This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012PC0227
Proposal for a COUNCIL REGULATION terminating the interim review of the anti-dumping measures concerning imports of furfuraldehyde originating in the People's Republic of China and repealing those measures
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot beëindiging van het tussentijdse nieuwe onderzoek naar de antidumpingmaatregelen betreffende de invoer van furfuraldehyde van oorsprong uit de Volksrepubliek China en tot intrekking van die maatregelen
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot beëindiging van het tussentijdse nieuwe onderzoek naar de antidumpingmaatregelen betreffende de invoer van furfuraldehyde van oorsprong uit de Volksrepubliek China en tot intrekking van die maatregelen
/* COM/2012/0227 final - 2012/0114 (NLE) */
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot beëindiging van het tussentijdse nieuwe onderzoek naar de antidumpingmaatregelen betreffende de invoer van furfuraldehyde van oorsprong uit de Volksrepubliek China en tot intrekking van die maatregelen /* COM/2012/0227 final - 2012/0114 (NLE) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL · Motivering en doel van het voorstel Dit voorstel betreft de toepassing van
Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009
betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die
geen lid zijn van de Europese Gemeenschap[1]
("de basisverordening") in het kader van het tussentijdse nieuwe
onderzoek betreffende het geldende antidumpingrecht op furfuraldehyde van
oorsprong uit de Volksrepubliek China ("VRC"). · Algemene context Dit voorstel past in het kader van de
tenuitvoerlegging van de basisverordening en is het resultaat van een onderzoek
dat is uitgevoerd overeenkomstig de materiële en procedurele eisen in de
basisverordening. · Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Bij Verordening (EG) nr. 95/95 van de Raad[2] is een definitief
antidumpingrecht op furfuraldehyde van oorsprong uit de VRC ingesteld, dat
later bij de Verordeningen (EG) nr. 2722/1999[3],
(EG) nr. 639/2005[4] en (EU) nr. 453/2011[5] van de Raad is bevestigd. · Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie Niet van toepassing. 2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN
BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING · Raadpleging van belanghebbende partijen Partijen die belang hebben bij de procedure
werden overeenkomstig de bepalingen van de basisverordening in de loop van het
onderzoek in de gelegenheid gesteld hun belangen te verdedigen. · Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid Er behoefde geen beroep te worden gedaan op
externe deskundigheid. · Effectbeoordeling Dit voorstel vloeit voort uit de
tenuitvoerlegging van de basisverordening. De basisverordening voorziet niet in een
algemene effectbeoordeling, maar bevat wel een volledige lijst van factoren die
moeten worden beoordeeld. 3. JURIDISCHE ASPECTEN VAN HET VOORSTEL · Samenvatting van de voorgestelde maatregel Op 5 juli 2011 heeft de Commissie met een
bericht ("het bericht van opening") in het Publicatieblad van de
Europese Unie de opening van een tussentijds nieuw onderzoek betreffende
het geldende antidumpingrecht op furfuraldehyde van oorsprong uit de VRC
aangekondigd. In het kader van het nieuwe onderzoek, waaraan
de betrokken partijen geen medewerking hebben verleend, werd bewijsmateriaal
gevonden waaruit bleek dat de bedrijfstak van de Unie in het tijdvak van het
nieuwe onderzoek geen schade heeft geleden en dat dit van blijvende aard was.
Uit het onderzoek is ook gebleken dat de beëindiging van de maatregelen in het
belang van de Unie zou zijn. Daarom wordt voorgesteld dat de Raad zijn
goedkeuring hecht aan bijgevoegd voorstel voor een verordening tot beëindiging
van de bestaande maatregelen; deze verordening moet uiterlijk op 4 juli 2012 in
het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt. · Rechtsgrondslag Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de
Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met
dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap. · Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel betreft een gebied dat onder de
exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel
is derhalve niet van toepassing. · Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende redenen in
overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: de vorm van de maatregel wordt voorgeschreven
in de basisverordening en laat geen ruimte voor nationale besluitvorming. Beschrijving van de wijze waarop de financiële
en administratieve lasten voor de Unie, de nationale, regionale en plaatselijke
overheden, de bedrijven en de burgers zo veel mogelijk worden beperkt en hoe
zij in verhouding staan tot het doel van het voorstel: niet van toepassing. · Keuze van instrumenten Voorgesteld instrument: verordening. Andere instrumenten zouden om de volgende
reden ongeschikt zijn: de basisverordening voorziet niet in andere
mogelijkheden. 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING Hoewel het voorstel inhoudt dat een geldend
antidumpingrecht wordt opgeheven, heeft het geen gevolgen voor de begroting van
de Unie aangezien alle invoer momenteel in het kader van de regeling actieve
veredeling plaatsvindt. 2012/0114 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot beëindiging van het tussentijdse nieuwe
onderzoek naar de antidumpingmaatregelen betreffende de invoer van
furfuraldehyde van oorsprong uit de Volksrepubliek China en tot intrekking van
die maatregelen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, Gezien Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de
Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met
dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap[6] ("de
basisverordening"), en met name artikel 9 en artikel 11, leden 3, 5 en 6, Gezien het voorstel van de Europese Commissie
("de Commissie"), ingediend na raadpleging van het Raadgevend Comité, Overwegende hetgeen volgt: A. PROCEDURE 1. Geldende maatregelen (1) In
1995 stelde de Raad bij Verordening (EG) nr. 95/95[7] een
definitief antidumpingrecht in in de vorm van een specifiek recht op
furfuraldehyde van oorsprong uit de Volksrepubliek China ("de VRC" of
"het betrokken land") ("de oorspronkelijke
antidumpingmaatregelen"). Het specifieke recht werd vastgesteld op
352 EUR per ton. (2) Na een tussentijds nieuw
onderzoek, dat in mei 1997 op verzoek van een Chinese exporteur was geopend,
werden de maatregelen bij Verordening (EG) nr. 2722/1999[8] met vier jaar verlengd. (3) Na een nieuw onderzoek in
verband met het vervallen van de maatregelen heeft de Raad in april 2005 bij
Verordening (EG) nr. 639/2005[9] de maatregelen met nog eens vijf jaar verlengd. (4) Na nogmaals een nieuw
onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen heeft de Raad in mei
2011 bij Verordening (EU) nr. 453/2011[10] de
maatregelen met nog eens vijf jaar verlengd. Het specifieke recht werd
vastgesteld op hetzelfde niveau als in de oorspronkelijke
antidumpingmaatregelen, namelijk 352 EUR per ton. 2. Opening van een tussentijds
nieuw onderzoek (5) In overweging 84 van
Verordening (EU) nr. 453/2011 van de Raad staat dat de Raad, aangezien het
specifieke recht was vastgesteld op basis van de bevindingen van het
oorspronkelijke onderzoek in 1995 en sindsdien niet opnieuw was bekeken, het
passend achtte na te gaan of de hoogte van het recht nog steeds relevant was.
