1
Creatief Denken
Karl Mortier
Creativiteit
1 - 5
Fabre
Fabre
4
Je zelf-score ?
3 voorbeelden
10
Wat is creativiteit?
11
Basisvaardigheden innovatief denken
1. Waarnemen
2.Uitstel van oordelen
3.Flexibel associƫren
4.Divergeren
5.Verbeeldingskracht
12
Notes
13
1. Waarnemen
14
15
2. Ideakillers vs. Idea Oxygen
Ideakillers
Ja maarJa maar
Dat is niets voor
onze klanten
Dat is niets voor
onze klanten
Dat bestaat al!Dat bestaat al!
Laten we realistisch
blijven
Laten we realistisch
blijven
Nee!Nee!
Kan niet
niet!
Kan niet
niet!
Te duurTe duur
Geen fouten
maken
Geen fouten
maken
Geen
budget
Geen
budget
Dat is niet
logisch
Dat is niet
logisch
De directie zal er
niets voor voelen
De directie zal er
niets voor voelen
Te lastigTe lastig
De markt
is niet rijp
De markt
is niet rijp
In beraad
houden
In beraad
houden
Wees
realistisch
Wees
realistisch
We kunnen zonderWe kunnen zonder
Hier toch
niet!
Hier toch
niet!
De oude
garde gaat
hier niet mee
akkoord
De oude
garde gaat
hier niet mee
akkoord
Geen tijdGeen tijd
Ik
innovatief?
Nee
Ik
innovatief?
Nee
Idea Oxygen
Ja En!Ja En!
We hebben
nog tijd
We hebben
nog tijd
Laten we
eens zot
denken
Laten we
eens zot
denken
Hoe kan dit
binnen het
budget?
Hoe kan dit
binnen het
budget?
Laten we de
intuĆÆtie
spreken
Laten we de
intuĆÆtie
spreken
Hoe kunnen
we het
bestaande
versterken
Hoe kunnen
we het
bestaande
versterken
Hoe kunnen
we onze
klanten eens
verrassen
Hoe kunnen
we onze
klanten eens
verrassen
Fouten
maken kan
geen kwaad
Fouten
maken kan
geen kwaad
Dit moet
kunnen!
Dit moet
kunnen!
Hoe gaan we
de toekomst
versnellen
Hoe gaan we
de toekomst
versnellen
Wat kunnen we
nog toevoegen
Wat kunnen we
nog toevoegen
Laten we
denken als
een kind
Laten we
denken als
een kind
Hoe ziet
de jonge
garde dit?!
Hoe ziet
de jonge
garde dit?!
Laat het ons van
een andere kant
bekijken
Laat het ons van
een andere kant
bekijken
Draai dit
eens om!
Draai dit
eens om!
Wat kan hier
nog werken!
Wat kan hier
nog werken!
Laten we het
groter zien
Laten we het
groter zien
Laten we het
nog leuker
maken!
Laten we het
nog leuker
maken!
19
Oefening uitstel van oordelen
• Noteer 3 vooroordelen die jongeren hebben tov
ouderen
• Noteer 3 vooroordelen die ouderen hebben tov
jongeren
3. Flexibel associƫren : bloem
3.Flexibel associƫren : ketting
22
4. Divergeren
4. Divergeren
E. De Bono
4. Divergeren
25
Oefening divergeren
Bedenk zoveel
manieren om dit
vierkant in vier gelijke
delen te verdelen.
27
5. Verbeeldingskracht
Een levendig beeld dwingt het lichaam
om het te realiseren.
(Aristoteles)
28
Notes
29
Stap 4 Beslissen
Ieder van ons heeft zijn eigen denkstijl ontwikkeld om de omgeving waar te nemen.
Deze denkstijl wenden we ook aan om problemen op te lossen.
Wanneer je van je eigen denkstijl afstapt en het probleem bekijkt via een andere
denkpiste, levert dit een breder beeld op van de situatie.
Wie een probleem op verschillende manieren kan benaderen,
komt sneller tot een (aan)gepaste oplossing.
De Denkhoeden van de Bono
Maagdelijk wit denken in de vorm van feiten, cijfers en informatie
De gele kleur van de zon verbeeldt het positief en constructief denken.
