons on a basis of proposals from the Executive board, and ratified by the General Assembly on suggestion of the Executive board on the basis of the application, the rules and political programme presented by the applicant. The decision by the Council of Chairpersons has to be based on consensus. |
|
(4) |
The temporary/provisional suspension from participation in activities, or the cancellation of membership in the EL in case a member party or political organisation seriously violates statutes and political aims are carried out through the same procedures as the admittance. |
|
(5) |
The applications for observer status is decided in the same way, except for the need of ratification. Observer parties or political organisations take part in the meetings, to which they are invited, as consultants. They can make proposals to the Executive board for examination and decision making. |
|
(6) |
Member parties or political organisations that want to leave the EL have to declare this officially; the same procedure applies to observers and individual members. |
Article 8
Individual members
The EL introduces the opportunity of individual membership as a contribution to its future development. In countries where full-right member parties or political organizations exist each member party or political organization is free to decide to carry out this opportunity and to adopt — for its own country — the most convenient approach and practical methods. According to that approach women and men residents of an EU Member State can become individual members of the EL. In countries where full-right member parties or political organizations exist they can form friendship circles associated to these parties of the European Left. Citizens of other European countries associated to the EU can also apply for individual membership. They can join or create a national group of individual members applying for observer status in the EL.
Article 9
Political foundation
The political foundation on European level Transform!Europe is affiliated to the EL.
Article 10
Rights and duties of the member and observer parties
The full members (Member Parties) exercise the rights assigned by law, namely:
|
— |
the right to access the decisions taken by the General Assembly, by the Executive Board and by all other organs of the EL, the accounting records and the list of members; |
|
— |
the right to convene the extraordinary General Assembly on condition that at least one fifth of members request this; |
|
— |
the right to propose an item on the agenda on condition that the proposal is signed by a number of members equal at least to one twentieth; |
|
— |
the right to participate in the General Assembly and in the Congress or to be represented there; |
|
— |
the right to vote at the General Assembly and in the Congress; |
|
— |
the right to a specific procedure in the case of expulsion; |
|
— |
the right to request dissolution or liquidation of the Association should it seriously contravene its statutes or the law or public order; |
|
— |
the right to call for an act of the Association to be invalidated; |
|
— |
the right to request the court of first instance to decide the mandate of the liquidators; |
|
— |
the right to initiate proceedings before a court of first instance against the decisions of the liquidators in relation to the use of assets insofar as the statutes so allow; |
|
— |
the right to withdraw from the Association. |
In addition, full members have the following rights:
|
— |
right of participation in the meetings and voting about all issues; |
|
— |
right of initiative in proposing the documents and positions of the EL Party; |
|
— |
right of proposing common activities of the Party. |
The Observer Parties and Individual Members have the same rights except for the right of voting. The same applies to the EL Partners.
The Member Parties have following duties:
|
— |
duty to observe the valid documents (Statute, programmatic documents) of the EL Party; |
|
— |
duty of paying Membership fees; |
|
— |
duty to be in contact with the leading organs of the Party. |
The Observer Parties and Individual Members have the same duties except the duty of Membership fee payment.
4. The organs of the EL and the decision-making process
Article 11
The European Left has the following organs:
|
— |
the Congress; |
|
— |
the General Assembly; |
|
— |
the Council of Chairpersons; |
|
— |
the Executive board; |
|
— |
the Presidency; |
|
— |
the Political Secretariat. |
Mode of work
Article 12
The work of the EL organs has to be performed openly and transparently, all political documents adopted are to be published. The EL documents and materials are supplied to all member parties and political organisations. Personal data can only be made public when the Belgian law and/or regulations by the European or Belgian authorities stipulate to do so.
For the concrete mode of work of all bodies as well as regulations concerning the decision-making process rules of procedures have to be worked out and to be adopted by these organs on proposal of the council of chairpersons.
Respecting the values of gender democracy the share of women in all organs (except the Council of Chairpersons) must be 50 %.
Being a pluralistic association, proceedings of the EL have to be chosen that guarantee the rights of different sensitivities.
Article 13
The EL is striving to cooperate closely with parliamentarian groups of the Left in other European bodies and networks.
The EL will establish forms of cooperation with youth organisations of the European Left — both representing national or regional organisations as well as European structures and other international networks.
The Congress
Article 14
The Congress has all powers of the General Assembly, in addition to that it
|
— |
elects the EL chairperson and Vice-chairperson/s on the basis of a proposal by the Council of Chairpersons following a rotation principle; |
|
— |
elects the treasurer on the basis of a proposal by the Executive board; |
|
— |
elects the Executive board consisting of two members of each party in accordance to the nomination by each respective member party; |
|
— |
elects at least three and odd auditors. |
Article 15
The Congress shall hold at least one session every three calendar years. It is convened by the Executive board, which can also decide on convening an extraordinary congress. In the year, when the Congress is convened, it fullfils also the duties of General Assembly.