Daarom overwoog de Commissie ambtshalve een tussentijds nieuw onderzoek op
grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening te openen. (6) Daar de Commissie na overleg
in het Raadgevend Comité tot de conclusie was gekomen dat zij over voldoende
voorlopig bewijsmateriaal beschikte om ambtshalve een tussentijds nieuw
onderzoek te openen, heeft zij op 5 juli 2011 door bekendmaking van een bericht
in het Publicatieblad van de Europese Unie[11] ("het bericht van
opening") de opening van een tussentijds nieuw onderzoek op grond van
artikel 11, lid 3, van de basisverordening aangekondigd. 3. Onderzoek 3.1. Onderzoektijdvak (7) Het dumpingonderzoek had
betrekking op de periode van 1 juli 2010 tot en met 30 juni 2011
("het tijdvak van het nieuwe onderzoek" of "TNO"). Het
onderzoek naar de ontwikkelingen die van belang zijn voor de schadebeoordeling
had betrekking op de periode van 1 januari 2008 tot het eind van het tijdvak
van het nieuwe onderzoek ("de beoordelingsperiode"). 3.2. Bij dit onderzoek betrokken
partijen (8) De Commissie heeft de
bedrijfstak van de Unie, de producenten-exporteurs in het betrokken land, de
importeurs en de haar bekende gebruikers, en de autoriteiten van het betrokken
land officieel van de opening van het tussentijdse nieuwe onderzoek in kennis
gesteld. (9) Belanghebbenden werden in de
gelegenheid gesteld om binnen de in het bericht van opening vermelde termijn
hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en te verzoeken te worden gehoord. 3.3. Steekproef van
producenten-exporteurs in de VRC (10) Gezien het kennelijk grote
aantal producenten-exporteurs in de VRC werd overeenkomstig artikel 17 van de
basisverordening besloten na te gaan of gebruik moest worden gemaakt van een
steekproef. Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef
noodzakelijk was en, zo ja, deze samen te stellen, heeft zij de
producenten-exporteurs in de VRC verzocht zich binnen 15 dagen na de opening
van het nieuwe onderzoek bij haar te melden en haar de in het bericht van
opening gevraagde gegevens te verstrekken. Daar zich geen
producenten-exporteurs aanmeldden om aan het onderzoek mee te werken, was het
niet nodig een steekproef samen te stellen. 3.4. Antwoorden op de vragenlijst
en controles (11) De Commissie heeft alle haar
bekende betrokken partijen een vragenlijst toegestuurd. Er hebben zich geen
andere partijen binnen de in het bericht van opening vermelde termijnen kenbaar
gemaakt. (12) Er werden geen antwoorden op
de vragenlijst ontvangen van de twee producenten in de Unie, noch van de
Chinese producenten-exporteurs of van importeurs of gebruikers. Eén producent
in het referentieland, Argentinië, heeft de vragenlijst beantwoord. (13) Wegens het gebrek aan
medewerking van de partijen hebben geen controlebezoeken plaatsgevonden. B. BETROKKEN PRODUCT EN
SOORTGELIJK PRODUCT 1. Betrokken product (14) Dit nieuwe onderzoek heeft
betrekking op hetzelfde product als dat in het oorspronkelijke onderzoek en de
daaropvolgende nieuwe onderzoeken die hierboven zijn vermeld, namelijk
furfuraldehyde van oorsprong uit de VRC, momenteel ingedeeld onder GN-code 2932
12 00 ("het betrokken product"). Furfuraldehyde wordt ook
2-furaldehyde of furfural genoemd. (15) Furfuraldehyde is een
lichtgele vloeistof met een karakteristieke doordringende geur, die wordt
verkregen door de verwerking van verschillende soorten landbouwafval.