Op zoek naar kansen.
Deze groene hoed staat voor innovatief denken. Een frisse kijk op de
zaak.
Wie de rode hoed draagt bekijkt de wereld vanuit een emotioneel
geladen standpunt.
De zwartkijker, kijkt steevast op alles wat verkeerd kan gaan
of onjuist is of risico’s inhoudt.
Definieert de problemen en regelt de opeenvolgende denktaken.
De blauwe hoed coƶrdineert
Belangrijk
De denkhoedentechniek is bij uitstek geschikt om:
-de innovatie binnen de besluitvorming te
bevorderen.
-de vraagstelling/oplossing te bekijken vanuit een
volledig nieuw gezichtspunt.
-nieuwe invalshoeken en alternatieven te ontdekken.
-argumenten van je collega veel beter te begrijpen.
-een groot strategisch belang (anders denken)
Karl Mortier
Kernvragen per Hoed
rode hoed = gevoelshoed
– Hoe voel ik me daarbij?
– Hoe voel ik me nu?
– Welk voorgevoel heb ik?
– Wat voel ik aan?
Karl Mortier
Kernvragen per hoed
groene hoed = ideetjeshoed
– Kan ik dit nog ā€˜anders’ doen? Hoe?
– Wat kan ik zoal doen?
– Hoe los ik iets op?
– Ik zoek nog een ā€˜andere weg’ om dit op te lossen.
Als we nu eens ...?
– Waar kunnen wij dit nog toepassen
(het konijn met…)
Karl Mortier
Kernvragen per hoed
• Blauwe hoed = planhoed
– Waar en wanneer doe ik iets?
1. Wat moet ik doen?
2. Hoe ga ik dat doen?
3. Ik doe mijn werk.
4. Ik kijk na?
– Ik besluit ... te doen. Ik maak afspraken. Ik denk
na over WAT ik deed en HOE ik het deed. Ik doe
wat ik gepland heb. Ik maak een samenvatting.
Karl Mortier
Kernvragen per hoed
zwarte hoed = pas op-hoed
– Wat kan er fout gaan?
– Wat is het probleem precies?
– Waarom is dit moeilijk?
– Waar is er gevaar te bekennen?
– Wat kunnen de risico’s zijn?
Karl Mortier
Kernvragen per hoed
witte hoed = weethoed
– Wat weet ik al en wat nog niet?
– Ik stel ā€˜w-vragen’: wie, wat, waar, wanneer,
waarom, waarvoor en hoe?
– Ik zoek informatie op in boeken, op internet, stel
vragen aan anderen.
– Is mijn informatie juist? Hoe weet ik dat?
– Is mijn informatie volledig?
– Ken ik ieders standpunt?
– Beschik ik over alle feiten?
Karl Mortier
Kernvragen per hoed
gele hoed = goedepuntenhoed
– Wat zijn de voordelen?
– Wat gaat er goed?
– Waarom zal dit wel lukken?
– Waarom is dit belangrijk?
– Wat is er aantrekkelijk in het idee?
– Waarom kan ik dit goed doen?
Karl Mortier
Proces
IdeeƫnCreativiteit
Innovatie
Resultaat
Beter
Mooier
Goedkoper
Sneller
Nieuw
Open
Probleem
Vinden
Sluiten
Open
Probleem
Vinden
Sluiten
Open
Idee vinden
Sluiten
Open
Idee vinden
Sluiten
Open
Oplossing
vinden
Sluiten
Open
Oplossing
vinden
Sluiten
Open
Acceptatie
vinden
Sluiten
Open
Acceptatie
vinden
Sluiten
ā€œwarboelā€ā€œwarboelā€
Probleemstellingen
bedenken (zonder
oordelen)
Veel ideeƫn bedenken bij
de gekozen
probleemstelling
Sterkten en zwakten van
idee bedenken
Bronnen van weerstand
en bijstand bedenken
ACTIE
De scherpe
probleemvraag
Veel belovend ideeƫn
selecteren
Kritische zwakten
verhelpen
De ontdekkingsreiziger
De kunstenaar
De rechter
De veroveraar
De 4 Personnages – (Roger von Hoech)
DOENER OBSERVATOR
BESLISSER DENKER
concreet
abstract
actief passief
Veldheer :
- veroveren
- strateeg
- actie
Verkenner :
- waarnemen
- inventariseren
- omschrijven
Rechter :
- analyse
- toetsen
- ratio & intuĆÆtie
Artiest :
- fantaseren
- ID’n genereren
- hypotheses
- Het is zijn taak om mogelijkheden te ontdekken
- Hij gaat op zoek.
