This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012IP0341
EU Cohesion Policy Strategy for the Atlantic Area European Parliament resolution of 13 September 2012 on the EU Cohesion Policy Strategy for the Atlantic Area (2011/2310(INI))
EU-strategie voor het Atlantisch gebied in het kader van het cohesiebeleid Resolutie van het Europees Parlement van 13 september 2012 over de strategie voor het Atlantisch gebied van het cohesiebeleid (2011/2310(INI))
EU-strategie voor het Atlantisch gebied in het kader van het cohesiebeleid Resolutie van het Europees Parlement van 13 september 2012 over de strategie voor het Atlantisch gebied van het cohesiebeleid (2011/2310(INI))
PB C 353E van 3.12.2013, pp. 122–128
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
3.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
CE 353/122 |
Donderdag 13 september 2012
EU-strategie voor het Atlantisch gebied in het kader van het cohesiebeleid
P7_TA(2012)0341
Resolutie van het Europees Parlement van 13 september 2012 over de strategie voor het Atlantisch gebied van het cohesiebeleid (2011/2310(INI))
2013/C 353 E/15
Het Europees Parlement,
— |
gezien artikel 225 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
— |
gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's "Ontwikkeling van een maritieme strategie voor het gebied van de Atlantische Oceaan" (COM(2011)0782), |
— |
gezien de door de Raad op 14 juni 2010 aangenomen conclusies over de strategie van de Europese Unie voor het Atlantisch gebied, |
— |
gezien de strategie van de Europese Unie voor het Oostzeegebied en de strategie voor het Donaugebied, |
— |
gezien zijn resolutie van 9 maart 2011 over de Europese strategie voor het Atlantisch gebied (1), |
— |
gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie getiteld "Ontwikkeling van een maritieme strategie voor het gebied van de Atlantische Oceaan" (ECO/306), |
— |
gezien het advies van het Comité van de Regio's over de mededeling van de Commissie getiteld "Ontwikkeling van een maritieme strategie voor het gebied van de Atlantische Oceaan", |
— |
gezien zijn resolutie van 23 juni 2011 over doelstelling 3: de toekomstige agenda voor grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking (2), |
— |
gezien artikel 48 van zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van de Commissie regionale ontwikkeling en het advies van de Commissie vervoer en toerisme (A7-0222/2012), |
A. |
overwegende dat het Atlantisch gebied een aantal bijzondere eigenschappen heeft die om politieke antwoorden van de Europese Unie vragen:
|
B. |
overwegende dat de Europese crisis de situatie verergerd heeft en dat veel regio’s in het Atlantisch gebied hun ontwikkelingsniveau hebben zien teruglopen; |
C. |
overwegende dat het Atlantisch gebied bestaat uit een relatief heterogene verzameling regio’s en dat veel van die regio's nog altijd niet het niveau van het gemiddeld inkomen van de EU hebben behaald en zodoende blijven vallen onder de convergentiedoelstelling van het Europees cohesiebeleid; |
D. |
overwegende dat een macroregionale strategie van essentieel belang is om het Atlantisch gebied met een gemeenschappelijke aanpak meer dynamiek te geven, om:
|
E. |
overwegende dat de strategie van toepassing moet zijn op alle Atlantische regio’s van de EU, met inbegrip van de kustregio’s van het Kanaal en de Ierse Zee, de ultraperifere regio’s en de landen en gebieden overzee en rekening moet houden met de wisselwerking tussen de Atlantische regio’s en de Noordzeeregio’s; |
F. |
overwegende dat we voor de aangegeven regio’s een duurzame ontwikkeling veilig moeten stellen in termen van milieu, samenleving en economie; |
Een ruimtelijke-ordeningsbeleid voor het Atlantisch gebied
1. |
hoopt dat de strategie een brede aanpak kiest door het opstellen van een afgesproken strategische visie voor de toekomstige ontwikkeling van het Atlantisch gebied, waarin de territoriale dimensie is opgenomen, om verbindingen tussen land en zee te ontwikkelen en een kader op te stellen voor een beter beheer van het beleid voor de ruimtelijke ordening van de zee- en landoppervlakten in de Atlantische regio’s; |
2. |
dringt erop aan om de waardevolle ervaring die opgedaan bij de ontwikkeling van bestaande macroregionale en andere transnationale strategieën volledig mee te nemen in het proces voor de Atlantische strategie, in het bijzonder betreffende zaken als bestuur, beleidsontwikkeling, communicatie en eigendom, doelen en evaluatie; |
3. |