The Congress takes place alternately in different Member States of the European Union or in European states where EL member parties or political organisations exist.
A Congress can be convened at the request of at least 25 % of its delegates.
Article 16
The Congress consists of:
|
— |
12 delegates of each Member party, who have the voting rights. The key for the number of delegates might be changed by every Congress for the next Congress. The delegates are elected by their parties with respect to the gender equality, i.e. with at least 50 % of women. Parties do not have to use the full number of delegates. |
The Congress can only take decisions if at least half of the members are present or represented, its decisions are taken by the majority of delegates present at its session. Delegates, representing the Member Parties, have full voting rights, each delegate one vote. The proposals it decides upon have to be based on the principle of consensus as stipulated by Article 1 (preamble) of this Statute.
All other participants are observers without the right to vote: i.e.:
|
— |
Representatives of the observer parties resp. organisations; |
|
— |
Members of the Executive board, not being delegates; |
|
— |
Invitees and guests, including members of the Parliamentarian groups of Left parties in the European Parliament, the National Parliaments or in other European bodies resp. networks |
Article 17
In addition, the Executive board is permitted to invite representatives of other parties or organisations to the Congress.
The Council of Chairpersons
Article 18
The Council of Chairpersons is meeting at least once a year.
Members are:
|
— |
the Chairpersons of all member parties |
|
— |
the EL Chairperson and Vice-chairperson/s |
The Council of Chairpersons can invite other representatives of EL bodies or from EL member parties resp. political organisations to participate in its meeting.
Article 19
The Council of Chairpersons has, with regards to the Executive board, the rights of initiative and of having objection on important political issues.
The Council of Chairpersons adopts resolutions and recommendations that are passed to the Executive board and the Congress.
The Council of chairpersons decides about applications for EL membership.
The decisions of the Council of Chairpersons are adopted by majority of the members present with the respect for the consensus principle (Art. 1 of this Statute); it can only take decisions if at least half of the members are present or represented.
The Executive board
Article 20
The Executive board consists of:
|
— |
the Chairperson and Vice-chairperson/s |
|
— |
the Treasurer |
|
— |
further Members elected on the basis of a key of two persons from each member party by the Congress at a gender-quoted basis. |
Article 21
Executive board meetings take place at least two times a year.
The convening of a meeting of the Executive board can also be asked for by a member party or political organization.
It can only take decisions if the majority of members are present or represented. Its decisions are taken by majority of the members present or represented, with the chairperson or his/her replacement having the casting vote, should the vote be tied.
Article 22
The Executive board carries out the decisions on the basis and orientations of the Congress and General Assembly and in accordance with the Council of Chairpersons
The Executive board is responsible for organizing the daily work of the EL. It is responsible for the creation, composition and functioning of the Political Secretariat. The Executive board has to adopt the rules of its own work, as well as the rules of the work of the Secretariat.
It determines the political guidelines of the EL between the General Assembly meetings. It proposes, plans and convenes political initiatives for the EL, convenes conferences or thematic meetings. It sets permanent or ad hoc working groups on special political issues and questions, chooses their responsible staff and fixes their tasks in accordance with the plan of action established by the Congress.
The Executive board convenes the Congress and General Assembly meetings, fixes the proposals for time-table and venue, and suggests the standing orders and agenda.
The General Assembly
Article 23
The General Assembly is composed by the members of the Executive board and by the members of the Council of Chairpersons. When convening the General Assembly, the Executive board can decide to include more delegates from the Member Parties, but the principle of equal representation of all parties should be respected.
Article 24
The General Assembly meets once a year, with the exception of the years, when the Congress is convened; in these years the Congress meeting replaces the General Assembly meeting.
The General Assembly is convened by the decision of the Executive Board, by the chairperson or his/her replacement, at least 60 days before the date of the meeting unless in case of emergency. In the latter case, the period may not be less than 30 days. Invitations must be sent by email or by regular post and must give the agenda as well as the day, time and place of the meeting.
It can also be convened by a request addressed in writing to the chairperson by at least one fifth of the members.
Any member of the General Assembly unable to attend can be represented at its meeting by another member from the same Member Party, to whom s/he must give written authority to act (letter, fax or email). The authorised representative may not hold more than two authorisations valid for the same general assembly meeting.
The General Assembly may only deliberate an issue if half the members are present or represented.
Article 25
The authority of the General Assembly is determined by Law.
The proposals it decides upon have to be based on the principle of consensus as stipulated by Article 1 (preamble) of this Statute.