Furfuraldehyde heeft twee belangrijke toepassingen: als selectief oplosmiddel
bij de raffinage van aardolie voor de productie van smeeroliën en als grondstof
voor verwerking tot furfurylalcohol, die wordt gebruikt voor de vervaardiging
van kunsthars voor gietvormen. 2. Soortgelijk product (16) Zoals in de voorgaande
onderzoeken werd geoordeeld dat het in de VRC geproduceerde en naar de EU
uitgevoerde furfuraldehyde, het op de binnenlandse markt van het referentieland
Argentinië geproduceerde en verkochte furfuraldehyde en het furfuraldehyde dat
in de EU door de producenten in de Unie wordt geproduceerd en verkocht,
dezelfde fysische en chemische basiseigenschappen en dezelfde basistoepassingen
hebben. Daarom werden deze producten beschouwd als soortgelijke producten in de
zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening. C. DUMPING 1. Algemeen (17) Geen enkele Chinese
producent-exporteur heeft aan het onderzoek meegewerkt of informatie ingediend.
Daarom moesten de hierna beschreven bevindingen inzake dumping worden gebaseerd
op de beschikbare gegevens, met name Eurostatgegevens, officiële
uitvoerstatistieken van de VRC en informatie die werd ingediend door de
onderneming in het referentieland Argentinië. 2. Referentieland (18) Op grond van artikel 2,
lid 7, onder a), van de basisverordening werd de normale waarde
vastgesteld op basis van de prijs of de door berekening vastgestelde waarde in
een geschikt derde land met een markteconomie ("het referentieland"),
of op basis van de prijs bij uitvoer uit het referentieland naar andere landen,
met inbegrip van de Unie, of, indien zulks niet mogelijk was, op elke andere
redelijke grondslag, met inbegrip van de in de Unie werkelijk betaalde of te
betalen prijs van het soortgelijke product, indien nodig verhoogd met een
redelijke winstmarge. (19) Zoals in het oorspronkelijke
onderzoek werd in het bericht van opening Argentinië voorgesteld als geschikt
referentieland voor het vaststellen van de normale waarde op grond van artikel
2, lid 7, onder a), van de basisverordening. Na de bekendmaking van het bericht
van opening werden geen opmerkingen over de keuze van het referentieland
ontvangen. (20) Eén producent van
furfuraldehyde in Argentinië werkte aan het onderzoek mee door een ingevulde
vragenlijst terug te zenden. Uit het onderzoek is gebleken dat Argentinië een
concurrerende markt voor furfuraldehyde had, waarbij de lokale productie
ongeveer 90 % van de markt voor haar rekening nam en de rest afkomstig was
van invoer uit derde landen. Het productievolume in Argentinië maakt meer dan
70 % uit van het volume van de Chinese uitvoer van het betrokken product
naar de EU voor actieve veredeling. De Argentijnse markt werd derhalve geacht
voldoende representatief te zijn voor de vaststelling van de normale waarde
voor de VRC. (21) Zoals in de vorige onderzoeken
luidt de conclusie dan ook dat Argentinië overeenkomstig artikel 2, lid 7,
onder a), van de basisverordening een geschikt referentieland is. 3. Invoer met dumping in het TNO 3.1. Normale waarde (22) De normale waarde werd
vastgesteld op basis van de gegevens die de medewerkende producent in het
referentieland had verstrekt, d.w.z. op basis van de op de binnenlandse markt
van Argentinië door niet-verbonden afnemers betaalde of te betalen prijs, daar
deze verkoop in het kader van normale handelstransacties bleek te hebben
plaatsgevonden. (23) De normale waarde was
bijgevolg de gewogen gemiddelde binnenlandse verkoopprijs van de medewerkende
producent in Argentinië bij levering aan niet-verbonden afnemers. (24) Eerst werd nagegaan of de totale
binnenlandse verkoop van het soortgelijke product aan onafhankelijke afnemers
representatief was overeenkomstig artikel 2, lid 2, van de basisverordening,
d.w.z. of deze 5 % of meer bedroeg van de totale uitvoer van het betrokken
product naar de Unie. De binnenlandse verkoop van de medewerkende producent in
Argentinië in het TNO was voldoende representatief. (25) De Commissie heeft vervolgens
onderzocht of de binnenlandse verkoop van het soortgelijke product kon worden
geacht te hebben plaatsgevonden in het kader van normale handelstransacties in
de zin van artikel 2, lid 4, van de basisverordening. Hiertoe werd voor het op
de Argentijnse markt verkochte soortgelijke product het percentage van de
winstgevende binnenlandse verkoop aan onafhankelijke afnemers in het TNO
vastgesteld. Daar alle verkoop van het soortgelijke product in het TNO
winstgevend was, werd de normale waarde gebaseerd op het gewogen gemiddelde van
alle binnenlandse verkoop. 3.2. Uitvoerprijs (26) Aangezien geen van de Chinese