is van mening dat het cohesiebeleid een essentieel instrument is voor het wegwerken van de tekortkomingen van het regionaal beleid van de EU en voor het bijdragen aan het bevorderen van de endogene ontwikkeling van de regio’s in de macroregio; |
4. |
dringt erop aan dat de strategie en het bijbehorende actieplan sterk de nadruk leggen op banen, groei en investering, zowel aan de kust als in het binnenland; |
5. |
verzoekt om de oprichting van een permanente structuur voor maritieme ruimtelijke ordening voor het Atlantisch gebied, opgesteld door de regio’s, de betrokken lidstaten en de Europese Commissie, met als doelstelling het coördineren van de vastgestelde strategie en het toezien op de uitvoering van het actieplan volgens een intersectorale en transnationale logica; |
6. |
is van mening dat geïntegreerd beheer van de mariene en maritieme gegevens op EU-niveau essentieel is voor het benutten van de maritieme mogelijkheden; verzoekt de Commissie om haar inspanningen voort te zetten voor het verbeteren van het beheer en de toegankelijkheid van de gegevens; |
7. |
is van mening dat er veel moet gebeuren om het ecologisch evenwicht en de biodiversiteit te behouden en de koolstofvoetafdruk in het Atlantisch gebied terug te dringen; |
8. |
is van mening dat zeevisserij, met name de kleinschalige en kustvisserij, en aquacultuur een centrale rol moeten spelen in het maritieme ruimtelijke-ordeningsbeleid, aangezien zij een doorslaggevende bijdrage kunnen leveren aan de bevordering van economische groei, rijkdom en werkgelegenheid; is van mening dat de regionalisatie van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) moet leiden tot de invoering van op het ecosysteem gebaseerd beheer dat is afgestemd op de behoeften van het Atlantisch gebied, en verzoekt de Commissie in dit verband de regionale adviesraden (RAC’s) op voorhand te raadplegen in het kader van de tenuitvoerlegging van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid en de beheersplannen; |
9. |
pleit voor het aangaan van lokale, regionale en grensoverschrijdende partnerschappen met het oog op verbetering van de capaciteit op het gebied van risicopreventie en -beheer in het Atlantisch gebied in geval van ongelukken op zee en op het land, natuurrampen en criminele activiteiten (piraterij, illegale visserij, enz.) en tevens voor het invoeren van adequate en soepele mechanismes voor herstel van en schadeloosstelling voor geleden schade; dringt aan op oprichting van een orgaan van Europese kustwachten; |
10. |
roept op tot verbetering van de bestaande volgsystemen voor vaartuigen, tot onmiddellijke toepassing van de versterkte bevoegdheden van het EMSA en tot het sluiten van overeenkomsten over het delen van informatie door bevoegde autoriteiten om de identificatie en opsporing van schepen en de bestrijding van bedreigingen als grensoverschrijdende criminaliteit, smokkel, illegale visserij en mensenhandel mogelijk te maken; benadrukt het belang van bevordering van de invoering en tenuitvoerlegging van de Europese programma's voor navigatie per satelliet (EGNOS en Galileo) om ook opsporings- en reddingsdiensten in de Atlantische Oceaan te bestrijken; herinnert eraan dat het noodzakelijk is te voorzien in langetermijnfinanciering van de Unie voor het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES), dat met name bijdraagt tot de preventie en het beheer van maritieme risico's; |
11. |
is van mening dat de territoriale dimensie van de strategie cruciaal is voor het verbeteren van de toegankelijkheid van de Atlantische regio’s en dat de strategie gericht moet zijn op de verbinding van deze regio’s met het Europese continentale gebied, de onderlinge samenhang tussen de vervoer-, energie- en informatienetwerken, de ontwikkeling van plattelandsgebieden en stedelijke gebieden in het achterland, alsook de versterking van de verbindingen tussen zee en land, met inbegrip van de ultraperifere en eilandregio’s; |
12. |
is van mening dat de snelwegen op zee het mogelijk maken om het isolement van de Atlantische regio’s te doorbreken, het handelsverkeer te bevorderen, de economische bedrijvigheid van de havens te stimuleren, het toerisme te doen toenemen en de CO2-uitstoot terug te dringen; is van mening dat het belangrijk is dat, bij de acties om de CO2-uitstoot terug te dringen, rekening gehouden wordt met de maritieme handel in het Atlantisch gebied en de kenmerken van de ultraperifere regio’s, waar zeevervoer van producten en personen essentieel is voor territoriale, sociale en economische cohesie in de ware zin van het woord; verzoekt dat deze snelwegen in aanmerking komen voor steun uit de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen; |
