Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

EU-regels voor de productie en etikettering van biologische producten (vanaf 2022)

EU-regels voor de productie en etikettering van biologische producten (vanaf 2022)

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) 2018/848 — regels inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

Verordening (EU) 2018/848 heeft tot doel de regels van de Europese Unie (EU) inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten te herzien en te versterken met betrekking tot:

  • het controlesysteem,
  • Het handelsregime,
  • de productievoorschriften.

Op deze manier wordt met de verordening beoogd om:

  • een gelijk speelveld te creëren voor exploitanten;
  • regels te harmoniseren en vereenvoudigen;
  • het vertrouwen van de consument in biologische producten en in het biologo van de EU te vergroten.

Met deze verordening werd de vorige wetgeving (Verordening (EG) nr. 834/2007) per ingetrokken en vervangen.

KERNPUNTEN

  • De verordening bouwt voort op en zorgt ervoor dat het toepassingsgebied van de EU-wetgeving inzake de productie en etikettering van biologische producten wordt uitgebreid tot producten die nauw verbonden zijn met landbouw, zoals gist, zout, essentiële oliën en katoen en wol (niet gekaard of gekamd).
  • De verordening harmoniseert de regels die van toepassing zijn op biologische exploitanten in de lidstaten van de EU en niet-EU-landen door de invoering van een nalevingssysteem.
  • De verordening vereenvoudigt de toegang tot de regeling voor kleine exploitanten.
  • Met de verordening worden regels voor biologische dierlijke productie herzien en worden regels ingevoerd voor nieuwe soorten, zoals konijnen.

Beginselen

Bij biologische productie:

  • moeten de systemen en cycli van de natuur worden geëerbiedigd;
  • moeten de toestand van de bodem, het water en de lucht, van de gezondheid van planten en dieren, en het evenwicht daartussen worden behouden en verbeterd;
  • moeten natuurlijke landschapselementen in stand worden gehouden;
  • moeten energie en natuurlijke hulpbronnen verantwoord worden gebruikt;
  • moet een grote verscheidenheid aan hoogwaardige producten worden geproduceerd die beantwoorden aan de vraag van de consument;
  • moet de integriteit van biologische productie in alle stadia van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen en diervoeders worden gewaarborgd;
  • moet het gebruik van genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) en producten geproduceerd met of door ggo's1 uitsluiten, behalve geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik;
  • moet het gebruik van externe productiemiddelen worden beperkt;
  • moeten biologische processen worden vormgegeven en beheerd met behulp van op risicobeoordeling gebaseerde methodes en het gebruik van voorzorgsmaatregelen en preventieve maatregelen;
  • moet het klonen van dieren worden uitgesloten;
  • moet een hoog niveau van dierenwelzijn worden gegarandeerd.

Vereisten

In de biologische landbouw moet(en) onder andere:

  • het bodemleven en de natuurlijke bodemvruchtbaarheid, de bodemstabiliteit, het waterhoudend vermogen van de bodem en de biodiversiteit van de bodem in stand worden gehouden en verbeterd;
  • zaden en dieren met een hoog gehalte aan genetische diversiteit, een hoge ziekteresistentie en een lange levensduur worden gebruikt;
  • bij de keuze van plantenrassen de kenmerken van specifieke biologische-productiesystemen in acht worden genomen, met het accent op agronomische prestaties en ziekteresistentie;
  • bij de keuze van dierenrassen rekening worden gehouden met een grote genetische diversiteit, hun fokwaarde, hun aanpassingsvermogen, hun levensduur, hun vitaliteit en hun resistentie tegen ziekten of gezondheidsproblemen;
  • aan de locatie aangepaste en grondgebonden dierlijke productie worden beoefend.

Productie

Om nadelige gevolgen voor het milieu en de gezondheid van dieren en planten te voorkomen, moeten producenten:

  • passende maatregelen treffen om:
    • de biodiversiteit en bodemvruchtbaarheid in stand te houden,
    • gevallen van plaagorganismen en ziekten te voorkomen,
    • bij te dragen aan een hoog niveau van dierenwelzijn en een niet-toxisch milieu;
  • tijdens elk stadium van de productie, bereiding en distributie evenredige voorzorgsmaatregelen nemen om verontreiniging met producten of stoffen te voorkomen die niet mogen worden gebruikt in de biologische productie.

