Verdrag betreffende de Europese Unie / Verdrag van Maastricht 

Het Verdrag betreffende de Europese Unie, beter bekend als het Verdrag van Maastricht, met daaromheen de handtekeningen van de twaalf ministers van buitenlandse zaken en van financiën van de EU-landen. 

Het Verdrag betreffende de Europese Unie werd in Maastricht ondertekend in aanwezigheid van de voorzitter van het Europees Parlement, Egon Klepsch.

In het Verdrag van Maastricht is vastgelegd dat de Europese Unie was gebaseerd op de Europese gemeenschappen (eerste pijler), en daarnaast op een tweede en een derde pijler: het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) en het beleid op het gebied van Justitie en binnenlandse zaken (JBZ).

Grote veranderingen voor het Europees Parlement

Met het Verdrag van Maastricht werd de Europese Economische Gemeenschap de Europese Gemeenschap. De medebeslissingsprocedure wordt ingevoerd en de reikwijdte van het gebruik van de samenwerkingsprocedure wordt vergroot, waardoor het Europees Parlement meer wetgevende en controlerende macht krijgt.

Het nieuwe Verdrag geeft het Parlement het recht om de Europese Commissie te verzoeken wetsvoorstellen in te dienen voor zaken die volgens het Parlement vragen om wetgeving op Europees niveau. De volledige Commissie moest nu goedgekeurd worden door het Parlement. Daarnaast werd het Parlement ook verantwoordelijk voor de benoeming van de Europese ombudsman

  • Ondertekend in: Maastricht op 7 februari 1992
  • Inwerkingtreding: 1 november 1993