13. |
spoort ertoe aan om, met het oog op de duurzaamheid van de snelwegen op zee en in overeenstemming met de Europa 2020-strategie, specifieke aanbevelingen voor vaartuigen op te stellen teneinde de invoering van koolstofarme aandrijfsystemen en het hanteren van constructievoorschriften die aan hoge normen inzake efficiëntie, comfort, vermogen, veiligheid, plaatsbepaling en telecommunicatie voldoen, te bevorderen; wijst erop dat bij die aanbevelingen de nadruk moet liggen op het verhogen van de efficiëntie van deze vervoersmodus, het zorgen voor behoud van het milieu en het bevorderen van de integratie van deze vervoersmodus in de overige vervoersnetten en vervoersmodi; |
14. |
is van mening dat het noodzakelijk is om de verbindingen tussen de Atlantische regio’s en de rest van Europa te verbeteren door te investeren in multimodale vervoersinfrastructuren; |
15. |
benadrukt de noodzaak van een effectieve grensoverschrijdende coördinatie en samenwerking bij de aanleg en het gebruik van weg- en spoorweginfrastructuur, met inbegrip van hogesnelheidslijnen, luchthavens, zeehavens, binnenhavens, terminals en logistiek in het achterland, om tot een duurzamer en meer multimodaal vervoerssysteem te komen; |
16. |
wijst op het economische en territoriale belang van havens en is van mening dat het bestaan van spoor- en binnenwaterverbindingen tussen deze havens en hun achterland een essentiële voorwaarde is voor hun concurrentievermogen; |
17. |
betreurt dat er in de voorstellen van de Commissie over een centraal netwerk van trans-Europese vervoersnetwerken geen corridor is die het hele Atlantisch gebied bedekt en vindt het jammer dat er te weinig Atlantische havens worden voorgesteld in dit centrale netwerk; is van mening dat er nog andere Atlantische havens opgenomen moeten worden als knooppunthavens en kondigt voorstellen aan op dat gebied; |
18. |
herinnert aan het nut van de invoering van een gemeenschappelijk Europees luchtruim (SES) voor de versterking van de territoriale samenhang via een toename van het verkeer tussen regionale luchthavens in de Unie en verzoekt de Commissie derhalve ervoor te zorgen dat de functionele luchtruimblokken binnen de voorziene termijnen worden verwezenlijkt om deze doelstelling te verwezenlijken; |
Een industriebeleid voor het Atlantisch gebied
19. |
hoopt dat de strategie het concurrentievermogen van de voortvarende economische sectoren in de Atlantische regio’s zal ondersteunen; is in dat opzicht van mening dat bijdragen uit de particuliere sector door de overheid gesteund moeten worden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, innovatie, de ontwikkeling van clusters en de begeleiding van mkb-bedrijven; |
20. |
verzoekt om bijzondere aandacht voor regio's die kampen met een herstructurering van hun bedrijven en sectoren, evenals sluiting of verhuizing van bedrijven, met als doel het bevorderen van hun herindustrialisatie door het op elkaar afstemmen van havenactiviteiten, logistiek en de ontwikkeling van toeleverende industrieën die zorgen voor meer toegevoegde waarde; verzoekt bovendien om het creëren van een uitwisselingsmechanisme voor beste industriële praktijken tussen de regio's van de Atlantische boog; |
21. |
is van mening dat de strategie marien en maritiem onderzoek moet bevorderen en de toegang voor bedrijven tot de daaruit voortkomende gegevens vereenvoudigen om de wetenschappelijke kennis van het mariene milieu te vergroten, innovatie in de maritieme sectoren te stimuleren en een duurzaam gebruik van mariene hulpbronnen mogelijk te maken; |
22. |
is van mening dat de strategie een ambitieus sociaal hoofdstuk moet bevatten om de opleiding en toegang van jongeren tot maritieme beroepen te bevorderen, door de consolidatie van de professionele structuren die momenteel verbonden zijn aan de zee waardoor de bevolking in de kustgebieden kan blijven, maar eveneens voor het creëren van nieuwe specialiteiten die bij kunnen dragen aan de duurzame ontwikkeling van de visserijgebieden en aan de verbetering van de kwaliteit van het leven in die gebieden; |
23. |
benadrukt dat mariene hernieuwbare energie een veelbelovende industriesector vormt die het mogelijk maakt om de klimaatverandering en de energieafhankelijkheid van de Europese Unie te verminderen, duurzame energie in de Atlantische regio’s te bevorderen en de doelstellingen van Europa 2020 te halen; wijst erop dat het Atlantisch gebied bijzonder geschikt is voor het bevorderen van duurzame energie en is van mening dat overheidssteun nodig is om particuliere investeringen in deze technologieën te begeleiden, met name off shore windenergie, golf- en getijdenenergie; |