It decides the following by majority:
|
— |
modification of the statutes; |
|
— |
nomination or removal of Presidency or its members; |
|
— |
nomination or removal of auditors and determining their allowance on condition that the statutes so allow; the position of an auditor is not compatible with the function of the Treasurer of EL or a Treasurer any Member or Observer party; |
|
— |
approval of the budget and the accounts; |
|
— |
dissolution of the Association; |
|
— |
exclusion of a member; |
|
— |
transformation of the Association into an association with a social aim; |
|
— |
all other cases where the statutes provide for its decision. |
The General Assembly:
|
— |
determines the political guidelines of the EL between the Congresses and adapts decisons of the Congress to the current political situation; |
|
— |
adopts the annual agenda of the EL; |
|
— |
determines political platform and strategy of the EL for the elections to the European Parliament; |
|
— |
comments on the report of activities for the preceded period and on the program for further work presented by the Executive board; |
|
— |
proposes discussions of and/or within member parties or political organisations on political developments or special questions. |
Changes of these statutes and the Manifesto are decided by the Congress after a thorough debate on the issue within each member party. If, due to changes in European legislation, a conflict arises between this Statute and the valid European or national regulations in the time between two Congresses, the General Assembly is entitled to adopt, on the basis of proposals made by the Executive board, provisional changes to the Statute which will bring it to correspondence with the European regulations. These changes are considered temporary, and their validity or rejection would be decided by the next EL Congress.
The Presidency
Article 26
The Presidency consists from the Chairperson, Vice-chaiperson(s) and the Treasurer. It fulfills the role of ‘conseil d'administration’ according to the Belgian law, representing the EL legally, financially and administratively.
The Presidency members are appointed by the General Assembly for a period of three years and can be dismissed by the General Assembly at any time.
If the General Assembly has not replaced the Presidency at the end of their mandate, they shall continue to exercise their mandate while awaiting the decision of the General Assembly.
Their mandate only expires in the case of death, resignation or dismissal.
If a position is vacant, a member can be appointed provisionally by the General Assembly. In that case the member will carry out the mandate of the member s/he is replacing. Outgoing members are re-eligible.
If the Chairperson is unable to attend, his/her functions shall be carried out by the vice-chairperson or the oldest member of the Presidency present.
The Presidency shall meet at the instance of the Chairperson or of two members of the Presidency.
It may only take a decision if the majority of its members are present or represented. Its decisions are taken by majority of voters present or represented; should the vote be tied, the Chairperson has the casting vote.
Article 27
The Chairperson is elected by the Congress. A candidate for the EL Chairperson is presented by the Council of Chairpersons until and including the next Congress. The candidacy should follow a rotation principle.
On a proposal of the Council of Chaipersons the Congress elects one or more Vice-chairpersons on a gender quota basis.
Article 28
In case the post of the Chairperson becomes vacant before the next ordinary Congress, the Executive board can name a Chairperson ad interim until the next Congress.
Article 29
The Chairperson represents the EL in the public sphere in the contacts with representatives of organisations and institutions, including the EU authorities, Trade Unions, non-governmental organisations and associations:
The Vice-chairperson/s support/s the Chairperson in fulfilling his/her duties.
The Political Secretariat
Article 30
The Political Secretariat carries out the decisions of the EL organs. It is lead by a coordinator. It consists of the members elected on the basis of proposal by the Council of Chairpersons by the Executive board (with the respect to gender equality). The Secretariat fulfils the duties of a CEO, being tasked with the daily management of the Party including the authority to take the decisions needed for this task.
In particular it is responsible for:
|
— |
supporting the Presidency; |
|
— |
running the regular business and preparing the meetings of the Executive board; |
|
— |
executing the decisions and respective orders of the Executive board; |
|
— |
maintaining close relationships with the whole prime executives of the member policies; |
|
— |
maintaining contacts to the member and observer parties and political organizations; |
|
— |
supporting the EL working groups; |
|
— |
maintaining relations to the media in cooperation with the Presidency; |
|
— |
maintaining the contact of the EL with the Parliamentarian Groups in which there will be deputies of Left parties in the EP and other European/international institutions etc.; |
|
— |
running the archives; |
|
— |
securing transparency of all political work; |
|
— |
guiding the work of the EL office; |
|
— |
reporting on its work to each Executive board meeting. |
5. The Finances of the EL
Article 31
The EL is financing itself by membership fees, contributions and public subsidies. The financing is based on transparency, in particular in terms of bookkeeping, accounts and donations, privacy and protection of personal data, in accordance with the Regulation (EC) No 1141/2014 of the European Parliament and the Council, in particular its Article 23.