exporteurs die naar de EU uitvoeren, aan het onderzoek heeft meegewerkt, werden
de uitvoerprijzen vastgesteld op basis van de beschikbare gegevens. Het meest
geschikt daarvoor bleken de door Eurostat verstrekte gegevens betreffende de
invoer van het betrokken product in de EU te zijn. Hoewel deze invoer
grotendeels plaatsvond onder de regeling actieve veredeling (het Chinese
furfuraldehyde werd verwerkt tot furfurylalcohol voor de uitvoer), was er geen
reden om aan te nemen dat de invoer geen redelijke basis was voor de
vaststelling van de uitvoerprijzen. 3.3. Vergelijking (27) Om overeenkomstig artikel 2,
lid 10, van de basisverordening een billijke vergelijking tussen de normale
waarde en de uitvoerprijs te kunnen maken, zijn enkele correcties toegepast
voor bepaalde verschillen met betrekking tot vervoer, kredietkosten en
verzekering die van invloed waren op de prijzen en hun vergelijkbaarheid. 3.4. Dumpingmarge (28) Overeenkomstig artikel 2, lid
11, van de basisverordening werd de dumpingmarge vastgesteld door vergelijking
van de gewogen gemiddelde normale waarde met de gewogen gemiddelde uitvoerprijs
in hetzelfde handelsstadium. Deze vergelijking leverde een dumpingmarge op van
5,6 %. 4. Blijvende aard van de
gewijzigde omstandigheden (29) In aansluiting op de analyse
waaruit bleek dat er in het TNO sprake was van dumping, werd nagegaan hoe
waarschijnlijk het was dat voortzetting van dumping zou plaatsvinden als de
maatregelen worden ingetrokken. Aangezien geen enkele producent-exporteur in de
VRC aan dit onderzoek heeft meegewerkt, berusten de onderstaande conclusies op
beschikbare gegevens overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening. (30) In dit verband werden de
volgende elementen onderzocht: de binnenlandse vraag en het binnenlandse
verbruik in de VRC en de ontwikkeling van de Chinese uitvoer naar de EU onder
de regeling actieve veredeling (RAV). (31) Volgens de beschikbare
informatie is het binnenlandse verbruik van furfuraldehyde in de VRC vanaf 2007
sneller gestegen (een verwachte gemiddelde jaarlijkse groei voor de periode
2007-2012 van ongeveer 9 %) dan de Chinese productiecapaciteit voor dat
product (ongeveer + 6 %). De stijging van het binnenlandse verbruik
van furfural in de VRC is hoofdzakelijk te verklaren door de toenemende vraag
naar het belangrijkste downstreamproduct van furfuraldehyde, namelijk
furfurylalcohol. De Chinese productie van furfurylalcohol is vanaf 1999 fors
toegenomen, wat toe te schrijven is aan de nadruk op de vervaardiging van
hoogwaardigere furfuralproducten en aan de toenemende vraag naar furaanharsen
uit de gieterijindustrie. (32) Bovendien is de binnenlandse
vraag naar maiskolven, de belangrijkste grondstof die door de Chinese
producenten van furfuraldehyde wordt gebruikt, toegenomen. Gezien de groei van
de wereldbevolking, vooral in de VRC en India, en de overschakeling van een op
granen gebaseerd dieet naar een op eiwitten gebaseerd dieet wordt verwacht dat
de mondiale vraag naar mais in sneller tempo zal stijgen. De VRC is de op één
na grootste consument van mais ter wereld. Naast de stijging van het
industriële gebruik van mais is er de groeiende Chinese vraag naar diervoeders,
met een toename van de dierlijke productie van 3 à 6 % per jaar. Het
maisverbruik van de VRC is de laatste jaren snel gestegen, maar de Chinese productie
kon de vraag niet bijhouden. Verwacht wordt dat de uitvoer van mais van de VSA
naar de VRC in de periode 2011-2015 zal vervijfvoudigen. Voorts zij opgemerkt
dat de Chinese producenten van furfural steeds meer concurrentie ondervinden
van producenten van xylose en xylitol, die dezelfde grondstof (maiskolven)
gebruiken. (33) Met betrekking tot de Chinese
uitvoer naar de EU in het TNO zij opgemerkt dat praktisch alle furfuraldehyde
uit het betrokken land uitsluitend onder de RAV werd ingevoerd. Deze praktijk
begon in 2000 en hield in dat op ongeveer 75 % van de hoeveelheid
furfuraldehyde die jaarlijks uit de VRC naar de Unie werd uitgevoerd, geen
antidumpingrecht werd geheven, omdat het de bedoeling was die hoeveelheid
verder te verwerken tot furfurylalcohol voor uitvoer naar derde landen. Sinds
2001 is er vrijwel geen invoer meer uit het betrokken land onder de voorwaarden
van de vrije markt. (34) De langetermijnveranderingen
in de binnenlandse vraag naar furfural in de VRC en de krappe vraag-en-aanbod-situatie
op de Chinese maismarkt lijken, in combinatie met de structuur van de Chinese
uitvoer naar de EU zoals uitgelegd in de vorige overweging, te hebben geleid
tot een verandering in de dumpingmarge van de Chinese producenten-exporteurs.