24. |
benadrukt het strategische belang van zeevervoer op de Atlantische kust en van verbindingen tussen ultraperifere regio’s en andere continentale regio’s; verzoekt de Commissie maatregelen voor te stellen om de administratieve formaliteiten in de havens te vereenvoudigen, zonder daarbij het vermogen om de juistheid van transacties en ladingen te controleren en verifiëren te verliezen; |
25. |
wijst op het economische belang van maritieme sectoren in de Atlantische regio’s, met name de scheepvaartindustrie, die een buitengewoon moeilijke tijd doormaakt in bepaalde Atlantische regio's en waarvoor de Commissie zou moeten bijdragen aan het vinden van oplossingen; verzoekt de Commissie het initiatief LeaderSHIP 2015 nieuw leven in te blazen om het concurrentievermogen van deze sector te vergroten in de context van de internationale concurrentie; |
26. |
wijst op het belang van de zeevisserij-activiteiten en de aquacultuur in de Atlantische regio’s en is voor overheidssteun voor de vervanging en modernisering van vissersvaartuigen, evenals voor een specifieke differentiatie met betrekking tot de kenmerken en het potentieel van ambachtelijke kustvisserij en schaaldierkwekerijen; |
27. |
benadrukt het belang van het bevorderen van duurzame vormen van toerisme op sociaal, economisch en ecologisch niveau die een aanzienlijke bron van toegevoegde waarde kunnen vormen voor de Atlantische regio’s en tegelijkertijd hun ecosysteem en biodiversiteit beschermen; wijst erop dat ondersteuning van zeevaarttoerisme een manier is om sportieve activiteiten te ontwikkelen en cruises te stimuleren; |
28. |
legt de nadruk op de rijkdommen van de Atlantische zeebodem en is van mening dat de strategie de prospectie en duurzame exploitatie van de zeebodem moet vergemakkelijken; |
Een actieplan voor 2014-2020
29. |
verzoekt om een externe dimensie voor de strategie om bepaalde doelstellingen te bevorderen en om internationale investeringen aan te trekken om in te spelen op bestaande mogelijkheden en wijst erop dat het marketen van het Atlantisch gebied als een regio om in te investeren, te bezoeken en zaken te doen centraal moet staan in het actieplan; |
30. |
verzoekt de Commissie de Atlantische macroregio in te richten en met een actieplan te komen voor de tenuitvoerlegging van de strategie tussen 2014 en -2020; |
31. |
dringt aan op het toepassen van een bestuursaanpak op verschillende niveaus voor de uitwerking, invoering, evaluatie en herziening van het actieplan, waarbij de regionale en lokale overheden, Atlantische lidstaten, de partijen uit de privésector en het maatschappelijk middenveld nauw worden betrokken; |
32. |
benadrukt dat voor het actieplan bestaande Europese financiering gebruikt moet worden en geen nieuwe begrotingsinstrumenten; |
33. |
stelt voor om het actieplan te koppelen aan het regionale beleid, het geïntegreerde maritieme beleid van de Europese Unie, het onderzoeks- en innovatiebeleid (Horizon 2020) en het mechanisme voor onderlinge verbindingen binnen Europa; is van mening dat het van essentieel belang is synergieën te creëren met overig Europees beleid op het gebied van onderzoek en innovatie, vervoer, milieu, energie, technologie, toerisme, visserij en aquacultuur en internationale samenwerking; |
34. |
wijst op de belangrijke rol die de Europese Investeringsbank, "project bonds" en publiek-private partnerschappen zouden kunnen spelen bij de financiering van de investeringen in de strategie; |
35. |
dringt erop aan dat de toekomstige Atlantische strategie gebaseerd is op de thematische pijlers van de Europa 2020-strategie, aangezien hierdoor de thematische inhoud op geïntegreerde wijze kan worden verbonden met het sectoraal beleid; is in dit verband van mening dat de voorgestelde doelstellingen en de thematische concentratie voor de vijf fondsen die zijn opgenomen in het gemeenschappelijk strategisch kader van het Europees cohesiebeleid voor de volgende programmeringsperiode, de pijlers van het actieplan moeten vormen; legt de nadruk op de doelstellingen "versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie", "verbetering van het concurrentievermogen van het mkb", "steun voor de overgang naar een koolstofarme economie" en "bevordering van duurzaam vervoer en opheffing van knelpunten in centrale netwerkinfrastructuren"; |