- Hij mag dwalen, niemand zal het hem euvel duiden.
- Hij wordt continu geactiveerd door het nieuwe of het
onverwachte.
- Hij is alert, met een fijne neus voor kansen.
De ontdekkingsreiziger
- Hij creƫert.
- Een ID is voor hem een springplank. Hij ziet ze, hij voelt
ze, in zijn hoofd, in zijn buik of nog elders.
- Hij heeft lak aan regels en gaat zijn eigen weg.
- Hij formuleert, geeft vorm, schaaft bij, wroet,
eigenzinnig en ongeremd door conformisme.
- Hij mag doordraven en fantaseren.
- Hij mag de meest fantastische dingen bedenken.
De kunstenaar
- Hij moet oordelen over het potentieel en over de
levenskans van een ID.
- Hij oordeelt weloverwogen, met een bizarre
mengeling van realisme en intuĆÆtie.
- Hij mag niet opportunistisch zijn.
- Maar vooral !!!! Hij mag de kans niet kraken.
De rechter
- Hij gaat er tegenaan, gedreven, maar met
strategie en overleg.
- Hij is altijd bereid tot actie.
- Hij wil realiseren.
- Leg je ID in zijn handen, hij maakt het concreet.
- Hij is een doorzetter.
De veroveraar
Proces
Problematiek:
Briefing
Probleemformulering
Probleemherformulering
Problematiek:
Briefing
Probleemformulering
Probleemherformulering
Divergentie
Eerste ideeƫn of purging
Technieken tot innovatief
denken
Divergentie
Eerste ideeƫn of purging
Technieken tot innovatief
denken
Convergentie
- Selectie
- Beoordelen
- Beslissen
- Actie
- Evaluatie
?
!
?
$
49
If plan A doesn’t work, you have still
25 possibilities in the alphabet... OR
you can start counting from 1...
52
Mijn actieplan

Creatief denken

  • 1.
  • 2.
  • 3.
  • 8.
  • 9.
    Je zelf-score ? 3voorbeelden
  • 10.
  • 11.
    11 Basisvaardigheden innovatief denken 1.Waarnemen 2.Uitstel van oordelen 3.Flexibel associƫren 4.Divergeren 5.Verbeeldingskracht
  • 12.
  • 13.
  • 14.
  • 15.
  • 16.
    2. Ideakillers vs.Idea Oxygen
  • 17.
    Ideakillers Ja maarJa maar Datis niets voor onze klanten Dat is niets voor onze klanten Dat bestaat al!Dat bestaat al! Laten we realistisch blijven Laten we realistisch blijven Nee!Nee! Kan niet niet! Kan niet niet! Te duurTe duur Geen fouten maken Geen fouten maken Geen budget Geen budget Dat is niet logisch Dat is niet logisch De directie zal er niets voor voelen De directie zal er niets voor voelen Te lastigTe lastig De markt is niet rijp De markt is niet rijp In beraad houden In beraad houden Wees realistisch Wees realistisch We kunnen zonderWe kunnen zonder Hier toch niet! Hier toch niet! De oude garde gaat hier niet mee akkoord De oude garde gaat hier niet mee akkoord Geen tijdGeen tijd Ik innovatief? Nee Ik innovatief? Nee
  • 18.