Uit de vergelijking van de Chinese prijzen bij uitvoer naar de EU met de
normale waarde van het betrokken product, na toepassing van de nodige
correcties, blijkt dat de dumpingmarge in het TNO is gedaald in vergelijking
met het vorige nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen. (35) Uit bovenstaande analyse
blijkt dat de veranderingen in de binnenlandse vraag naar en het binnenlandse
verbruik van maiskolven en furfuraldehyde in de VRC en bijgevolg de
prijsveranderingen van blijvende aard zijn. Bijgevolg kan worden geconcludeerd
dat, als de antidumpingmaatregelen worden ingetrokken, de Chinese uitvoer naar
de Unie niet aanzienlijk zal toenemen. D. BEDRIJFSTAK VAN DE UNIE (36) De bedrijfstak van de Unie
("BU") bestaat uit twee ondernemingen: Lenzing AG (Oostenrijk) en
Tanin Sevnica kemicna industrija d.d (Slovenië), die samen 100 % van de
productie van het soortgelijke product in de Unie in het TNO voor hun rekening
nemen. Op basis daarvan worden de twee producenten in de Unie geacht de BU te
vormen in de zin van artikel 4, lid 1, en artikel 5, lid 4, van de
basisverordening. Geen van beide ondernemingen heeft de haar toegezonden
vragenlijst ingevuld teruggezonden en volledig aan het onderzoek meegewerkt. (37) Wegens het gebrek aan
medewerking van de BU werd voor het onderzoek van de situatie van de markt van
de Unie en de schade die de BU als gevolg van de invoer met dumping uit de VRC
heeft geleden, gebruikgemaakt van de beschikbare gegevens, onder meer gegevens
die door extrapolatie werden verkregen uit informatie die werd verzameld
tijdens het recente nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen dat
betrekking had op de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 maart 2010. De
bronnen van de in de onderstaande tabellen vermelde gegevens hebben betrekking op
de periode 2007-2009, tenzij anders is aangegeven. Nutrafur, de Spaanse
producent die in 1994 de oorspronkelijke klacht heeft ingediend onder de naam
Furfural Español S.A., heeft in oktober 2008 de productie gestaakt. De
productiecijfers van Nutrafur voor 2008 zijn in het verbruik in de Unie
opgenomen. Om redenen van vertrouwelijkheid worden de gegevens over de
prestaties van de BU slechts in geïndexeerde vorm verstrekt. E. SITUATIE OP DE MARKT VAN DE UNIE 1. Verbruik in de Unie (38) Het verbruik van furfuraldehyde
in de Unie in 2008 en 2009 werd vastgesteld op basis van de gecontroleerde
verkoopvolumes van de BU op de markt van de Unie (inclusief de verkoop van
Nutrafur in de periode tot en met oktober 2008 waarin deze onderneming nog
furfuraldehyde produceerde), plus de invoer uit de VRC onder de RAV en de voor
het vrije verkeer bestemde invoer uit andere derde landen, waarvoor gegevens
van de importeur International Furan Chemicals BV ("IFC") die tijdens
het laatste nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen werden
gecontroleerd, en Eurostatgegevens werden gebruikt. Daar Eurostat om redenen
van vertrouwelijkheid niet de volledige informatie bekendmaakt, zijn
Eurostatgegevens alleen gebruikt voor de invoer uit andere derde landen, met
uitzondering van de VRC en de Dominicaanse Republiek, omdat IFC de enige
importeur van furfuraldehyde uit deze landen is. (39) Voor
2010 en het TNO werden de beschikbare gegevens gebruikt wegens het gebrek aan
medewerking van zowel de BU als de enige importeur en de vertrouwelijkheid van
grote hoeveelheden gegevens die gewoonlijk bij Eurostat te verkrijgen zijn.
Daar er geen aanwijzingen voor het tegendeel waren, was er geen reden om aan te
nemen dat zich sinds 2009 een opmerkelijke verschuiving in het verbruik in de
Unie had voorgedaan, zodat ervan uit werd gegaan dat het in 2010 en het TNO op
hetzelfde niveau is gebleven. (40) Op basis daarvan is het
verbruik in de Unie tijdens de beoordelingsperiode met 17 % gedaald, van
45 738 ton in 2008 tot 38 000 ton in het TNO. Tabel 1 – Verbruik in de Unie Jaar || 2008 || 2009 || 2010 || TNO Ton || 45 738 || 38 175 || 38 000 || 38 000 Index (2008 = 100) || 100 || 83 || 83 || 83 Ontwikkeling op jaarbasis || || -17 || 0 || 0 Bron: gecontroleerde antwoorden van de BU en
IFC op de vragenlijst, en Eurostat. 2. Invoer uit de VRC 2.1. Omvang, marktaandeel en
prijzen (41) Volgens de Chinese
uitvoerstatistieken vond de Chinese invoer in het TNO plaats onder de RAV. Het
Chinese RAV-volume is gestegen van 10 002 ton in 2008 tot 13 975 ton
in het TNO, d.w.z. met 40 %. In de beoordelingsperiode is het Chinese
marktaandeel voor RAV gestegen van 22 % tot 37 %, d.w.z. met 15
procentpunten. (42) De Chinese RAV-prijs per ton
is gestegen van 1014 EUR in 2008 tot 1488 EUR in het TNO, d.w.z. met
47 %. Hierbij zij opgemerkt dat de prijzen van de Chinese invoer in het