Omschakelingsperiode

  • Wanneer een landbouwonderneming wil overstappen op de productie van biologische producten, moet deze een omschakelingsperiode doorlopen waarin de hele landbouw volgens biologische-productievoorschriften moet worden beheerd, hoewel de producten in dit stadium nog niet als biologisch worden beschouwd. De landbouwonderneming kan de producten pas als biologisch op de markt brengen zodra deze omschakelingsperiode is afgelopen en de landbouwonderneming is gecontroleerd.
  • Levensmiddelen en diervoeders van plantaardige oorsprong met slechts één gewasingrediënt als omschakelingsproductenkunnen echter in de handel worden gebracht, op voorwaarde dat vóór de oogst een omschakelingsperiode van ten minste twaalf maanden in acht is genomen. Deze regel is nu ook van toepassing op plantaardig teeltmateriaal (met inbegrip van zaden en planten in elk groeistadium die worden gebruikt om volledige planten voort te brengen).
  • In de EU gevestigde landbouwondernemingen die na de omschakelingsperiode willen overstappen op biologische productie, moeten volledig in lijn met de biologische-productievereisten worden beheerd.
  • De verordening staat landbouwondernemingen ook toe zowel biologische als niet-biologische productie te hebben, op voorwaarde dat hun activiteiten worden gescheiden in termen van productie-eenheden (niet-biologisch, in omschakeling en biologisch), die duidelijk en daadwerkelijk van elkaar gescheiden moeten zijn.

Certificering

  • Exploitanten (bv. producenten, verwerkers en distributeurs) moeten hun activiteiten melden bij de bevoegde autoriteiten, zodat de autoriteiten officieel kunnen bevestigen dat zij voldoen aan de regels voor de biologische productie en de etikettering van biologische producten.
  • Met de verordening wordt een nieuw systeem van groepscertificering2 voor kleine landbouwers ingevoerd, waardoor het voor hen gemakkelijker wordt om over te schakelen op biologische landbouw.

Officiële controles en etikettering

  • Het controlesysteem is verbeterd door middel van striktere voorzorgsmaatregelen en grondigere, op risico’s gebaseerde controles van de toeleveringsketen. In principe worden de marktdeelnemers eenmaal per jaar onderworpen aan inspecties ter plaatse. Deze termijn kan evenwel worden verlengd tot twee jaar indien bij eerdere controles in de afgelopen drie jaar geen enkel geval van niet-naleving is geconstateerd en de betrokken exploitanten een klein risico op niet-naleving vormen.
  • Indien een controleorgaan een exploitant ervan verdenkt dat deze een niet-toegelaten product op de markt probeert te brengen als biologisch, moet het controleorgaan een officieel onderzoek uitvoeren en het in de handel brengen van dat product tijdelijk verbieden in afwachting van de resultaten van het onderzoek. In geval van ernstige of herhaalde overtredingen kan aan exploitanten een verbod worden opgelegd om gedurende een bepaalde periode als biologisch beschreven producten te verkopen. Ook kan hun certificaat worden ingetrokken.
  • Specifieke controles op het gebied van biologische landbouw worden aangevuld door de algemene EU-voorschriften voor officiële controles in de agro-voedselketen (Verordening (EU) 2017/625 — zie de samenvatting).

Invoer

Een product kan uit een niet-EU-land worden geïmporteerd voor verkoop in de EU als biologisch product indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Het product moet:

  • voldoen aan de productie- en controlevoorschriften van het niet-EU-land, die door middel van een internationale overeenkomst zijn erkend als zijnde gelijkwaardig aan die van de EU;
  • beschikken over een certificaat dat is afgegeven door de relevante controleautoriteiten of -organen in het niet-EU-land om te bevestigen dat het product voldoet aan de EU-normen.

Biologische voeder voor gezelschapsdieren

Verordening (EU) 2023/2419 bevat specifieke etiketteringsvoorschriften voor voeders voor gezelschapsdieren die zijn geproduceerd overeenkomstig de in Verordening (EU) 2018/848 bedoelde voorschriften voor de biologische productie van diervoeders. Diervoeders voor gezelschapsdieren, met name voor katten en honden, kunnen zijn voorzien van het EU-logo voor biologische productie. Het logo voor biologische productie zal verplicht zijn voor voorverpakte voeders voor gezelschapsdieren die als biologisch worden geëtiketteerd.

