Ideakillers
Ja maarJa maar
Datis niets voor
onze klanten
Dat is niets voor
onze klanten
Dat bestaat al!Dat bestaat al!
Laten we realistisch
blijven
Laten we realistisch
blijven
Nee!Nee!
Kan niet
niet!
Kan niet
niet!
Te duurTe duur
Geen fouten
maken
Geen fouten
maken
Geen
budget
Geen
budget
Dat is niet
logisch
Dat is niet
logisch
De directie zal er
niets voor voelen
De directie zal er
niets voor voelen
Te lastigTe lastig
De markt
is niet rijp
De markt
is niet rijp
In beraad
houden
In beraad
houden
Wees
realistisch
Wees
realistisch
We kunnen zonderWe kunnen zonder
Hier toch
niet!
Hier toch
niet!
De oude
garde gaat
hier niet mee
akkoord
De oude
garde gaat
hier niet mee
akkoord
Geen tijdGeen tijd
Ik
innovatief?
Nee
Ik
innovatief?
Nee
18.
Idea Oxygen
Ja En!JaEn!
We hebben
nog tijd
We hebben
nog tijd
Laten we
eens zot
denken
Laten we
eens zot
denken
Hoe kan dit
binnen het
budget?
Hoe kan dit
binnen het
budget?
Laten we de
intuĆÆtie
spreken
Laten we de
intuĆÆtie
spreken
Hoe kunnen
we het
bestaande
versterken
Hoe kunnen
we het
bestaande
versterken
Hoe kunnen
we onze
klanten eens
verrassen
Hoe kunnen
we onze
klanten eens
verrassen
Fouten
maken kan
geen kwaad
Fouten
maken kan
geen kwaad
Dit moet
kunnen!
Dit moet
kunnen!
Hoe gaan we
de toekomst
versnellen
Hoe gaan we
de toekomst
versnellen
Wat kunnen we
nog toevoegen
Wat kunnen we
nog toevoegen
Laten we
denken als
een kind
Laten we
denken als
een kind
Hoe ziet
de jonge
garde dit?!
Hoe ziet
de jonge
garde dit?!
Laat het ons van
een andere kant
bekijken
Laat het ons van
een andere kant
bekijken
Draai dit
eens om!
Draai dit
eens om!
Wat kan hier
nog werken!
Wat kan hier
nog werken!
Laten we het
groter zien
Laten we het
groter zien
Laten we het
nog leuker
maken!
Laten we het
nog leuker
maken!
19.
19
Oefening uitstel vanoordelen
⢠Noteer 3 vooroordelen die jongeren hebben tov
ouderen
⢠Noteer 3 vooroordelen die ouderen hebben tov
jongeren
29
Stap 4 Beslissen
Iedervan ons heeft zijn eigen denkstijl ontwikkeld om de omgeving waar te nemen.
Deze denkstijl wenden we ook aan om problemen op te lossen.
Wanneer je van je eigen denkstijl afstapt en het probleem bekijkt via een andere
denkpiste, levert dit een breder beeld op van de situatie.
Wie een probleem op verschillende manieren kan benaderen,
komt sneller tot een (aan)gepaste oplossing.
30.
De Denkhoeden vande Bono
Maagdelijk wit denken in de vorm van feiten, cijfers en informatie
De gele kleur van de zon verbeeldt het positief en constructief denken.
Op zoek naar kansen.
Deze groene hoed staat voor innovatief denken. Een frisse kijk op de
zaak.
Wie de rode hoed draagt bekijkt de wereld vanuit een emotioneel
geladen standpunt.
De zwartkijker, kijkt steevast op alles wat verkeerd kan gaan
of onjuist is of risicoās inhoudt.
Definieert de problemen en regelt de opeenvolgende denktaken.
De blauwe hoed coƶrdineert
31.
Belangrijk
De denkhoedentechniek isbij uitstek geschikt om:
-de innovatie binnen de besluitvorming te
bevorderen.