TNO snel zijn gestegen en een piek bereikten van meer dan 1 700 EUR/ton. Tabel 2 – Invoer uit de VRC Jaar || 2008 || 2009 || 2010 || TNO Ton || 10 002 || 5 159 || 8 375 || 13 975 Index (2008 = 100) || 100 || 52 || 84 || 140 Ontwikkeling op jaarbasis || || -48 || 32 || 56 Marktaandeel || 22 % || 14 % || 22 % || 37 % Prijs (EUR/ton) || 1 014 || 690 || 1 362 || 1 488 Index (2008 = 100) || 100 || 68 || 134 || 147 Bron: gecontroleerde antwoorden van IFC op de
vragenlijst, Chinese uitvoerstatistieken. 3. Omvang en prijzen van de
invoer uit andere derde landen (43) Er zij op gewezen dat het bij
de invoer uit de Dominicaanse Republiek, zoals in het oorspronkelijke
onderzoek, volledig om zendingen ging van moedermaatschappij naar Europese
dochteronderneming voor de productie van furfurylalcohol. De voor deze transacties
gehanteerde prijzen zijn dus verrekenprijzen tussen verbonden ondernemingen en
geven misschien geen goed beeld van de reële marktprijzen. Wegens het gebrek
aan medewerking van de betrokken importeur en de vertrouwelijkheid van de
gegevens van Eurostat werd aangenomen dat de omvang en de prijzen van de invoer
uit de Dominicaanse Republiek in 2010 en het TNO constant zijn gebleven. Tabel 3 – Invoer uit de Dominicaanse Republiek
in de Unie Jaar || 2008 || 2009 || 2010 || TNO Ton || 27 662 || 24 996 || 25 000 || 25 000 Index (2008 = 100) || 100 || 90 || 90 || 90 Ontwikkeling op jaarbasis || || -10 || 0 || 0 Marktaandeel || 60 % || 65 % || 66 % || 66 % Prijs (EUR/ton) || 982 || 582 || 582 || 582 Index (2008 = 100) || 100 || 59 || 59 || 59 (44) Volgens Eurostat ontwikkelden
de invoer van furfuraldehyde in de Unie uit andere landen dan de VRC en de
gemiddelde prijzen daarvan zich als volgt. Tabel 4 – Invoer uit andere derde landen in de
Unie Jaar || 2008 || 2009 || 2010 || TNO Ton || 1 583 || 1 226 || 138 || 162 Index (2008 = 100) || 100 || 77 || 9 || 10 Ontwikkeling op jaarbasis || || -23 || -69 || 2 Marktaandeel || 3 % || 3 % || 1 % || 1 % Prijs (EUR/ton) || 997 || 632 || 1 473 || 1 685 Index (2008 = 100) || 100 || 63 || 148 || 169 4. Omvang en prijzen van de
uitvoer uit de EU naar andere derde landen (45) In de beoordelingsperiode
waren alleen voor 2008 en 2009 gegevens beschikbaar. Er waren geen betrouwbare
statistische gegevens beschikbaar om de ontwikkeling van de dataset in 2010 en
het TNO te beoordelen. Wegens het gebrek aan medewerking van de BU werd
gebruikgemaakt van de beschikbare gegevens en werd aangenomen dat de omvang van
de uitvoer uit de EU op hetzelfde niveau is gebleven als in 2009, met een
prijsstijging die vergelijkbaar is met die op de EU-markt. Tabel 5 – Omvang en prijzen van de uitvoer van
de BU naar andere derde landen Jaar || 2008 || 2009 || 2010 || TNO Hoeveelheden – Index (2008 = 100) || 100 || 155 || 155 || 155 Ontwikkeling op jaarbasis || || 55 || 0 || 0 Prijzen – Index (2008 = 100) || 100 || 77 || 134 || 147 Ontwikkeling op jaarbasis || || -23 || 57 || 13 5. Economische situatie van de
bedrijfstak van de Unie (46) De economische situatie van de
BU, d.w.z. de twee ondernemingen Lenzing en Tanin, wordt hierna geanalyseerd
aan de hand van gegevens die tijdens het nieuwe onderzoek bij het vervallen van
de maatregelen werden verzameld, en de voor het TNO beschikbare gegevens. 5.1. Productie (47) De totale productie van het
soortgelijke product door de BU is in de periode tot 2009 met 5 %
gestegen. Bij gebrek aan andere gegevens werd aangenomen dat de productie in
2010 en het TNO stabiel is gebleven. Tabel 6 – Productie in de Unie Jaar || 2008 || 2009 || 2010 || TNO Index (2008 = 100) || 100 || 105 || 105 || 105 Ontwikkeling op jaarbasis || || 5 || 0 || 0 Bron: gecontroleerde antwoorden van de
producenten in de Unie op de vragenlijst. 5.2. Productiecapaciteit en
bezettingsgraad (48) De totale productiecapaciteit
van de BU was in 2009 dezelfde als in 2008. Wegens het gebrek aan medewerking
van de BU werd aangenomen dat de productiecapaciteit en de bezettingsgraad in
2010 en het TNO onveranderd zijn gebleven. Tabel 7 – Capaciteit van de Unie Jaar || 2008 || 2009 || 2010 || TNO Index (2008 = 100) || 100 || 100 || 100 || 100 Bezettingsgraad || 92 % || 96 % || 96 % || 96 % Bron: gecontroleerde antwoorden van de
producenten in de Unie op de vragenlijst. 5.3. Voorraadniveau (49) Wegens het gebrek aan
medewerking van de BU werd aangenomen dat het voorraadniveau ten opzichte van
eind 2009 onveranderd is gebleven. Tabel 8 – Voorraden Jaar || 2008 || 2009 || 2010 || TNO Index (2008 = 100) || 100 || 56 || 56 || 56 Ontwikkeling op jaarbasis || || -44 || 0 || 0 Bron: gecontroleerde antwoorden van de
producenten in de Unie op de vragenlijst. 5.4. Verkoopvolume en marktaandeel (50) De verkoop van de BU aan