Uitvoeringshandelingen

De Europese Commissie heeft de volgende rechtshandelingen aangenomen.

  • Uitvoeringsverordening (EU) 2020/464, die regels bevat voor de toepassing van Verordening (EU) 2018/848 wat betreft:
    • de documenten die nodig zijn voor de erkenning met terugwerkende kracht van tijdvakken met het oog op omschakeling;
    • de productie van biologische producten;
    • de informatie die de lidstaten aan de Commissie moeten verstrekken.
  • Uitvoeringsverordening (EU) 2021/279, die regels bevat voor:
    • officiële onderzoeken bij een vermoeden van niet-naleving;
    • de omvang van de groep exploitanten en de documentatie van hun systeem van interne controles;
    • minimumeisen inzake controle;
    • nationale lijsten van maatregelen voor gevallen van niet-naleving;
    • de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de Commissie.
  • Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1165, die bepaalde producten en stoffen voor gebruik in de biologische productie toelaat en opneemt in een lijst, later gecorrigeerd en gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2023/121.
  • Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1378, die regels bevat voor het certificaat dat wordt afgegeven aan exploitanten, groepen exploitanten en exporteurs in niet-EU-landen die betrokken zijn bij de invoer van biologische producten en omschakelingsproducten in de EU, en voor de vaststelling van de lijst van erkende controleautoriteiten en controleorganen in niet-EU-landen.
  • Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1935 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/723, waarmee wordt voorzien in het gebruik van het informatiesysteem voor de biologische landbouw voor de indiening van informatie en gegevens over de biologische productie en de etikettering van biologische producten die moeten worden ingediend door middel van het standaardmodelformulier dat moet worden gebruikt in door de lidstaten ingediende jaarverslagen met betrekking tot Verordening (EU) 2017/625.
  • Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2119, die gedetailleerde regels bevat voor bepaalde registers en verklaringen die van exploitanten en groepen exploitanten worden verlangd en voor de technische middelen voor de afgifte van certificaten, en waarbij wijzigingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1378 worden ingevoerd wat betreft de afgifte van het certificaat aan exploitanten, groepen exploitanten en exporteurs in niet-EU-landen.
  • Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2307, die regels bevat voor documenten en kennisgevingen die vereist zijn voor biologische en omschakelingsproducten die bestemd zijn voor invoer in de EU.
  • Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2325, die strekt tot vaststelling van de lijst van niet-EU-landen en van de lijst van controleautoriteiten en controleorganen die op grond van Verordening (EG) nr. 834/2007 zijn erkend met het oog op de invoer van biologische producten in de EU.
  • Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1195 inzake voorschriften voor de details en vorm van de door de lidstaten ter beschikking te stellen informatie over de resultaten van officieel onderzoek naar gevallen van verontreiniging met producten of stoffen die niet voor gebruik in de biologische productie zijn toegelaten.

Gedelegeerde handelingen

De Commissie heeft verschillende gedelegeerde handelingen vastgesteld tot wijziging van Verordening (EU) 2018/848 of de bijlagen daarbij.

  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/427 strekt tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) 2018/848 wat betreft bepaalde gedetailleerde productievoorschriften voor biologische producten. Deze is weer gewijzigd bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/269.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1794 strekt tot wijziging van deel I van bijlage II bij Verordening (EU) 2018/848 wat betreft het gebruik van plantaardig omschakelingsteeltmateriaal en niet-biologisch plantaardig teeltmateriaal.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/642 strekt tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EU) 2018/848 wat betreft bepaalde informatie die moet worden verstrekt op het etiket van biologische producten.
  • Gedelegeerde verordening (EU) 2021/715 strekt tot wijziging van Verordening (EU) 2018/848 wat betreft de voorschriften voor groepen exploitanten.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/716 strekt tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) 2018/848 wat betreft de biologische-productievoorschriften inzake gekiemde zaden en witloofkroppen, inzake voeder voor bepaalde aquacultuurdieren en inzake parasietenbehandelingen in de aquacultuur.
  • Gedelegeerde verordening (EU) 2021/1006 strekt tot wijziging van Verordening (EU) 2018/848 wat betreft het model van het certificaat ten bewijze van de naleving van de regels inzake de biologische productie.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1691 strekt tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) 2018/848 wat betreft de voorschriften voor het bijhouden van registers van exploitanten in de biologische productie.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1697 strekt tot wijziging van Verordening (EU) 2018/848 wat betreft de criteria voor de erkenning van controleautoriteiten en controleorganen die bevoegd zijn om in niet-EU-landen controles op biologische producten te verrichten, en voor de intrekking van hun erkenning.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/207 strekt tot wijziging van Verordening (EU) 2018/848 door vervanging van bijlage VI (model van het certificaat dat bevestigt dat aan de regels inzake biologische productie wordt voldaan).