The Treasurer prepares the annual budget, which has to be approved by the General Assembly after its adoption in the meeting of treasurers of the member parties. The budget has to be prepared and approved in accordance with the regulations and rules regarding the funding of the political parties on European level. The Treasurer also prepares the annual accounts which then are verified by the group of elected internal auditors. The annual accounts are then approved by the General Assembly.
The (annual) membership fee is set by the general assembly. The membership fee may not be less than one (1) euro per year, and shall not exceed the maximal values according to the Regulation (EC) No 1141/2014 of the European Parliament and the Council, Article 20.
6. Dissolution of the EL
Article 32
The dissolution of the EL requires a decision of the General Assembly.
The General Assembly can only pronounce dissolution in the same circumstances as those for modification of the statutes of the Association. The General Assembly which pronounces the dissolution of the Association shall appoint liquidators and shall determine their authority. The assets, after the discharge of any debts, must be transferred to an association, an institute or a foundation that follows the same goal as this association, by decision of the general assembly.
Article 33
Anything not explicitly provided for in these statutes shall be regulated by the Belgian law (‘Loi sur les associations sans but lucrative, les associations internationals sans but lucrative et les fondations’), and by the applicable European laws and regulations, in particular the Regulation (EC) No 1141/2014 of the European Parliament and the Council on the statute and funding of European political parties and European political foundations.
Article 34
These statutes have been drawn up in French and English. Should there be any discrepancy between the two linguistic versions, the English version shall prevail (1).
(1) New article, reflecting the present practice.
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN
|
13.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 428/32 |
Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij
(2017/C 428/12)
Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel:
|
Datum en tijdstip van sluiting |
10.10.2017 |
|
Duur |
10.10.2017-31.12.2017 |
|
Lidstaat |
Denemarken |
|
Bestand of groep bestanden |
LIN/04-C. |
|
Soort |
Leng (Molva molva) |
|
Gebied |
Wateren van de Unie van IV |
|
Vissersvaartuigtype(s) |
— |
|
Referentienummer |
20/TQ127 |
(1) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.
|
13.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 428/32 |
Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij
(2017/C 428/13)
Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel:
|
Datum en tijdstip van sluiting |
10.10.2017 |
|
Duur |
10.10.2017-31.12.2017 |
|
Lidstaat |
België |
|
Bestand of groep bestanden |
NEP/8ABDE. |
|
Soort |
Langoustine (Nephrops norvegicus) |
|
Gebied |
VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe |
|
Vissersvaartuigtype(s) |
— |
|
Referentienummer |
21/TQ127 |
(1) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.
V Bekendmakingen
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
|
13.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 428/33 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.8718 — Starwood Capital Group/Accor/Sofitel Budapest Chain Bridge Hotel)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2017/C 428/14)
|
1. |
Op 1 december 2017 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
Starwood Capital Group en Accor-Pannonia Hotels Zrt verkrijgen de gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over het hotel Sofitel Budapest Chain Bridge, dat momenteel onder de uitsluitende zeggenschap staat van Accor-Pannonia Hotels Zrt. De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen/activa en een beheerscontract. |
|
2. |
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:
|
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2). |
|
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld: M.8718 — Starwood Capital Group/Accor/Sofitel Budapest Chain Bridge Hotel. Opmerkingen kunnen aan de Commissie worden toegezonden per e-mail, per fax of per post. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („concentratieverordening”).
(2) PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.
|
13.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 428/35 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.8716 — Mirova/GE/Idesamgar/Idesamgar 1)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2017/C 428/15)
|
1. |
Op 1 december 2017 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
Mirova-Eurofideme 3 en GE verkrijgen de gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over Idesamgar SL en Idesamgar 1 SL. De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen. |
|
2. |
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn: — Mirova-Eurofideme 3: Frans durfkapitaalfonds dat zich toelegt op verantwoord investeren en dat fondsen beheert ten behoeve van institutionele beleggers in verschillende activaklassen, zoals onder meer hernieuwbare energie en kerninfrastructuren, duurzame aandelen en „groene” obligaties; — GE: wereldwijde productie-, technologie- en dienstenonderneming. De kernactiviteit van de divisie GE Energy Financial Services betreft investeringen in de energiesector. De divisie GE Renewable Energy levert producten en diensten aan klanten die zich bezighouden met de opwekking van wind-; waterkracht- en zonne-energie, met inbegrip van de vervaardiging en het onderhoud van windturbines; — Idesamgar SL en Idesamgar 1 SL: twee holdingmaatschappijen die eigenaar zijn van 9 projectondernemingen voor de bouw van windmolenparken in Aragon (Spanje). |
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2). |
|
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld: M.8716 — Mirova/GE/Idesamgar/Idesamgar 1 Opmerkingen kunnen aan de Commissie worden toegezonden per e-mail, per fax of per post. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („concentratieverordening”).
(2) PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.