This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32007R1406
Commission Regulation (EC) No 1406/2007 of 29 November 2007 on initiating a new exporter review of Council Regulation (EC) No 130/2006 imposing a definitive anti-dumping duty on imports of tartaric acid originating in the People’s Republic of China, repealing the duty with regard to imports from one exporter in this country and making these imports subject to registration
Verordening (EG) nr. 1406/2007 van de Commissie van 29 november 2007 tot opening van een nieuw onderzoek ten behoeve van een nieuwe exporteur betreffende Verordening (EG) nr. 130/2006 van de Raad tot instelling van definitieve antidumpingrechten op wijnsteenzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China, tot intrekking van het recht ten aanzien van een Chinese exporteur en tot registratie van de invoer
Verordening (EG) nr. 1406/2007 van de Commissie van 29 november 2007 tot opening van een nieuw onderzoek ten behoeve van een nieuwe exporteur betreffende Verordening (EG) nr. 130/2006 van de Raad tot instelling van definitieve antidumpingrechten op wijnsteenzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China, tot intrekking van het recht ten aanzien van een Chinese exporteur en tot registratie van de invoer
PB L 312 van 30.11.2007, pp. 12–15
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 27/01/2011
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2007/1406/oj
30.11.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 312/12 |
VERORDENING (EG) Nr. 1406/2007 VAN DE COMMISSIE
van 29 november 2007
tot opening van een nieuw onderzoek ten behoeve van een nieuwe exporteur betreffende Verordening (EG) nr. 130/2006 van de Raad tot instelling van definitieve antidumpingrechten op wijnsteenzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China, tot intrekking van het recht ten aanzien van een Chinese exporteur en tot registratie van de invoer
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap („de basisverordening”) (1), en met name op artikel 11, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
A. VERZOEK OM EEN NIEUW ONDERZOEK
(1) |
De Commissie heeft een verzoek ontvangen om een nieuw onderzoek ten behoeve van een nieuwe exporteur op grond van artikel 11, lid 4, van de basisverordening. Het verzoek werd ingediend door Fuyang Genebest Chemical Industry Co. Ltd. („de indiener van het verzoek”), een producent/exporteur in de Volksrepubliek China („het betrokken land”). |
B. PRODUCT
(2) |
Het verzoek heeft betrekking op wijnsteenzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China („het betrokken product”), momenteel ingedeeld onder GN-code 2918 12 00. Deze GN-code wordt slechts ter informatie vermeld. |
C. BESTAANDE MAATREGELEN
(3) |
Bij Verordening (EG) nr. 130/2006 van de Raad (2) werd een definitief antidumpingrecht van 34,9 % ingesteld op het betrokken product van oorsprong uit de Volksrepubliek China dat ook van toepassing is op de indiener van het verzoek. Voor enkele in die verordening met name genoemde ondernemingen geldt een individueel antidumpingrecht. |
D. MOTIVERING VAN HET NIEUWE ONDERZOEK
(4) |
De indiener van het verzoek beweert dat hij op marktvoorwaarden werkt in de zin van artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening en dus als marktgerichte onderneming wenst te worden beschouwd of dat hij anders in aanmerking wenst te komen voor een individuele behandeling overeenkomstig artikel 9, lid 5, van de basisverordening, dat hij het betrokken product niet naar de Gemeenschap heeft uitgevoerd in het onderzoektijdvak waarop de thans geldende antidumpingmaatregelen zijn gebaseerd, dat wil zeggen de periode van 1 juli 2003 tot en met 30 juni 2004 (hierna „het oorspronkelijke onderzoektijdvak” genoemd) en dat hij niet verbonden is met producenten/exporteurs van het betrokken product die aan bovengenoemde antidumpingmaatregelen zijn onderworpen. |
(5) |
De indiener van het verzoek beweert voorts dat hij eerst na het oorspronkelijke onderzoektijdvak begonnen is met de uitvoer van het betrokken product naar de Gemeenschap. |
E. PROCEDURE
(6) |
De bekende betrokken communautaire producenten zijn van het bovenstaande verzoek in kennis gesteld en hebben daarop kunnen reageren. Er werden geen opmerkingen ontvangen. |
(7) |
Na onderzoek van het bewijsmateriaal is de Commissie tot de conclusie gekomen dat dit toereikend is om een onderzoek te openen ten behoeve van een nieuwe exporteur overeenkomstig artikel 11, lid 4, van de basisverordening. Hierbij zal worden vastgesteld of de indiener van het verzoek op marktvoorwaarden opereert in de zin van artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening of dat hij, indien dit niet het geval is, aan de voorwaarden voor een individuele behandeling voldoet overeenkomstig artikel 9, lid 5, van de basisverordening, in welk geval voor hem een individuele dumpingmarge zal worden vastgesteld. Indien blijkt dat het door hem vervaardigde product met dumping in de Gemeenschap wordt ingevoerd, zal voor hem een antidumpingrecht worden vastgesteld. |
(8) |
Indien blijkt dat de indiener van het verzoek aan de voorwaarden voor de vaststelling van een individueel recht voldoet, kan het noodzakelijk zijn het recht te wijzigen dat momenteel van toepassing is op het betrokken product afkomstig van ondernemingen die niet met naam zijn vermeld in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 130/2006.