Daarnaast wordt Verordening (EU) 2018/848 aangevuld door andere gedelegeerde verordeningen.

  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2123 betreffende regels voor de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder identiteitscontroles en fysieke controles van bepaalde goederen mogen worden uitgevoerd bij controlepunten, en documentencontroles kunnen worden uitgevoerd op afstand van de grenscontroleposten, later gewijzigd bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2305.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2124 betreffende regels voor officiële controles op zendingen dieren en goederen in doorvoer, overlading en verder vervoer door de EU, later gewijzigd bij Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2020/2190 en 2021/2305.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2146 betreffende uitzonderlijke productievoorschriften voor biologische productie.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/771 betreffende specifieke criteria en voorwaarden voor de controle van de administratie in het kader van de officiële controles in het kader van de biologische productie en de officiële controles van groepen exploitanten.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1189 betreffende de productie en het in de handel brengen van teeltmateriaal van biologisch teeltmateriaal van bepaalde geslachten en soorten.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1342 inzake voorschriften betreffende de informatie die door niet-EU-landen en door controleautoriteiten en -organen moet worden verstrekt, met het oog op het toezicht op de erkenning ervan krachtens Verordening (EG) nr. 834/2007 voor ingevoerde biologische producten en de maatregelen die bij de uitvoering van dat toezicht moeten worden genomen.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1698 betreffende de procedurevoorschriften voor de erkenning van controleautoriteiten en -organen die bevoegd zijn om controles uit te voeren op exploitanten en groepen exploitanten die in derde landen biologisch gecertificeerd zijn en van biologische producten in derde landen, en met voorschriften inzake het toezicht daarop en de door die controleautoriteiten en controleorganen uit te voeren controles en andere activiteiten, vervolgens gewijzigd bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1686.
  • Gedelegeerde verordening (EU) 2021/2304 voorschriften voor de afgifte van voor de uitvoer bedoelde aanvullende certificaten die bevestigen dat geen antibiotica zijn gebruikt bij de biologische productie van dierlijke producten.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2305 regels inzake de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder biologische producten en omschakelingsproducten zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten en inzake de plaats van officiële controles voor dergelijke producten.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 met regels betreffende de officiële controles van zendingen biologische producten en omschakelingsproducten die bestemd zijn voor invoer in de Unie en betreffende het inspectiecertificaat.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1450 betreffende wat betreft het gebruik van niet-biologische eiwithoudende diervoeders voor de productie van biologisch vee als gevolg van de Russische invasie van Oekraïne.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is van toepassing sinds (de datum van toepassing was met Verordening (EU) 2020/1693 één jaar uitgesteld vanwege de COVID-19-pandemie en de daarmee verwante volksgezondheidscrisis).

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

KERNBEGRIPPEN

  1. Producten die zijn geproduceerd op basis van of met ggo's. a) Producten die geheel of gedeeltelijk zijn afgeleid van ggo’s, maar die zelf geen ggo’s bevatten en zelf niet uit ggo’s bestaan (bijvoorbeeld aardappels die zijn geproduceerd met ggo-pootaardappelen). b) Producten die zijn afgeleid door gebruik te maken van een ggo als laatste levend organisme in het productieproces, maar die zelf geen ggo’s bevatten, zelf niet uit ggo’s bestaan en zelf niet met ggo’s zijn geproduceerd (bijvoorbeeld suiker en zetmeel die zijn geproduceerd uit een plantaardige ggo-bron).
  2. Groepscertificering. Omdat kleine landbouwers individueel worden geconfronteerd met relatief hoge inspectiekosten en administratieve lasten in verband met biologische certificering, is een systeem van groepscertificering ingevoerd en gedefinieerd. Dankzij groepscertificering kunnen landbouwers deze kosten en de daarmee samenhangende lasten verlagen.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad (PB L 150 van , blz. 1-92).

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) 2018/848 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

laatste bijwerking

Top