niet-verbonden afnemers op de markt van de Unie is tussen 2008 en eind 2009 met
12 % gestegen. Bij gebrek aan gegevens van de BU werd aangenomen dat de
verkoop in 2010 en het TNO niet is gestegen. Tabel 9 – Verkoopvolume en marktaandeel van de
EU Jaar || 2008 || 2009 || 2010 || TNO Index (2008 = 100) || 100 || 112 || 112 || 112 Marktaandeel (orde van grootte) || 10-20 % || 14-24 % || 14-24 % || 14-24 % Bron: gecontroleerde antwoorden van de
producenten in de Unie op de vragenlijst. 5.5. Gemiddelde verkoopprijzen (51) De gemiddelde verkoopprijzen
van de BU op de markt van de Unie zijn in de beoordelingsperiode aanzienlijk
gestegen, en wel met 36 %. Dit was toe te schrijven aan een grote
prijsstijging in 2010 en het TNO. Tabel 10 – Gemiddelde verkoopprijs in de EU Jaar || 2008 || 2009 || 2010 || TNO Index (2008 = 100) || 100 || 89 || 108 || 136 Ontwikkeling op jaarbasis || || -11 || 19 || 28 Bron: gecontroleerde antwoorden van de
producenten in de Unie op de vragenlijst en aan de Commissie beschikbaar
gestelde gegevens. 5.6. Gemiddelde productiekosten (52) Aangezien de BU geen gegevens
betreffende de productiekosten voor 2010 en het TNO beschikbaar heeft gesteld,
werden de gegevens van het vorige nieuwe onderzoek bij het vervallen van de
maatregelen met 6 % verhoogd om rekening te houden met de inflatie in die
periode. Tabel 11 – Gemiddelde productiekosten Jaar || 2008 || 2009 || 2010 || TNO Index (2008 = 100) || 100 || 100 || 102 || 106 Ontwikkeling op jaarbasis || || 0 || 2 || 4 Bron: gecontroleerde antwoorden van de
producenten in de Unie op de vragenlijst. 5.7. Winstgevendheid en kasstroom (53) Uit de berekening van de door
de BU gemaakte winst op basis van de bovenvermelde prijs‑ en
kostengegevens is gebleken dat de winst in de beoordelingsperiode aanzienlijk
is gestegen als gevolg van de prijsstijgingen op de EU-markt zonder aanwijsbare
gelijktijdige stijging van de productiekosten, afgezien van inflatie. Bij
gebrek aan andere gegevens wordt aangenomen dat de kasstroom een trend heeft
gevolgd die vergelijkbaar is met die van de winstgevendheid. Tabel 12 – Winstgevendheid en kasstroom Jaar || 2008 || 2009 || 2010 || TNO Winstgevendheid – Index (2008 = 100) || 100 || 96 || 153 || 297 Ontwikkeling op jaarbasis || || -4 || 57 || 144 Kasstroom – Index (2008 = 100) || 100 || 34 || 69 || 69 Ontwikkeling op jaarbasis || || +66 || 36 || 0 Bron: gecontroleerde antwoorden van de
producenten in de Unie op de vragenlijst. 5.8. Investeringen, rendement van
investeringen en vermogen om kapitaal aan te trekken (54) Bij gebrek aan gegevens van de
BU werd, gezien de prijsstijgingen in 2010 en het TNO, aangenomen dat weer
hetzelfde investeringsniveau werd bereikt als in 2007. Voorts werd ervan
uitgegaan dat het rendement van investeringen dezelfde basistrend heeft gevolgd
als die van de winstgevendheid in tabel 12. (55) Tabel 13 – Investeringen en
rendement van investeringen Jaar || 2008 || 2009 || 2010 || TNO Investeringen – Index (2008 = 100) || 100 || 3 || 163 || 163 Ontwikkeling op jaarbasis || || -97 || 160 || 0 Rendement van investeringen – Index (2008 = 100) || 100 || -4 || 100 || 200 Ontwikkeling op jaarbasis || || -104 || 96 || 100 Bron: gecontroleerde antwoorden van de
producenten in de Unie op de vragenlijst. 5.9. Werkgelegenheid en
productiviteit (56) Wegens het gebrek aan
informatie van de BU voor 2010 en het TNO werd aangenomen dat de
werkgelegenheid en de productiviteit in de beoordelingsperiode constant zijn
gebleven. Tabel 14 – Werkgelegenheid en productiviteit Jaar || 2008 || 2009 || 2010 || TNO Werkgelegenheid – Index || 100 || 100 || 100 || 100 Productiviteit (ton/werknemer) – Index || 100 || 100 || 100 || 100 Arbeidskosten – Index || 100 || 100 || 100 || 100 Bron: gecontroleerde antwoorden van de
producenten in de Unie op de vragenlijst. 5.10. Hoogte van de dumpingmarge (57) Ondanks het gebrek aan
medewerking van de Chinese producenten-exporteurs werden het volume en de
waarde van de invoer geanalyseerd aan de hand van Eurostatgegevens in
combinatie met een raming van het marktaandeel. De aanzienlijke prijsstijging
in 2010 en 2011 heeft geleid tot een forse daling van de dumpingmarge bij
invoer uit de VRC sinds het tijdvak van het nieuwe onderzoek bij het vervallen
van de maatregelen. 5.11. Herstel van de gevolgen van
invoer met dumping (58) Zoals uit de gunstige
ontwikkeling van de meeste hierboven genoemde indicatoren blijkt, heeft de
financiële situatie van de BU zich in de beoordelingsperiode volledig hersteld
van de schadelijke gevolgen van de invoer met aanzienlijke dumping van oorsprong
uit de VRC die tijdens vorige onderzoeken werd geconstateerd. 6. Conclusie over de economische