36. |
dringt aan op verplichte “oormerking” van de partnerschapscontracten en de operationele programma’s wat betreft de prioriteiten van de op die programma’s betrekking hebbende macroregionale strategieën, om ervoor te zorgen dat de maatregelen voor het operationele programma en de prioriteiten van de Atlantische strategie beter op elkaar afgestemd zijn, wat zal leiden tot een efficiënter gebruik van de Structuurfondsen en tot het creëren van toegevoegde waarde op regionaal niveau; wijst erop dat die verplichte oormerking niet alleen betrekking moet hebben op de operationele programma’s die onder de doelstelling van de territoriale samenwerking van het cohesiebeleid (Interreg) vallen, maar ook op de operationele programma's eigen aan iedere regio binnen het Atlantisch gebied; |
37. |
steunt de erkenning en tenuitvoerlegging van bestaande strategieën, projecten en ervaringen met interregionale samenwerking, die actiepunten en operationele en beleidsprioriteiten met zich mee kunnen brengen voor de toekomstige Atlantische macroregio; dringt erop aan om rekening te houden met het actieplan bij de opstelling en tenuitvoerlegging van toekomstige programma's voor territoriale samenwerking; is bovendien van mening dat de transnationale component van de doelstelling voor territoriale Europese territoriale samenwerking een technische ondersteuning zou moeten omvatten voor de tenuitvoerlegging van het actieplan, met name om goede praktijken uit te wisselen en netwerken te vormen; |
38. |
is van mening dat de multiregionale operationele programma's en multifondsen en geïntegreerde territoriale investeringen (ITI) bijzonder bruikbare instrumenten zijn om de tenuitvoerlegging van het actieplan te vergemakkelijken; |
39. |
stelt voor dat de jaarlijkse tenuitvoerleggingsverslagen voor de relevante programma's een beoordeling moeten bevatten van hoe de programma's bijdragen aan de doelstellingen van de Atlantische strategie en de tenuitvoerlegging van het actieplan; |
40. |
benadrukt het potentieel waarover de ultraperifere regio’s beschikken als natuurlijk laboratorium voor de realisatie van maritieme onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten; benadrukt het belang dat de toerismesector bekleedt voor die regio’s en de mogelijkheden die bestaan voor het creëren van logistieke platformen om het goederenvervoer tussen Europa en andere mondiale economieën te vergemakkelijken; |
41. |
verzoekt de nationale, regionale en lokale autoriteiten te streven naar synergieën tussen hun beleid en de prioriteiten van het actieplan; |
42. |
wijst erop dat de betrokkenheid van Europese fondsen onder direct en gedeeld beheer het noodzakelijk maakt dat er een passend beheer- en controlesysteem wordt ontworpen, en verzoekt daarom een platform te creëren voor het beheer van het actieplan zodat de begunstigden een informatie- en communicatiemodule wordt geboden en de verschillende autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de fondsen hun werkzaamheden gemakkelijker kunnen coördineren; |
43. |
beveelt aan dat de Atlantische strategie bovenal overeenstemming moet bereiken inzake een strategische visie voor het Atlantisch gebied, die de referentie zal vormen voor het actieplan 2014-2020; stelt eveneens voor dat dit actieplan:
|
44. |
herinnert eraan dat een Atlantisch Forum opgezet is voor 2012 en 2013, als voorbereidende actie voorgesteld door het Parlement, met als doel alle belanghebbenden te betrekken bij de uitwerking van het actieplan; benadrukt dat het Parlement, als initiatiefnemer van het forum, daarbij een drijvende rol speelt; |
45. |
stelt voor dat het actieplan aangenomen wordt door het Atlantisch Forum en verzoekt het aanstaande Ierse voorzitterschap de bekrachtiging door de Europese Raad van het actieplan voorrang te geven tijdens het voorzitterschap, met aandacht voor de uitvoering, een geloofwaardig proces voor controle en doorlopende evaluatie en het plannen van een tussentijdse beoordeling; |
46. |
verzoekt de Commissie de mogelijkheid na te gaan om vergelijkbare macroregionale strategieën ten uitvoer te leggen in andere gebieden waar dat zou leiden tot een duurzame en houdbare economische groei; |
*
* *
47. |
verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie en aan de Raad, alsook aan het Comité van de Regio's en het Economisch en Sociaal Comité. |
(1) PB C 199E van 7.7.2012, blz. 95.
(2) Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0285.