    Idea Oxygen Ja En!JaEn! We hebben nog tijd We hebben nog tijd Laten we eens zot denken Laten we eens zot denken Hoe kan dit binnen het budget? Hoe kan dit binnen het budget? Laten we de intuĆÆtie spreken Laten we de intuĆÆtie spreken Hoe kunnen we het bestaande versterken Hoe kunnen we het bestaande versterken Hoe kunnen we onze klanten eens verrassen Hoe kunnen we onze klanten eens verrassen Fouten maken kan geen kwaad Fouten maken kan geen kwaad Dit moet kunnen! Dit moet kunnen! Hoe gaan we de toekomst versnellen Hoe gaan we de toekomst versnellen Wat kunnen we nog toevoegen Wat kunnen we nog toevoegen Laten we denken als een kind Laten we denken als een kind Hoe ziet de jonge garde dit?! Hoe ziet de jonge garde dit?! Laat het ons van een andere kant bekijken Laat het ons van een andere kant bekijken Draai dit eens om! Draai dit eens om! Wat kan hier nog werken! Wat kan hier nog werken! Laten we het groter zien Laten we het groter zien Laten we het nog leuker maken! Laten we het nog leuker maken!
  • 19.
    19 Oefening uitstel vanoordelen • Noteer 3 vooroordelen die jongeren hebben tov ouderen • Noteer 3 vooroordelen die ouderen hebben tov jongeren
  • 20.
  • 21.
  • 22.
  • 23.
  • 24.
  • 25.
  • 26.
    Bedenk zoveel manieren omdit vierkant in vier gelijke delen te verdelen.
  • 27.
    27 5. Verbeeldingskracht Een levendigbeeld dwingt het lichaam om het te realiseren. (Aristoteles)
  • 28.
  • 29.
    29 Stap 4 Beslissen Iedervan ons heeft zijn eigen denkstijl ontwikkeld om de omgeving waar te nemen. Deze denkstijl wenden we ook aan om problemen op te lossen. Wanneer je van je eigen denkstijl afstapt en het probleem bekijkt via een andere denkpiste, levert dit een breder beeld op van de situatie. Wie een probleem op verschillende manieren kan benaderen, komt sneller tot een (aan)gepaste oplossing.
  • 30.
    De Denkhoeden vande Bono Maagdelijk wit denken in de vorm van feiten, cijfers en informatie De gele kleur van de zon verbeeldt het positief en constructief denken. Op zoek naar kansen. Deze groene hoed staat voor innovatief denken. Een frisse kijk op de zaak. Wie de rode hoed draagt bekijkt de wereld vanuit een emotioneel geladen standpunt. De zwartkijker, kijkt steevast op alles wat verkeerd kan gaan of onjuist is of risico’s inhoudt. Definieert de problemen en regelt de opeenvolgende denktaken. De blauwe hoed coƶrdineert
  • 31.
    Belangrijk De denkhoedentechniek isbij uitstek geschikt om: -de innovatie binnen de besluitvorming te bevorderen. -de vraagstelling/oplossing te bekijken vanuit een volledig nieuw gezichtspunt. -nieuwe invalshoeken en alternatieven te ontdekken. -argumenten van je collega veel beter te begrijpen. -een groot strategisch belang (anders denken) Karl Mortier
  • 32.
    Kernvragen per Hoed rodehoed = gevoelshoed – Hoe voel ik me daarbij? – Hoe voel ik me nu? – Welk voorgevoel heb ik? – Wat voel ik aan? Karl Mortier
  • 33.
    Kernvragen per hoed groenehoed = ideetjeshoed – Kan ik dit nog ā€˜anders’ doen? Hoe? – Wat kan ik zoal doen? – Hoe los ik iets op? – Ik zoek nog een ā€˜andere weg’ om dit op te lossen. Als we nu eens ...? – Waar kunnen wij dit nog toepassen (het konijn met…) Karl Mortier
  • 34.
    Kernvragen per hoed •Blauwe hoed = planhoed – Waar en wanneer doe ik iets? 1. Wat moet ik doen? 2. Hoe ga ik dat doen? 3. Ik doe mijn werk. 4. Ik kijk na? – Ik besluit ... te doen. Ik maak afspraken. Ik denk na over WAT ik deed en HOE ik het deed. Ik doe wat ik gepland heb. Ik maak een samenvatting. Karl Mortier
  • 35.