situatie van de bedrijfstak van de Unie (59) De maatregelen ten aanzien van
de VRC hebben een positief effect op de economische situatie van de BU gehad, aangezien
de meeste schade-indicatoren een positieve ontwikkeling lieten zien: de
productie, het verkoopvolume en de verkoopwaarde zijn tussen 2008 en het eind
van het TNO toegenomen. Als gevolg van de aanzienlijke prijsstijging op de
EU-markt ligt de winst van de BU nu echter veel hoger dan de voor zijn
ontwikkeling vereiste streefwinst, die tijdens het oorspronkelijke onderzoek op
5 % werd vastgesteld. (60) Gezien de aanzienlijke
prijsstijging op de markt van de Unie in het TNO zonder aanwijsbare gelijktijdige
stijging van de kosten wordt geconcludeerd dat de BU geen aanmerkelijke schade
in de zin van artikel 3, lid 5, heeft geleden. 7. Conclusie betreffende de
blijvende aard van deze gewijzigde omstandigheden (61) Er werd nagegaan of de
prijsstijging op de EU-markt een blijvende wijziging in de omstandigheden is
ten opzichte van de bevindingen van het vorige nieuwe onderzoek bij het
vervallen van de maatregelen. De beschikbare gegevens wijzen op prijzen op de
markt van de Unie die zich goed herstellen, weer op het niveau van 2008 komen
en dat vervolgens overtreffen, terwijl de prijzen in het nieuwe onderzoek bij
het vervallen van de maatregelen daalden. Bovendien werden, in tegenstelling
tot wat in het nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen werd
geconstateerd, geen aanwijzingen voor prijsonderbieding gevonden. In het nieuwe
onderzoek bij het vervallen van de maatregelen volgde de winstgevendheid een
neerwaartse trend, maar uit gegevens na de beëindiging van dat onderzoek blijkt
dat de winstgevendheid zich goed herstelt, weer op het niveau van 2008 komt en
dat vervolgens overtreft. (62) Er werd echter nagegaan of de
prijswijziging sinds het einde van het tijdvak van het nieuwe onderzoek bij het
vervallen van de maatregelen terug te voeren was op een bijzonder slecht
oogstseizoen in de VRC, aangezien furfuraldehyde daar uit landbouwafval wordt
vervaardigd. De prijs is evenwel niet aanzienlijk gedaald sinds het
oogstseizoen eind 2010 en daarom werd dit buiten beschouwing gelaten. Blijkbaar
is er een stijging van de prijzen bij invoer uit de VRC geweest die toe te
schrijven was aan de langetermijngroei van de binnenlandse vraag naar
furfuraldehyde en de stijgende grondstoffenkosten in het betrokken land. Wegens
het gebrek aan medewerking van de Chinese producenten-exporteurs kon dit niet
worden gecontroleerd, maar aan de Commissie zijn geen bewijzen van het
tegendeel verstrekt. (63) Gezien het bovenstaande
bewijsmateriaal waarover de Commissie beschikt en het ontbreken van informatie
waaruit blijkt dat bovenbedoelde prijsstijgingen tijdelijk zijn, werd
geconcludeerd dat deze wijziging van blijvende aard is. F. BEËINDIGING VAN DE ANTIDUMPINGPROCEDURE EN INTREKKING VAN
DE GELDENDE ANTIDUMPINGMAATREGELEN (64) Op grond van het bovenstaande
wordt geoordeeld dat dit nieuwe antidumpingonderzoek moet worden beëindigd en
dat de geldende antidumpingmaatregelen moeten worden ingetrokken. (65) Alle
partijen zijn in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op
grond waarvan de Commissie wil aanbevelen de bestaande maatregelen op te
heffen. Zij konden hierover binnen een bepaalde termijn na deze mededeling
opmerkingen maken. Er werden geen opmerkingen ontvangen. (66) Uit het bovenstaande volgt dat
dit nieuwe antidumpingonderzoek moet worden beëindigd en dat de
antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld bij Verordening (EU) nr. 453/2011
betreffende de invoer van furfuraldehyde van oorsprong uit de VRC, moeten
worden opgeheven en het bestaande recht moet worden ingetrokken, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD: Artikel 1 Het tussentijdse nieuwe onderzoek van de
antidumpingrechten op 2-furaldehyde (ook bekend als furfuraldehyde of
furfural), momenteel ingedeeld onder GN-code 2932 12 00, van oorsprong uit de
Volksrepubliek China, wordt beëindigd. Artikel 2 Verordening (EU) nr. 453/2011 wordt
ingetrokken. Artikel 3 Deze verordening treedt in werking op de dag
na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al
haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
Voorzitter [1] PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51. [2] PB L 15 van 21.1.1995, blz. 11. [3] PB L 328 van 22.12.1999, blz. 1. [4] PB L 107 van 28.4.2005, blz. 1. [5] PB L 123 van 12.5.2011, blz. 1. [6] PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51. [7] PB L 15 van 21.1.1995, blz. 11. [8] PB L 328 van 22.12.1999, blz. 1. [9] PB L 107 van 28.4.2005, blz. 1. [10] PB L 123 van 12.5.2011, blz. 1. [11] PB C 196 van 5.7.2011, blz. 9.