-de vraagstelling/oplossing te bekijken vanuit een
volledig nieuw gezichtspunt.
-nieuwe invalshoeken en alternatieven te ontdekken.
-argumenten van je collega veel beter te begrijpen.
-een groot strategisch belang (anders denken)
Karl Mortier
32.
Kernvragen per Hoed
rodehoed = gevoelshoed
ā Hoe voel ik me daarbij?
ā Hoe voel ik me nu?
ā Welk voorgevoel heb ik?
ā Wat voel ik aan?
Karl Mortier
33.
Kernvragen per hoed
groenehoed = ideetjeshoed
ā Kan ik dit nog āandersā doen? Hoe?
ā Wat kan ik zoal doen?
ā Hoe los ik iets op?
ā Ik zoek nog een āandere wegā om dit op te lossen.
Als we nu eens ...?
ā Waar kunnen wij dit nog toepassen
(het konijn metā¦)
Karl Mortier
34.
Kernvragen per hoed
ā¢Blauwe hoed = planhoed
ā Waar en wanneer doe ik iets?
1. Wat moet ik doen?
2. Hoe ga ik dat doen?
3. Ik doe mijn werk.
4. Ik kijk na?
ā Ik besluit ... te doen. Ik maak afspraken. Ik denk
na over WAT ik deed en HOE ik het deed. Ik doe
wat ik gepland heb. Ik maak een samenvatting.
Karl Mortier
35.
Kernvragen per hoed
zwartehoed = pas op-hoed
ā Wat kan er fout gaan?
ā Wat is het probleem precies?
ā Waarom is dit moeilijk?
ā Waar is er gevaar te bekennen?
ā Wat kunnen de risicoās zijn?
Karl Mortier
36.
Kernvragen per hoed
wittehoed = weethoed
ā Wat weet ik al en wat nog niet?
ā Ik stel āw-vragenā: wie, wat, waar, wanneer,
waarom, waarvoor en hoe?
ā Ik zoek informatie op in boeken, op internet, stel
vragen aan anderen.
ā Is mijn informatie juist? Hoe weet ik dat?
ā Is mijn informatie volledig?
ā Ken ik ieders standpunt?
ā Beschik ik over alle feiten?
Karl Mortier
37.
Kernvragen per hoed
gelehoed = goedepuntenhoed
ā Wat zijn de voordelen?
ā Wat gaat er goed?
ā Waarom zal dit wel lukken?
ā Waarom is dit belangrijk?
ā Wat is er aantrekkelijk in het idee?
ā Waarom kan ik dit goed doen?
Karl Mortier
- Het iszijn taak om mogelijkheden te ontdekken
- Hij gaat op zoek.
- Hij mag dwalen, niemand zal het hem euvel duiden.
- Hij wordt continu geactiveerd door het nieuwe of het
onverwachte.
- Hij is alert, met een fijne neus voor kansen.
De ontdekkingsreiziger
44.
- Hij creƫert.
-Een ID is voor hem een springplank. Hij ziet ze, hij voelt
ze, in zijn hoofd, in zijn buik of nog elders.
- Hij heeft lak aan regels en gaat zijn eigen weg.
- Hij formuleert, geeft vorm, schaaft bij, wroet,
eigenzinnig en ongeremd door conformisme.
- Hij mag doordraven en fantaseren.
- Hij mag de meest fantastische dingen bedenken.
De kunstenaar
45.
- Hij moetoordelen over het potentieel en over de
levenskans van een ID.
- Hij oordeelt weloverwogen, met een bizarre
mengeling van realisme en intuĆÆtie.
- Hij mag niet opportunistisch zijn.
- Maar vooral !!!! Hij mag de kans niet kraken.
De rechter
46.
- Hij gaater tegenaan, gedreven, maar met
strategie en overleg.
- Hij is altijd bereid tot actie.
- Hij wil realiseren.
- Leg je ID in zijn handen, hij maakt het concreet.
- Hij is een doorzetter.
De veroveraar