    Kernvragen per hoed zwartehoed = pas op-hoed – Wat kan er fout gaan? – Wat is het probleem precies? – Waarom is dit moeilijk? – Waar is er gevaar te bekennen? – Wat kunnen de risico’s zijn? Karl Mortier
  • 36.
    Kernvragen per hoed wittehoed = weethoed – Wat weet ik al en wat nog niet? – Ik stel ā€˜w-vragen’: wie, wat, waar, wanneer, waarom, waarvoor en hoe? – Ik zoek informatie op in boeken, op internet, stel vragen aan anderen. – Is mijn informatie juist? Hoe weet ik dat? – Is mijn informatie volledig? – Ken ik ieders standpunt? – Beschik ik over alle feiten? Karl Mortier
  • 37.
    Kernvragen per hoed gelehoed = goedepuntenhoed – Wat zijn de voordelen? – Wat gaat er goed? – Waarom zal dit wel lukken? – Waarom is dit belangrijk? – Wat is er aantrekkelijk in het idee? – Waarom kan ik dit goed doen? Karl Mortier
  • 38.
  • 39.
  • 40.
    Open Probleem Vinden Sluiten Open Probleem Vinden Sluiten Open Idee vinden Sluiten Open Idee vinden Sluiten Open Oplossing vinden Sluiten Open Oplossing vinden Sluiten Open Acceptatie vinden Sluiten Open Acceptatie vinden Sluiten ā€œwarboelā€ā€œwarboelā€ Probleemstellingen bedenken(zonder oordelen) Veel ideeĆ«n bedenken bij de gekozen probleemstelling Sterkten en zwakten van idee bedenken Bronnen van weerstand en bijstand bedenken ACTIE De scherpe probleemvraag Veel belovend ideeĆ«n selecteren Kritische zwakten verhelpen
  • 41.
    De ontdekkingsreiziger De kunstenaar Derechter De veroveraar De 4 Personnages – (Roger von Hoech)
  • 42.
    DOENER OBSERVATOR BESLISSER DENKER concreet abstract actiefpassief Veldheer : - veroveren - strateeg - actie Verkenner : - waarnemen - inventariseren - omschrijven Rechter : - analyse - toetsen - ratio & intuĆÆtie Artiest : - fantaseren - ID’n genereren - hypotheses
  • 43.
    - Het iszijn taak om mogelijkheden te ontdekken - Hij gaat op zoek. - Hij mag dwalen, niemand zal het hem euvel duiden. - Hij wordt continu geactiveerd door het nieuwe of het onverwachte. - Hij is alert, met een fijne neus voor kansen. De ontdekkingsreiziger
  • 44.
    - Hij creƫert. -Een ID is voor hem een springplank. Hij ziet ze, hij voelt ze, in zijn hoofd, in zijn buik of nog elders. - Hij heeft lak aan regels en gaat zijn eigen weg. - Hij formuleert, geeft vorm, schaaft bij, wroet, eigenzinnig en ongeremd door conformisme. - Hij mag doordraven en fantaseren. - Hij mag de meest fantastische dingen bedenken. De kunstenaar
  • 45.
    - Hij moetoordelen over het potentieel en over de levenskans van een ID. - Hij oordeelt weloverwogen, met een bizarre mengeling van realisme en intuĆÆtie. - Hij mag niet opportunistisch zijn. - Maar vooral !!!! Hij mag de kans niet kraken. De rechter
  • 46.
    - Hij gaater tegenaan, gedreven, maar met strategie en overleg. - Hij is altijd bereid tot actie. - Hij wil realiseren. - Leg je ID in zijn handen, hij maakt het concreet. - Hij is een doorzetter. De veroveraar
  • 47.
    Proces Problematiek: Briefing Probleemformulering Probleemherformulering Problematiek: Briefing Probleemformulering Probleemherformulering Divergentie Eerste ideeƫn ofpurging Technieken tot innovatief denken Divergentie Eerste ideeƫn of purging Technieken tot innovatief denken Convergentie - Selectie - Beoordelen - Beslissen - Actie - Evaluatie ? !
  • 48.
  • 49.
  • 50.
    If plan Adoesn’t work, you have still 25 possibilities in the alphabet... OR you can start counting from 1...
  • 52.