|
F. INTREKKING VAN HET RECHT EN REGISTRATIE VAN DE INVOER
(9) |
Op grond van artikel 11, lid 4, van de basisverordening moet het antidumpingrecht worden ingetrokken ten aanzien van het betrokken product dat door de indiener van het verzoek wordt vervaardigd en naar de Gemeenschap uitgevoerd. Tevens moet de invoer van dit product, overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening, worden geregistreerd zodat eventueel met terugwerkende kracht antidumpingrechten kunnen worden geheven vanaf de datum van opening van dit nieuwe onderzoek, indien bij het onderzoek blijkt dat de indiener van het verzoek het betrokken product met dumping in de Gemeenschap invoert. In dit stadium kan geen raming worden gemaakt van het bedrag dat de indiener van het verzoek in de toekomst eventueel verschuldigd zal zijn. |
G. TERMIJNEN
(10) |
In het belang van een behoorlijk bestuur moeten termijnen worden vastgesteld waarbinnen:
|
H. NIET-MEDEWERKING
(11) |
Indien een belanghebbende binnen de vastgestelde termijnen toegang tot de nodige gegevens weigert, deze niet verstrekt of het onderzoek aanmerkelijk belemmert, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin. Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, wordt deze informatie buiten beschouwing gelaten en kan overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebruik worden gemaakt van de beschikbare gegevens. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en gebruik wordt gemaakt van de beschikbare gegevens, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend, |
I. VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS
(12) |
Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (3). |
J. HOORDER
(13) |
Indien belanghebbenden van mening zijn dat zij bij de uitoefening van hun recht van verweer moeilijkheden ondervinden, kunnen zij vragen dat de hoorder van DG Trade wordt ingeschakeld. Hij fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de diensten van de Commissie en kan zo nodig aanbieden te bemiddelen over procedurele kwesties aangaande de bescherming van de belangen van de belanghebbenden tijdens de procedure, met name voor kwesties inzake toegang tot het dossier, vertrouwelijkheid, verlenging van termijnen en behandeling van schriftelijke en/of mondelinge opmerkingen. Nadere informatie en hoe u contact kunt opnemen vindt u op de webpagina's van de hoorder op de website van DG Trade (http://ec.europa.eu/trade), |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Op grond van artikel 11, lid 4, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad wordt een nieuw onderzoek ten aanzien van Verordening (EG) nr. 130/2006 geopend teneinde vast te stellen of en in welke mate de invoer van wijnsteenzuur, vallende onder GN-code 2918 12 00, van oorsprong uit de Volksrepubliek China, vervaardigd en verkocht voor uitvoer naar de Gemeenschap door Fuyang Genebest Chemical Industry Co. Ltd. (aanvullende Taric-code A851), moet worden onderworpen aan het antidumpingrecht dat bij Verordening (EG) nr. 130/2006 is ingesteld.
Artikel 2
Het bij Verordening (EG) nr. 130/2006 ingestelde antidumpingrecht wordt ingetrokken ten aanzien van het in artikel 1 omschreven product.
Artikel 3
Overeenkomstig artikel 14, lid 5, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad wordt de douaneautoriteiten van de lidstaten opgedragen de nodige maatregelen te nemen om de invoer van het in artikel 1 omschreven product te registreren. Deze registratie wordt negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening beëindigd.
Artikel 4
1. Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders vermeld, binnen 40 dagen na de inwerkingtreding van deze verordening contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en de antwoorden op de in overweging 10, onder a), genoemde vragenlijst en eventuele andere gegevens verstrekken. Verzoeken om te worden gehoord dienen schriftelijk binnen dezelfde termijn van 40 dagen te worden ingediend.
2. Opmerkingen over de keuze van Argentinië als derde land met een markteconomie voor het vaststellen van de normale waarde voor de Volksrepubliek China, dienen binnen tien dagen na inwerkingtreding van deze verordening te worden toegezonden.
3. Aanvragen om als marktgerichte onderneming te worden behandeld moeten, vergezeld van bewijsmateriaal, binnen 21 dagen na inwerkingtreding van deze verordening in het bezit van de Commissie zijn.
4. Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) worden toegezonden onder opgave van naam, adres, e-mailadres en telefoon- en faxnummer van de belanghebbende. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in deze verordening gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited” (4) zijn voorzien en moeten overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie met de vermelding „FOR INSPECTION BY INTERESTED PARTIES”.
Alle informatie over deze kwestie en verzoeken om een mondeling onderhoud moeten aan het volgende adres worden gericht:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Handel |
Directoraat H |
Kamer: J-79 4/23 |
B-1049 Brussel |
Fax (32 2) 295 65 05 |
Artikel 5
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 29 november 2007.
Voor de Commissie
Peter MANDELSON
Lid van de Commissie
(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17).
(2) PB L 23 van 27.1.2006, blz. 1.
(3) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
(4) Dit betekent dat het document uitsluitend voor intern gebruik bestemd is. Het document is beschermd krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Het document is vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad (PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1) en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst).